Ratten in Nederland
Afgelopen week was ik een ochtend druk met cameraopnamen van het NTR-televisieprogramma De Kennis van Nu over ratten in Nederland. De journalisten waren geïnteresseerd geraakt in dit onderwerp omdat het lijkt alsof er steeds meer ratten in Nederland voorkomen. Maar eigenlijk zijn hier niet of nauwelijks betrouwbare gegevens over. Registratie laat te wensen over, en de vraag wie hiervoor verantwoordelijk is wordt vaak niet beantwoord. Een aantal jaar geleden dacht men vanuit de overheid dat het plaagdierprobleem was opgelost door goede bestrijding met gif, maar niets blijkt minder waar.
Ratten zorgen voor knaagschade, bevuiling van voedselvoorraden en kunnen ziekteverwekkers overdragen. De belangrijkste ziekteverwekker die ze in ons land bij zich kunnen dragen is waarschijnlijk de Leptospira-bacterie, verantwoordelijk voor de Ziekte van Weil (ook wel leptospirose genoemd). Er vindt in Nederland geen regelmatige screening plaats naar deze ziekteverwekker, terwijl toch regelmatig mensen ziek worden die in of nabij open water recreëren. De bacterie kan worden overgedragen door urine die in dit water terecht komt. Zo werden eind augustus nog een aantal triatleten ziek door het zwemmen in de Kromme Rijn nabij Wijk bij Duurstede. Ik hou het voorlopig maar even bij het zwembad.
Knaagschade
Daarnaast is een groot probleem de knaagschade. Ik denk dat veel branden in bijvoorbeeld boerderijen ontstaan doordat ratten en muizen de elektriciteitskabels aanknagen, waarna er kortsluiting ontstaat en vervolgens de dakisolatie vlam vat. De boerderij gaat dan in vlammen op en de dader ligt (letterlijk) op het kerkhof. Het beste is natuurlijk het voorkomen van de aanwezigheid van ratten door netjes te werken, geen voedsel te laten slingeren, deuren goed af te sluiten en bosjes en materieel rondom de bedrijven te beperken. Maar in sommige gevallen is bestrijding toch noodzakelijk.
Onderzoek naar genetische resistentie
Een groot probleem bij de bestrijding van bruine ratten is het optreden van genetische resistentie. Bruine ratten kunnen minder gevoelig of zelfs helemaal ongevoelig (‘resistent’) worden voor veelgebruikte gifstoffen door het optreden van een mutatie. Bij Wageningen University & Research kijken we hoe vaak dit soort mutaties optreden. Uit onderzoek uit 2012 bleek dat dat bij ongeveer een kwart van de bruine ratten het geval was. Binnenkort starten we weer een nieuwe ronde van onderzoek, waarbij we plaagdierbeheersers vragen om stukjes oorweefsel van dode bruine ratten naar ons op te sturen. Zo hopen we een meer dynamisch beeld te krijgen van de ontwikkeling van resistentie in ons land. Wilt u hierover meer weten, dan raad ik aan om op 22 september a.s. om 19.20 uur te kijken naar het wetenschapsprogramma De Kennis van Nu op NPO2.