Hoe verbinden we biomassa met consumentenmassa?
Wetenschappers zijn het nog niet met elkaar eens over de kosten en baten van biomassa. Maar hoe denkt de consument eigenlijk over de biobased economy?
Aan toepassingen en meningen geen gebrek
Autobanden van rubber uit paardenbloemen, kleding uit restproducten van melk, glutenvrij bier, plastic dat afbreekbaar is – wie wordt er niet door optimisme overvallen bij de vele toepassingen die de bio-economie ons biedt. Het feestje in mijn hoofd werd echter al snel verstoord door een gesprek met een gerenommeerde technoloog. ”Biobased economy? Een doodlopende weg, helemaal niet duurzaam.” Hij wees me op de energiekosten en milieubelasting die ontstaan bij de verwerking en het transport van biomassa. Deze kosten zorgen ervoor dat er van de positieve impact niets overblijft. Als socioloog met een beperkte technologische expertise kon ik alleen maar toeluisteren. Tegelijk riep deze conversatie bij mij de vraag op: als technologen de belofte van de biobased economy al verschillend beoordelen, hoe moet je dan als burger-consument je mening hierover bepalen?
Percepties in de samenleving
Consumenten zijn in het algemeen weinig bekend met de biobased economy. Een recente studie naar de percepties van consumenten, waarbij in vijf Europese landen focusgroepen werden bevraagd, bracht naar voren dat producten die deels biobased zijn, scepsis oproepen. Hetzelfde geldt voor producten die onder dubieuze omstandigheden in Verweggistan zijn gemaakt. Producten die 100% biobased zijn en waarbij het verhaal consistent is, lijken op meer instemming te kunnen rekenen. Maar wat is 100% biobased en wat is consistent? De ene persoon wil een boodschappentas voor kort gebruik, die bijna niks weegt en goed composteerbaar is. De ander een robuuste tas die heel lang meegaat. De verschillende percepties vormen een breed palet. Iedereen kijkt vanuit zijn eigen leefsituatie en behoeften naar de kwaliteiten en functies van een product.
Een andere vraag is hoe maatschappelijke organisaties de biobased economy beoordelen. De ETC Group, een internationale Civil Society Organisation (CSO), ziet hier geen Green maar een Greed Economy. Zij stellen dat grote multinationals aan het langste eind trekken. In 2014 nagelde deze CSO het Belgische Ecover aan de schandpaal, een producent van groene reinigingsmiddelen. Het bedrijf was overgestapt op olie van genetisch gemodificeerde algen ter vervanging van palmolie. De ETC Group verwerpt deze vorm van ‘extreme genetic engineering’, omdat die volgens hen onveilig is en waarschijnlijk nadelig uitpakt voor kleine boeren.
Maatschappij minder in beeld
In een recente macro-economische verkenning concluderen het LEI en het Copernicus Instituut dat de biobased economy goed uitpakt voor het milieu en de economie. Daarvoor zijn wel verdere innovaties vereist. Denk bijvoorbeeld aan meer efficiënte bioraffinaderijen die grotere hoeveelheden groene grondstoffen kunnen verwerken. Maar ook is er een stimuleringsbeleid vereist dat ervoor zorgt dat de prijzen voor biomassa niet uit de pan rijzen. Minder in beeld in dit rapport, maar niet minder noodzakelijk, is de betrokkenheid van de samenleving en het draagvlak onder burgers. Het Europese project BioSTEP waar ik bij betrokken ben, richt zich juist hierop. Wanneer de biomassa geen consumentenmassa vindt, wordt het een lastig verhaal.
Onzekerheden als kans voor maatschappelijke dialoog
Behalve technologie- en prijsbeleid heeft de biobased economy ook burgers nodig die deze transitie een warm hart toedragen en consumenten die kiezen voor duurzame producten. Er zijn nog talloze vragen over de duurzaamheidsimpact, welke producten zullen aanslaan bij consumenten, welke partijen van de bio-economie profiteren. Deze onzekerheden bieden echter ook een kans voor een open dialoog. Hoe groot men de biobased economy ook mag denken, een belangrijke basis ervan zijn regionale, meer kleinschalige industrieën. Dit biedt een ingang om met lokale gemeenschappen en eindgebruikers bottom-up het gesprek aan te gaan over deze nieuwe groene economie. Onzekerheden toelaten en elkaars wereldbeelden de ruimte geven, is hier een waarden-volle kunst.
Hallo Erik,
Tijd voor een andere geluid tav die “doodlopende’ weg. Energie is altijd een onderdeel van omzetting van biomassa. Zowel in de huidige energietransitie als ook in de toekomstige BBE oplossingen. Het is de kunst om dat slim te doen. Ik ben het dus niet eens met de “gerenommeerde technoloog”. Het kan wel !
Interessant vindt ik je punt tav draagvlak bij de consument. Ik zie ook dat er in de praktijk nog wel wat te doen is om hier verandering in aan te brengen. Mijn concrete vraag aan jou is in hoeverre je hierin behulpzaam kunt zijn.
Ik heb een specifiek project op het oog waar ik input/hulp kan gebruiken.
