Laten we ons met consumptiebeleid naar een gezonde planeet eten
Een van de consequenties van de klimaatakkoorden van Parijs is dat het landbouwbeleid op de schop moet. Het huidige, productie gestuurde landbouwbeleid moet plaatsmaken voor een consumptie gestuurd voedselbeleid. Dit is goed voor het klimaat, goed voor de voedselzekerheid in de wereld én goed voor de gezondheid van, straks, 9 miljard mensen.
Als we het huidige, productie gestuurde landbouwbeleid voortzetten, kunnen de ambitieuze klimaatdoelstellingen van ‘Parijs’ de ijskast in. Wageningen Economic Research analyseert met MAGNET, een algemeen evenwichtsmodel van de volledige wereldeconomie, vraagstukken op het gebied van klimaat, bio-economie, voedsel- en voedingszekerheid in hun onderlinge samenhang. Conclusie: doorgaan op de huidige weg is om minstens drie redenen onverstandig.
1. Voedselprijzen rijzen de pan uit. Een wereldbevolking die groeit naar 9 miljard mensen, in combinatie met stijgende welvaart in grote delen van de wereld, leidt bij ongewijzigd beleid tot een explosieve toename van de vraag naar vlees, zuivel en granen (belangrijk deel van veevoer). Tegelijkertijd zal er steeds minder land voor voedselproductie zijn, deels door klimaatverandering, deels doordat er meer land nodig is voor herbebossing en productie van biomassa om verdere opwarming van de aarde te voorkomen. Eén van de gevolgen is dat de voedselprijzen de pan uit rijzen. Dat is gunstig voor boeren en landarbeiders, maar rampzalig voor arme mensen die hun inkomen niet uit de landbouw halen. En de laatste groep zal steeds groter worden gezien de snel verstedelijkende wereldbevolking.
2. Huidige vleesproductie is slecht voor het klimaat. De veeteelt vereist veel land, water en veevoer en is nu al verantwoordelijk voor 12% van de menselijke broeikasgasemissies. De emissies van veeteelt zijn onlosmakelijk verbonden met biologische processen en hierdoor technisch lastig te verminderen. Een stijgende wereldvraag naar vlees en zuivel zal een groot beslag op steeds schaarser wordende hulpbronnen leggen en de aarde verder opwarmen. Deze milieueffecten van vlees en zuivelproducten worden niet verrekend in de prijs. Een stimulans om het voedselproductiesysteem te veranderen, blijft zo uit.
3. Gezondheidsproblemen nemen toe. Gezondheidsziekten als obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten zijn in de Westerse wereld een groeiend probleem. Nu het dieet in snel groeiende economieën als China ook meer calorieën, vlees en zuivel bevat dan goed is voor een mens, nemen ook daar de gezondheidsproblemen toe. Naast verlies aan levenskwaliteit zorgt dit ook voor jaarlijks stijgende gezondheidskosten.
Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om te zien dat het huidige landbouwbeleid moet veranderen.
Switchen naar sturing op consumentengedrag biedt de kans op coherent beleid voor klimaat, gezondheid én economische ontwikkeling. Consumenten gestuurd voedselbeleid betekent dat de traditionele focus op productie van goedkope calorieën (suiker), vlees en zuivel wordt omgevormd naar een beleid gericht op de consumptie van minder vlees, zuivel en suiker ten gunste van meer groenten en fruit. Hiermee slaan we drie vliegen in één klap:
• Door een daling van de dierlijke productie neemt de uitstoot van broeikasgassen en de claim op land en water af;
• Gezondheidsproblemen nemen af als mensen vlees, zuivel en suiker deels vervangen door groente en fruit;
• Vermindering van de vleesconsumptie drukt de stijging van de wereldvoedselprijzen, waardoor voedsel bereikbaar blijft voor arme huishoudens. Het stimuleren van groenten en fruit biedt economische kansen: in de EU, maar ook in lage-inkomenslanden.
Praat mee tijdens Agrodebat Online
Vlees wordt weer een hoog gewaardeerd luxeproduct en gezond eten de makkelijke keuze
Sturing betekent in dit geval prijzen aanpassen om de consumptie van groenten en fruit te stimuleren en het eten van vlees, zuivel en sterk suikerhoudende producten juist te ontmoedigen. Een directe en budget-neutrale maatregel is ongezond eten belasten en hiermee gezond eten subsidiëren. De op termijn lagere gezondheidskosten zijn dan een extra bonus voor de maatschappij. Andere maatregelen, zoals voorlichting, educatie en promotie van gezond eten, dragen zeker een steentje bij om het effect van de prijsverandering te versterken. Maar de urgentie van het klimaatprobleem vraagt om een snelle én grootschalige omslag waarbij eettafel, supermarkt en landbouw er op korte termijn totaal anders uit zien.
Wie zich ziek wil eten, zou daar voortaan extra voor moeten betalen. Vlees wordt weer een hoog gewaardeerd luxeproduct en gezond eten de makkelijke keuze. Het is tijd voor harde sturing – goed voor klimaat, gezondheid én economie. Hoe denkt U hierover?
Aanmelden en meer informatie over het Agrodebat op 12 januari 2016 ga naar: www.wur.nl/agrodebat.
Een tamelijk eenzijdige belichting. Zo maar 3 aandachtspunten.
