Om onze werkruimte tot ‘atelier’ om te vormen hang ik lange stroken papier op. Dit om de -tijdens ons veldwerk verzamelde- vondsten en aantekeningen direct te kunnen tentoonstellen. Met een mooi gezelschap zijn we hier. Uit de vallei: de museumdirectrice annex lerares, de pedagoge, de jager, de professore, de administrateur, de etnologe en twee uitstekende vertaalsters uit het gebied die zowel Engels, Russisch en Altai ( een Turkse taal) spreken. De sfeer is aanvankelijk aarzelend maar het vertrouwen groeit en allengs leren we elkaar steeds kennen. Aan het eind van de periode is het nog hard werken om al de loskomende verhalen op te tekenen.
Als voorbereiding bewerk ik de kaarten van de vallei met Tippex. Eerst volg ik de hoogtelijnen. Zo
verdwijnen uiteindelijk alle teksten en de meeste informatie. Alleen de Karakolrivier blijft over. Wit staat bij de Altai voor puurheid en zuiverheid, met witte linten toon je je respect voor een plek, een bron bijvoorbeeld en je offert met melk. Het wit van de Tippex fungeert in dit geval om de informatie op kaart terug te brengen tot het minimum. Deze bijna blanco kaarten gebruik ik om de bewoners van de vallei hun eigen kaarten te laten tekenen