‘Parijs’ vraagt om circulair denken
Het beschikbaar maken van landbouwgrond voor herbebossing en gewassen voor bio-energie heeft ook keerzijden. Een belangrijke is dat het leidt tot een sterke stijging van de voedselprijzen. De wereldwijde voedselzekerheid loopt dan gevaar. Je zou dus kunnen stellen dat een stabiel klimaatakkoord leidt tot instabiliteit op het gebied van voedselzekerheid. De realiteit is echter dat ongewijzigd beleid ook een negatieve impact heeft op de voedselzekerheid door klimaatsverandering en lagere opbrengsten per hectare in grote delen van de wereld.
Huidige systeem niet houdbaar
Daarom is het tijd voor een stevig debat over de toekomst van de landbouw en de rest van de economie. Het huidige businessmodel is nog grotendeels lineair: grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levenscyclus worden vernietigd. Momenteel wordt slechts 7% van alle materialen hergebruikt en materialen zijn verantwoordelijk voor een substantieel deel van alle CO2 emissies. Economische groei is daardoor nog grotendeels afhankelijk van het gebruik van nieuwe materialen. Dit systeem is niet langer houdbaar. Een transitie naar een circulair model, waarin materialen na gebruik waarde toevoegen als grondstof voor een nieuw product, is ook het toekomstperspectief voor de landbouw. Een circulaire economie is overigens meer dan het sluiten van kringlopen, maar heeft ook een sterke socio-economische betekenis. Verder moeten we kritisch kijken naar het huidige productiegerichte systeem. Durven we de omslag te maken naar een consumentgericht voedselbeleid, waarin de consumptie van goedkope en klimaat belastende calorieën, vlees en zuivel belasten ten gunste van groenten en fruit?
Sustainable Development Goals
Het is tijd voor een nieuw beleid en nieuwe strategieën om de transitie naar een circulaire economie en landbouwsysteem te kunnen maken. Dat vereist ook dat we over bestaande grenzen heen stappen. Zoals de grens tussen land en water, waar veel beleid nu ophoudt. Het is daarbij goed om ons te realiseren dat landbouw ook een cruciale bijdrage dient te leveren aan het behalen van twaalf van de zeventien Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Inspanningen om de ene doelstelling te behalen, hebben daarbij een sterk effect op andere doelstellingen. We moeten de effecten van veranderingen in de landbouw in samenhang analyseren en de juiste maatregelen nemen om eventuele negatieve effecten van verduurzaming te dempen.
De politieke wil om de landbouw van lineair naar circulair om te vormen, is groeiende. Durven we echter de omslag te maken van belastingen op arbeid met negatieve effecten op de werkgelegenheid naar belastingen op materialen en CO2 emissies? Het is ook aan de actoren in de keten om de handschoen op te pakken. Er is durf nodig om bestaande zekerheden los te laten, economische groei los te koppelen van materialengebruik en nieuwe, duurzame productie en consumptie systemen te omarmen. Maar nietsdoen is geen optie. Hoe denkt U hierover?
Aanmelden en meer informatie over het Agrodebat op 12 januari 2016 ga naar: www.wur.nl/agrodebat.
Ik denk dat een transitie naar een circulaire economie noodzakelijk is. Dat is ingrijpend en voor velen confronterend. Hoe ingrijpender de verandering, des te meer tijd nodig is om hiervoor draagvlak te krijgen. Ik ben voorstander van het bewandelen van meerdere sporen naast elkaar. Dus doorgaan met het zoeken naar veelal technische oplossingen gericht op verbeteringen voor de korte en middellange termijn. En tegelijkertijd nadenken en discussiëren en werken aan een circulair businessmodel voor de land- en tuinbouw. Dat bereik je m.i. door (als overheid) samenwerking en kennisuitwisseling te faciliteren, door personen en instanties met verschillende visies en oplossingsrichtingen te verbinden. Zo kunnen innovatieve concepten worden ontwikkeld.
Het bewandelen van meerdere sporen naast elkaar is een must om de Parijs doelstellingen te halen. Een klimaatslimme landbouw is hierin een spoor wat in discussies vaak al de aandacht krijgt. Met een klimaat slimme landbouw worden vaak technische oplossingen bedoeld zoals precisie landbouw. Dit zal nodig zijn om de emissies per eenheid product terug te dringen. Hiernaast dienen we te werken aan een circulaire economie waar nutriënten kringlopen gesloten worden en materialen worden hergebruikt. Maar ook het consumenten gedrag zal dienen te veranderen naar een meer klimaatvriendelijk en minder verspillend consumptiepatroon. Samenwerking en kennisuitwisseling is belangrijk om deze transitie vorm te geven zodat innovatieve oplossingen mogelijk worden. Echter de prikkel hiervoor dient verhoogd te worden zodat de kosten van bepaald gedrag weerspiegeld worden in de prijs van goederen. Dit onder het motto de vervuiler betaalt, maar ook indien je publieke goederen produceert kun je hiervoor beloond worden. Daarom zal de overheid activiteiten met negatieve externe effecten zoals het produceren van emissies en het produceren van afval dienen te belasten. Dit zal extra prikkels genereren voor stakeholders om samen te werken om de vervuilende activiteiten te verminderen. Het zal een sterke push aan innovatie in de gewenste richting geven. Zowel naar bedrijven om op de duurdere vervuilende component te besparen en naar consumenten om het duurdere vervuilendere product te verwisselen met een minder vervuilend alternatief.
Waarom stoppen we dan niet zo langzaam aan met het afklemmen van onze huidige productie capaciteit van plantaardige en dierlijke producten als we weten dat we die in de toekomst nog zo hard nodig zullen hebben.
Plantaardige energie bronnen zullen in Europa ook schaars worden als import van elders daar op termijn honger gaat veroorzaken. En consumptie van dierlijke producten kun je echt niet missen in de voeding van een bevolking.
Dit is de enigste keuze zolang we geen alternatief hebben dan via zonnestralen op een voedzame akker onze voeding te produceren en alles wat niet direct bruikbaar is te transformeren naar dierlijke voeding.
Dus goed voor je zelf zorgen zodat je ook anderen kunt helpen.
Een belangrijke hoeksteen in mijn verhaal is dat externe effecten, zoals de invloed op milieu en klimaat, in de prijs tot uitdrukking komen of op een andere manier worden gereguleerd. Dit geeft andere prikkels in ons economische systeem. Je gaat minder gebruiken van vervuilende producten en productie methoden die veel broeikasgassen uitstoten of het milieu op een andere manier vervuilen. Ditzelfde geldt voor externe effecten op de gezondheid. Het huidige productiesysteem kan niet op de huidige manier doorgaan en dient in de juiste richting te worden gestuurd. Anders worden bv milieu en gezondheidsproblemen alleen maar groter. Voor elke kilo vlees heb je diverse kilo’s plantaardig veevoer nodig. Een switch van vlees naar plantaardig zal dus minder druk op het land gebruik geven. Honger heeft overigens niet direct met de hoeveelheid beschikbaar voedsel te maken maar veeleer met toegang tot voedsel. Studies tonen keer op keer aan dat er vaak genoeg voedsel in de wereld is maar dat de verdeling ontzettend scheef is omdat mensen niet koopkracht hebben om voedsel te kopen. Ik stel niet dat dierlijke voeding volledig moet verdwijnen maar een betere balans levert milieu en gezondheidsvoordelen op en is beter voor klimaat. In het huidige consumptiepatroon worden de werkelijke maatschappelijke kosten slecht meegenomen. We hebben niet een keuze van meer, meer en nog eens meer maar er zijn zeer veel mogelijkheden om dit op een duurzamere manier te doen zodat onze kinderen en kleinkinderen ook een mooie planeet als huis hebben. Hiervoor dienen we wel ons gedrag fundamenteel te veranderen.