Voederwaardeprijzen helpen bij keuze rundveevoeders
Wist u dat de webpagina met de maandelijkse voederwaardeprijzen de meest bezochte pagina onder Wageningen Livestock Research is? Veehouders gebruiken de prijzen bij de aankoop van ruwvoer, mengvoer, enkelvoudige grondstoffen of vochtrijke krachtvoeders. Ze willen graag weten wat op hun bedrijf het best past.
Toch hoor ik regelmatig: “Wat kan ik nou met die voederwaardeprijzen van jullie?” Of “Waar kan ik raapzaadschroot voor die prijs kopen?” en “Waarom is mijn krachtvoer duurder dan op jullie site?” We komen dan al snel uit bij de toepassing van de voederwaardeprijzen.
Berekening voederwaardeprijzen
Berekening van de voederwaardeprijzen op voederwaardeprijzen.nl wordt mogelijk gemaakt door de https://weblog.wur.eu/easy-essay-on-rainy-season-in-marathi/ (FND). Melkvee en vleesvee hebben ieder een eigen energieprijs en eiwittoeslagprijs. Die prijzen worden berekend met actuele marktprijzen voor mengvoergrondstoffen, franco geleverd aan de mengvoerfabriek. Vergelijkbare enkelvoudige voeders geleverd op een rundveebedrijf kosten al gauw enkele euro’s meer omdat daar vaak meer transportkosten bij komen.
Uit de beschikbare grondstoffen worden de prijzen van een reeks praktijkmengvoeders met uiteenlopende DVE-gehalten berekend. Binnen de gestelde eisen wordt de prijs per mengvoeder zo laag mogelijk gehouden. Daar tellen we nog 6 euro per 100 kg bij voor het samenstellen, produceren en distribueren van mengvoeders. Opgeteld komen we dan uit op een de prijs franco boerderij, exclusief btw.
Toeslagen voor eiwit
Uit de prijzen van de mengvoeders berekenen we vervolgens de kVEM- en kVEVI-prijs plus de toeslagprijs per kg DVE. Een hoge DVE-toeslag komt door relatief dure eiwitrijke grondstoffen. De uitgangspunten voor de berekeningen worden overigens jaarlijks geactualiseerd. Zo is de genoemde verwerkingstoeslag per 1 januari met 50 eurocent verhoogd naar 6 euro per 100 kg. Ook wordt door de practice gmat essay promptshet fosforgehalte in melkveevoeders beperkt tot 2,2% van het ruweiwitgehalte. Lees de recentste aanpassingen in ons bericht bigfoot essay.
Mengvoer of vochtrijk? Een voorbeeld
Stel je hebt voldoende ruwvoer, maar zoekt een eiwitaanvulling van jouw snijmaïsrijke rantsoen. Dan kun je voor een eiwitrijk mengvoer kiezen, maar kan bijvoorbeeld ook bierbostel passen. Per 17 januari is de kVEM-prijs 16,0 en de DVE-toeslagprijs 75,5 eurocent. De waarde van bierbostel is dan € 53,80 per ton, terwijl de marktprijs volgens de vakbladen € 49,30 is (92% van de voederwaardeprijs). Met een marktprijs onder de 100% kan bierbostel dus aantrekkelijker zijn dan eiwitrijk mengvoer, mits je daarvoor opslagcapaciteit, arbeid en machines (zoals voermengwagen) hebt. Bierbostel heeft bovendien een OEB van +55, die niet in de voederwaardeprijs wordt meegenomen, maar in een eiwittekortsituatie wel bijdraagt aan de eiwitvoorziening.
Uitgebreidere vergelijking van de aankoopprijs van voeders met hun voederwaardeprijs kun je vinden in de vakpers en op websites van leveranciers.
Tot slot
Krantenkoppen zoals “VEM-prijs gedaald” of “Eiwit duurder” zeggen onvoldoende over het prijsverloop van voeders. Om de werkelijke waarde van een voedermiddel te berekenen moet je dus altijd de eiwitwaarde bij de energiewaarde optellen. Anders ontstaat een scheef beeld. Enkelvoudige mengvoergrondstoffen geleverd op een rundveebedrijf zijn vaak enkele euro’s duurder dan die wij in onze berekeningen gebruiken. Vergelijking van marktprijzen van voeders in de praktijk met hun voederwaarde kan helpen om aantrekkelijk geprijsde voeders op te sporen. Ook is ‘speciaal’ krachtvoer in de praktijk duurder dan de basisvoeders waar wij de voederwaardeprijs op baseren.
Tja, en soms is krachtvoer dan inderdaad wat duurder, bijvoorbeeld door aanvullende minimumeisen voor grondstoffen zoals maïs en pulp, of door extra eiwit of zetmeel.