Dag Ton,
Kritiek op het duurzaamheidsgehalte van BBE nodigt wat mij betreft uit tot een verdergaande discussie over de twijfels die er bestaan. Bij nader inzien zou het best kunnen zijn dat de meningsverschillen vooral gaan over de weg (of wegen) naar een biobased economy: wordt/worden die ‘slim’ aangelegd of niet? Het is ook een kunst, zoals ik aan het eind opmerk, om in zo een discussie onzekerheden toe te laten. Wat een biobased economy precies is, of wat die zou kunnen worden, is een vraag die naar mijn idee open gesteld moet worden.
Rond het vraagstuk van draagvlak en maatschappelijke betrokkenheid bij technologische innovaties zijn meerdere benaderingen en instrumenten ontwikkeld en er is ook de nodige praktijkervaring opgedaan. Science, Technology and Society-studies (STS) en Technology Assessment zijn hier relevante wetenschappelijke tradities. Het hangt sterk af van de technologie of innovatie, de fase van ontwikkeling e.d., welke benadering en instrument het beste passen. Als je me met meer specifieke informatie over dat project persoonlijk tot me richt, kan ik daar beter op ingaan.
Bio based economy is niet 1 technologie of 1 product. Het gaat om het vervangen van fossiel door biomassa. Dat maakt generieke uitspraken over technologie niets zeggend. Je kunt zowel duurzamer zijn of heel onduurzaam met biomassa. Dat laatste lijkt me uit commercieel oogpunt niet zo handig.
Bij de Ecover cases is de consument niets gevraagd. Wassen met gentech enzymen wel en schoolmaken niet?
Is julie consument onderzoek openbaar? Kan ik het rapport op de website bio based laten plaatsen?
Dag Peter,
Helemaal mee eens dat de biobased economy niet één technologie of product is, maar een breed scala behelst van activiteiten en ideeën. Met generieke uitspraken krijg je daar weinig grip op. De studie naar de Ecover-casus van het Rathenau Instituut richtte zich op de wereldbeelden die schuil gaan achter ‘hete discussies’ over technologische innovaties. Achter luid geuite zorgen over risico’s en veiligheid, blijken vaak andere, bredere bezwaren te zitten die de motor vormen van de onvrede of kritiek. In veel consumentenstudies blijven zulke wereldbeelden evenwel on(der)belicht. Zowel kennis van onderliggende wereldbeelden als van consumentenpercepties is, denk ik, nodig om (het gebrek aan) maatschappelijke acceptatie en waardering te doorgronden. Op basis daarvan zijn ‘slimmere’ handelingsperspectieven te ontwikkelen die consumenten/burgers meer kunnen betrekken bij de biobased economy.
Het consumenten-paper is via de link in het blog tot 5 juli publiek toegankelijk gemaakt door de uitgever van het tijdschrift. Daarnaast is er de openbare website van het project (Open-Bio), waarbinnen dit paper tot stand is gekomen, die voor jou wellicht interessant is: http://www.biobasedeconomy.eu/.
Biobased economy is toch van de ene op de andere dag? Het is een transitie en dat vergt tijd. Vreemd dat er wantrouwen is bij producten welke deels biobased zijn. Blijkbaar meer vertrouwen in 100% fossiel. Hoewel dit eindig zal zijn. Genetische modificatie is een vraagstuk op zich maar biobased economy kan op vele wijze. Het lijkt me dat je per bbe product kan inschatten of het een meerwaarde heeft omdat het uit biomassa is vervaardigt.
Dag Dick,
Wantrouwen is een van de belangrijke redenen dat een transitie tijd vergt: oude en nieuwe partijen moeten elkaar in een nieuwe constellatie van drijfveren en belangen zien te vinden. Je zou je argument hier ook kunnen omdraaien. Juist omdat mensen of partijen weinig fiducie (meer) hebben in een op fossiele grondstoffen gebaseerde industrie, hebben ze twijfels over producten die slechts deels biobased zijn. Die worden dan wellicht – en misschien wel ten onrechte – gezien als een vorm van ‘pappen en nathouden’.
Groet,
Erik
Beste Erik,
Een mooi afgewogen stuk. Wij zijn bij Centre of Expertise Biobased Economy bezig met nog een derde weg: de inzet van overheidsinkopers. Zij zijn wel gemotiveerd, maar weten niet goed hoe bij aanbestedingen om te gaan met innovaties. Verder proberen we een toegepaste onderzoeksgroep op te zetten om ontwerpers en designers te betrekken. Langs deze weg kunnen grotere merkfabrikanten betrokken worden. Tenslotte is de overheid zelf aan zet, die duidelijker moet aangeven, gesterkt door die mooie LEI-onderzoeken, dat biobased economy een noodzakelijke en wenselijke weg is. Duidelijke en stijgende quotering, zoals de Amerikaanse overheid toepast, kan de consument vertrouwen geven over het biobased gehalte en ook aanzetten om meer te vragen. Niemand weet bijvoorbeeld meer dat we op dit moment allemaal al op een deel duurzame biobrandstof rijden, en dat aandeel kan makkelijk nog verder stijgen!
Beste Douwe-Frits,
Dank voor je informatieve reactie die illustreert hoe er aan de weg wordt getimmerd. Naast maatregelen als quotering is ‘public procurement’ (aankopen door de overheid) van producten of toepassingen uit de biobased economy mogelijk ook een middel. Niet alleen economisch, maar ook in symbolisch opzicht kan dit een aanjager zijn. ‘Publieke aankopen’, die het goede voorbeeld geven, kunnen de aandacht voor innovaties op dit gebied positief beïnvloeden.