13 september 2017 | Categorie: Geen categorie

Meer samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines leidt tot gezondheidswinst

Door Pieter Van 't Veer

Professor in Nutrition, Public Health and Sustainability...

Wie lang gezond wil blijven, heeft gezond en gevarieerd voedsel nodig. Dankzij biomedisch onderzoek, wetenschappelijk onderzoek in dienst van de geneeskunde, weten we tegenwoordig heel aardig aan welke eisen een gezond eetpatroon als onderdeel van een gezonde leefstijl moet voldoen. Wanneer iedere consument zich keurig zou houden aan de richtlijnen van het Voedingscentrum, dan zou dat ons als samenleving flinke gezondheidswinst opleveren. Alleen, het gebeurt niet.

Onvoldoende samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines

Hoe komt dat? Een belangrijke oorzaak is dat verschillende wetenschappelijke disciplines onvoldoende samenwerken. Zo weten gedragsdeskundigen alles over determinanten van consumentengedrag: in welke sociale context eten mensen en hoe worden zij in hun omgeving verleid om bepaalde producten te kopen? Juist die kennis is cruciaal, wil je ervoor zorgen dat de gezonde keuze ook de standaardkeuze van de consument wordt. Omgekeerd willen gedragsinterventies ook nog weleens tot ongewenste maatschappelijke effecten leiden. Zo wezen voedingsdeskundigen decennia geleden op de gevaren van verzadigde en transvetten in voedsel. In de publiekscampagne die volgde, werden voor het gemak alle vetten taboe verklaard. Gevolg was een toename koolhydraten en suikers in de voeding, waardoor we nu opgezadeld zitten met een enorm obesitasprobleem.

Consument profiteert van samenwerkende onderzoekers

Willen we toe naar een samenleving waarin mensen gezond leven, waardoor ziekten langer uitblijven en er minder beroep wordt gedaan op zorg, dan moeten we als wetenschappers veel beter samenwerken. Daarom werken we met Wageningen University & Research samen met andere onderzoeksinstellingen aan een gezamenlijke onderzoeksinfrastructuur. Iedereen heeft hier profijt van. Allereerst de consument, die via apps informatie over voedselkeuzegedrag beschikbaar stelt voor onderzoek en daar gevalideerde gezondheidsadviezen op maat voor terugkrijgt.

Inspelen op behoeften consument

Ook de voedingsmiddelenindustrie heeft er baat bij: veel producten worden nu simpelweg verrijkt met nutriënten om te voldoen aan de richtlijnen voor gezonde voeding. Gezonde voeding is echter geen optelsom van nutriënten, maar een complexe mix van fysiologische factoren: het fysiologische systeem van de mens wordt al miljoenen jaren geactiveerd door te ruiken, proeven en kauwen en doordat verschillende componenten bepaalde interacties met elkaar aangaan in het lichaam. Als we dit inzichtelijker kunnen maken voor de voedingsmiddelenindustrie, kunnen zij hun producten veel beter laten aansluiten op de biologische én sensorische behoefte van consumenten. Ook de aansluiting bij andere consumententrends, zoals de behoefte aan ‘lokaal’, duurzaam, fair trade en diervriendelijk voedsel, kan zo veel effectiever.

Onderzoeksinfrastructuur voorwaarde voor gezonde en duurzame samenleving

En natuurlijk profiteren beleidsmakers er ook van. Doordat er meer en betere data beschikbaar zijn, kunnen zij veel effectiever ingrijpen waar nodig, bijvoorbeeld door prijsbeleid, voedingsrichtlijnen en voorlichting. Bovendien komen zij veel meer te weten over welke interventies wel effectief zijn, welke je beter kunt laten en welke elkaar versterken. Eén Europese onderzoeksinfrastructuur is een voorwaarde voor een toekomstbestendig Europees voedselsysteem én een flinke stap vooruit op weg naar een gezonde en duurzame samenleving.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bezoek dan ook Onderzoeksinfrastructuur voor voeding en gezondheid op wur.nl.

Door Pieter Van 't Veer

Professor in Nutrition, Public Health and Sustainability

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *