Geen melk zonder vlees, en beide niet zonder broeikasgasemissie
De uitstoot van broeikasgassen is wereldwijd een zorgpunt. Ook de Nederlandse melkveehouderij ontkomt daar niet aan. Daarbij is vermindering van de uitstoot van broeikassen per kg melk een belangrijk milieudoel, nu en in de toekomst. Maar in mijn ogen moeten we dan wel naar het volledige plaatje kijken. Immers de melkveesector produceert ook vlees. De oplossingsrichting van meer melk is wel effectief voor Nederlandse zuivelsector, maar gaat voorbij aan de hiermee samenhangende hogere vleesimporten bijvoorbeeld uit Brazilië en Ierland. Ik vind dus dat je ook ergens met de uitstoot van die vleesproductie rekening moet houden. En dat kan als we onze rundvleesbehoefte omslaan over onze melkproductie. Kijk maar…
Minder voer per kilo melk
Verhoging van de melkproductie, verlenging van de levensduur en gebruik van lichtere koeien (zoals Jerseys) zijn bekende en veel toegepaste manieren om de uitstoot van broeikasgassen per liter melk te verlagen. Er is namelijk minder voer nodig per kilo melk. En de productie en consumptie van voer geeft uitstoot van broeikasgassen. De strategieën werken ook voor de verlaging van de mineralenuitstoot per kilo melk. Overigens zijn er nog wel meer logische redenen om de levensduur van koeien te willen verlengen.
Minder voer per kg melk gaat ten koste van de vleesproductie
Vlees is een nevenproduct van de melkveehouderij. De koeien die verkocht worden van het bedrijf worden geslacht en het vlees gaat naar de consument. Overtollige kalveren (zie blog van collega Jetta Heeres) worden ook verkocht en gaan naar vleeskalverhouders. Uiteindelijk is de hoeveelheid vlees die de melkveehouderij produceert afhankelijk van de melkproductie per koe. Hoe meer melk ze produceert, hoe minder vlees (van de verkochte koe en het kalf) ze produceert per kilo melk. Datzelfde gebeurt als de levensduur (en daarmee de levensproductie) van de melkkoeien toeneemt. Er gaan weliswaar meer kalveren naar de vleeskalverhouderij (omdat er minder nodig zijn voor vervanging), maar er worden per saldo minder volwassen koeien verkocht. Trouwens, ook bij lichtere koeien zoals Jerseys neemt de vleesproductie per kg melk af.
Import houdt Nederlandse vleesconsumptie op peil
In Nederland is consumptie van rundvlees hoger dan de hoeveelheid die we zelf produceren. Dat gat vullen we nu op met vlees uit zoogkoe-systemen o.a. Brazilië en Ierland. De uitstoot van broeikasgassen per kg geproduceerd vlees in dergelijke systemen is veel hoger dan in de melkveehouderij. Dat komt omdat de moederdieren er alleen zijn om kalveren te produceren en hun beperkte melkproductie volledig voor hun kalf is. Als we aannemen dat de Nederlandse rundvleesconsumptie niet op korte termijn zal veranderen, leidt een lagere inlandse rundvleesproductie dus direct tot hogere importen. Kortom, we wentelen onze besparing van broeikasgasemissie af op het buitenland; ofwel wij de lusten, zij de lasten. In feite houden we ons dan in Nederland een beetje voor de gek. Je kunt je dus afvragen of de gekozen strategieën wel echt de beste zijn. Hoe de melkproductie de vleescompensatie beïnvloedt, is mooi te zien in de figuur 1.

Figuur 1. De hoeveelheid vlees, (uitgedrukt als kg geslacht gewicht) per kg melk (4.4 % vet, 3.5 % eiwit) voor verschillende productieniveaus . De basissituatie is een koe met 6000 kg melk en een productieve levensduur van 2 jaar. De andere situaties zijn dieren met een productieve levensduur van 3 jaar.
Emissies constant bij vaste hoeveelheid vlees per kg melk
Als de broeikasgasemissies worden berekend over een kilo melk en een gelijke hoeveelheid vlees, (een combinatie van uitstoot van melkkoeien, vleeskalveren, en zoogkoe-systemen), dan blijken de totale emissies ineens constant blijven. Kijk je alleen naar de melk (zie figuur 2), dan is de uitstoot van broeikassen wel lager, maar de compensatie van de lagere vleesproductie per kilo melk doet dat weer helemaal teniet. Datzelfde geldt ook voor verlenging van de levensduur en bijvoorbeeld de inzet van lichtere dieren.

Figuur 2. De broeikasgassen (BKG) voor 1 kg melk en voor de hoeveelheden geslacht gewicht uit figuur 1 (uitgedrukt als kg CO2-equivalenten) voor verschillende productieniveaus. De basissituatie is een koe met 6000 kg melk en een productieve levensduur van 2 jaar. De andere situaties zijn dieren met een productieve levensduur van 3 jaar.
Ten aanzien van broeikasgasemissies hoeven veehouderijsystemen met dubbeldoeldieren met hun lagere melkproductie, zoals het zuivere MRIJ-ras en bijvoorbeeld Groninger blaarkoppen, dus niet minder efficiënt te zijn dan de hoogproductieve Holstein Friesian koeien. Het is daarom zinvol om melkveehouderijsystemen te beoordelen op de productie van melk en vlees samen. Optimalisatie op melk alleen leidt niet altijd tot verbeteringen.
Een eenzijdige optimalisatie op melk kan ook leiden tot een kwetsbaar systeem: een hoge melkproductie is een topprestatie, maar vergt veel van het management en er mag niets misgaan in de voeding en verzorging van de dieren. Een bredere optimalisatie in de melkveehouderij kan om twee redenen interessant zijn: je produceert in Nederland meer rundvlees en de weerbaarheid van zo’n systeem zouden we wel eens nodig kunnen hebben om beter om te kunnen gaan met de effecten van klimaatverandering.
Een gedetailleerde beschrijving is te vinden het artikel: global financial crisis essay papers van Theun Vellinga en Marion de Vries in Agricultural Systems Volume 162, May 2018, Pages 136–144.
Mooi betoog
Beste Theun,
Met veel belangstelling heb ik dit rapport gelezen. “Eindelijk iemand die de melkveehouderij in het juiste perspectief zet”, was mijn eerste reactie.
Ik roep al jaren dat zaken als ‘voerefficiëntie’ en dergelijke altijd worden berekend op basis van melkproductie..
gr, stef
PS. We gaan een samenvatting van dit rapport in ons magazine publiceren met bron vermelding.
Blaarkop,Brandrode rund,MRIJ ,Lakenvelder en rode Fries zullen zeker duurzamer produceren door langere levensduur en door de vele generaties lang uitgevoerde selectie op de in hun ecologische regio groeiende grassen en gewassen (Brandroden kunnen van buunt en hei melk en vlees maken).
Dit onderzoek steunt de vermoedens,doch nader onderzoek is nodig.Laat ondertussen deze zeldzame runder rassen niet door een ministeriele beschikking ten onder gaan! JJM van Riel Dierenarts
Waarom goede vlees alleen kopen en duurder bij de slager en niet bij de kruidenier .
Net als brood en melk