1) De Richtlijn van Gezondheidsraad (2015) beveelt aan consumptie van zuivel behouden op huidige nivo. Voor aantal aandachtsgroepen juist hoger dan huidige inname. Gezondheidswinst door verlagen zuivel consumptie lijkt niet terecht. Nog afgezien van sterk tekort aan hoogwaardig eiwit in grote delen wereld, waar zuivel in kan voorzien.
2) Aandacht voor balans tussen de voor menselijke consumptie geschikte bronnen, en ongeschikte. Grote delen aarde zijn ongeschikt voor verbouwen graan, fruit, groente. Wel voor bijv gras. Ook bijprodukten voedingsmiddelen zijn vaak enkel geschikt in veehouderij, voor bijv varkens. Daarin balans vinden.
3) Via vastlegging koolstof in bodem is reductie broeikasgassen te bereiken. Dat geldt met name graslanden, wereldwijd. Veeteelt draagt daar significant aan bij, oa via organische bemesting.
Zo’n ‘harde sturing’ niet optimaal voor gezondheid en milieu. Zoeken naar balans is beter.
Ik pleit niet voor een vegetarische planeet. Met mate geconsumeerd zijn dierlijke producten een zeer waardevol onderdeel van een dieet. Maar zonder harde sturing raakt die maat zoek als inkomens stijgen. Ik pleit ervoor om die mateloze consumptie niet langer als gegeven te beschouwen en interventies daarop te richten in plaats van op landbouwproducenten. Als de rijke delen van de wereld hierin het voortouw nemen dienen die niet alleen hun eigen nationale belang bij het verminderen van gezondheidskosten door een consumptiepatroon dat uit balans is. Ons dieet deels (!) verschuiven van vlees naar groenten en fruit vermindert ook emissies en het beslag dat we op de planeet leggen voor consumptie in het rijke deel van de wereld. Er wordt letterlijk ruimte gecreëerd, niet alleen voor grondgebonden klimaatmitigatie maar ook voor betaalbaar (dierlijk) voedsel voor het arme deel van de wereldbevolking. Dat we vervolgens die dierlijke productie vanuit maatschappelijk oogpunt (people, planet en profit) zo optimaal mogelijk organiseren zou wat mij betreft buiten kijf moeten staan.
Als ik de reactie goed lees Is dit een ontzettend goed pleidooi voor de Nederlandse land- en tuinbouw sector.
Daarbij;
Zoals in de eerste reactie al aan het licht gekomen, is bij lange na niet alle grond geschikt voor alle teelten of veehouderij. Ierland is een mooi voorbeeld, maar ook hele gebieden in Zuid-Amerika.
Gelukkig lees ik dat het niet gaat naar een vegetarisch dieet, aangezien voor plantaardige eiwitten 30% meer ingenomen moet worden voordat dezelfde werkzame stoffen zijn opgenomen door ons lichaam. Tel uit de winst.
Wat we mijns inziens moeten doen is inzetten en onderkennen van onze ontzettend goede hoogproductieve landbouw. Voor het klimaat zijn de producten van de Nederlandse landbouw veruit het beste. Zolang deze constatering de waarheid blijft, moeten we dus trots zijn op onze manier. Totdat blijkt dat elders in de wereld het nòg beter kan voor het milieu. Dat we dan onze binnenlandse vraag aanpassen is oké, maar we kunnen zo veel meer mensen voeden dan alleen Nederland. Op een manier die dus ook nog eens het beste Is voor het klimaat.
Wat dat aangaat zouden we met educatie over de rol die de Nederlandse landbouw speelt in het klimaatdebat nog een wereld kunnen winnen. Bij zowel burgers, politiek als Ngo’s.
De voorgestelde beleidsverschuiving naar consumptie in plaats van productiesturing biedt zeker kansen voor landbouw. De grote uitdaging voor de landbouw is hoe we in 2050 de wereld kunnen voeden en tegelijkertijd positief bijdragen aan klimaat- en gezondheidsproblemen. Naast een gewenste groeiende vraag naar groente en fruit in de EU, zal gezien een rijkere groeiende wereldbevolking de wereldvraag naar dierlijke producten ook blijven groeien – zelfs als we in de EU, Noord Amerika en misschien zelfs China erin slagen onze vleesconsumptie te verminderen (de Chinese overheid heeft net ingezet op een halvering van de vleesconsumptie naar 40-75g per persoon per dag https://www.theguardian.com/world/2016/jun/20/chinas-meat-consumption-climate-change).
Waar de productie dan het beste plaats kan vinden houdt idealiter rekening met het hele plaatje, dus ook met milieu en gezondheidsaspecten. De groei van de vraag zit niet in Europa, dus het ligt niet direct voor de hand dat groei in productie daar wel zou moeten zitten, tenzij Nederland aantoonbaar betere klimaat- en\of gezondheidseffecten kan laten zien (na het meerekenen van de impact van geïmporteerde inputs en export van eindproducten). De conclusie kan goed zijn dat de totale baten van export van Nederlandse kennis en productietechnologieën hoger zijn dan productie in Nederland. Ervaring leert, zoals de vervuiling van grond en oppervlaktewater door zeer intensieve landbouw, dat alleen focussen op maximale productie tot grote problemen kan leiden. Een breed perspectief op de totale kosten en baten van landbouw is dus geboden. Indien we Parijs en de Sustainable Development Goals (SDGs) serieus nemen dan heeft de Nederlandse landbouw een goede toekomst als zij zich positief weet te onderscheiden op zowel klimaat als gezondheid.