Meer ruimte nodig om stap-voor-stap levensvatbare producten te ontwikkelen
De eerste tekstverwerker waarmee ik werkte, lijkt in weinig meer op die van nu. Je kon tekst typen, bewerken of wissen en het was mogelijk om bestanden op te slaan en af te drukken. De ontwikkelaars beseften heel goed dat het product van toen nog niet af was. Maar het was al wel een product dat geld opbracht en waar gebruikers mee aan de slag gingen. Op basis van hun ervaringen en wensen werd het verder ontwikkeld. Dat eerste minimum viable product was een noodzakelijke stap op weg naar de geavanceerde programma’s die we nu dagelijks gebruiken.
Agile is niet gangbaar
Ik gebruik bovenstaand voorbeeld nog weleens om uit te leggen hoe we in het project RICHFIELDS werken. Dit EU-project is een bouwsteen voor het ontwerp voor een toekomstige research infrastructure voor onderzoekers binnen het domein voeding, gezondheid en consumentengedrag. Dit doen we agile, stap-voor-stap. In projecten als deze, waarin de EU duidelijke deliverables omschrijft, is dat niet de gangbare manier van werken. Vaak proberen onderzoekers eerst tot in detail te weten te komen wat de gebruiker wil, waarna er een plan wordt gemaakt en er vervolgens wordt ontwikkeld en geïmplementeerd.
‘Smallest thing you can learn from’
In RICHFIELDS trekken we veel meer gezamenlijk met de gebruikers op. Primair zijn dat onderzoekers, of ze nu werken bij kennisinstellingen of bij bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie. Op basis van hun behoeften ontwikkelen we een prototype, dat we ‘the smallest thing you can learn from’ noemen. Heel concreet werken we nu aan een schets van de uiteindelijke landingspagina. Vervolgens vragen we feedback aan de gebruiker: Welke functies hebben prioriteit? En: wat mist er nog? Het kan bijvoorbeeld best zijn dat gebruikers graag een forum zien toegevoegd om snel in contact te kunnen komen met collega-onderzoekers. Of dat ze juist op zoek zijn naar standaarden om zelf data te verzamelen.
Sneller een product in de markt zetten
We werken dus niet vier jaar lang toe naar die ene stip aan de horizon. In plaats daarvan willen we gebruikers regelmatig een ontwerp voorleggen en daarover in gesprek gaan. Zo ontwikkel je dus heel stapsgewijs en is de kans veel groter dat het aansluit op de wensen van de gebruiker. Door je meteen te richten op functies die waarde hebben voor de gebruiker, kunnen we ook sneller een product in de markt zetten dat inkomsten genereert. Want uiteindelijk is dat een van de eisen aan de toekomstige onderzoeksinfrastructuur: als de EU-projectfinanciering is gestopt, moet het platform zichzelf kunnen bedruipen.
Spagaat
Agile werken zoals we in RICHFIELDS doen, helpt ons enorm om goed te focussen op wat de gebruiker belangrijk vindt. Maar in het latere implementatietraject kunnen we wel een beetje in een spagaat komen te zitten. Want we moeten enerzijds opleveren wat we de EU beloofd hebben en tegelijkertijd ruimte creëren om af te kunnen wijken van de oorspronkelijke uitgangspunten. We moeten dan wel voorkomen dat we de grote lijn uit het oog verliezen en dat je opties blokkeert. Bijvoorbeeld door ons nu alleen te richten op onderzoekers in de publieke sector en er pas later achter te komen dat je voor de private sector aan heel andere eisen moet voldoen. Dat wil je ook niet.
Ik zou het goed vinden als de EU en andere opdrachtverstrekkers in hun opdrachtomschrijvingen meer ruimte voor stap-voor-stap ontwikkeling bieden. Want de ontwikkelingen in het onderzoeksdomein gaan snel en de stip aan de horizon waar we ons nu op richten, heeft zich over vier jaar allang verplaatst.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Bezoek dan ook Onderzoeksinfrastructuur voor voeding en gezondheid op wur.nl.
Beste Hennie,
Ik ben erg blij met jouw artikel over stap-voor-stap ontwikkelen. In gedachten maken we vaak grote sprongen en dat is heerlijk als je een beroep doet op je eigen verbeeldingskracht. Wat we vaak vergeten is dat er een heel creatieproces voor nodig is om ideeën te laten landen bij je stakeholders en een communicatieproces om het te ‘verkopen’ aan de markt. Sinds 2009 hou ik me bezig met ketensamenwerking waarbij je al dit soort aspecten tegenkomt. Uiteindelijk ben ik er achter gekomen dat de reis belangrijker is dan het doel, dat is meer een richtpunt. Echter, zolang we alleen maar focussen op haalbare doelen waarbij ook elk uurtje nadenken moet worden verantwoord, kom je nooit tot hogere doelen die op termijn de impact hebben die we nu op korte termijn van elkaar verwachten. Zo lang we in deze illusie van snelle maakbaarheid blijven steken, missen we de aansluiting met de toekomst die ons links en rechts aan het inhalen is. Zo komen we vanzelf in een periode van dis-connection en die brengt ons onbewust naar dat hogere doel, maar we kunnen er niet van genieten omdat we te gefocust zijn op het doel zelf. Elke stap die je in een ketencreatieproject zet is voor mij een geluksmomentje omdat je samen ergens voor gaat, ook stelt het ogenschijnlijk niets voor. We staan niet meer met de voeten op de grond, maar vooral met ons hoofd in de wolken. Te bang om de realiteit onder ogen te zien we zelf creëren, terwijl het juist een prachtige reis kan zijn. Stap-voor-stap kom je ergens. Gelukkig ontstaat steeds meer het besef dat je daar niet zozeer geld of middelen voor nodig hebt, maar ruimte om die stappen te zetten. Dank voor je artikel.
Albert, bedankt voor je reactie. Wat inderdaad belangrijk is, is dat het niet alleen een intern stap voor stap proces is, maar dat het essentieel is dat je de klant meeneemt hierin en geregeld afstemming hebt.