Studiekeuzekind

Wat wil ik later worden?

‘Wat wil ik later worden’. De praktijk is dat studenten dit meestal pas in de laatste fase van hun studie ontdekken. En dan nog vaak van beroep veranderen. Bijna niemand blijft echt in zijn of haar eerste baan ‘hangen’. Hoe gaat dat eigenlijk… de overgang van student naar werknemer? Dianne Meijsen vertelt hierover.

wat wil ik worden

Dianne Meijsen

Wat kun je daar eigenlijk mee worden?

‘Wat kun je daar eigenlijk mee worden? Een vraag die veel studenten bij familieverjaardagen regelmatig te horen krijgen. Een begrijpelijk vraag, aangezien de meeste bacheloropleidingen zo breed zijn dat je echt alle kanten op kunt met je diploma. (lees ook: wat is een bacheloropleiding precies) Maar dus ook lastig, want ik had geen concreet antwoord van een rijtje beroepen. Dit gaf mij een dubbel gevoel: enerzijds is het fijn om te kunnen dromen over de mogelijkheden, maar anderzijds kwam de eindstreep van de studententijd steeds dichterbij. De drang naar duidelijkheid werd dan ook steeds groter: wat wil ik later worden?’

Wat wil ik later worden?

‘Tijdens mijn bachelorstudie Sociologie had ik een bijbaan gevonden bij de communicatieafdeling van de universiteit. Hier kwam ik erachter dat ik het leuk vind om me bezig te houden met het duidelijk overbrengen van informatie. Ook merkte ik dat ik de doelgroep jongeren interessant vind, omdat het een dynamische doelgroep is. Deze inzichten hebben mij geholpen met het kiezen van mijn master Communicatiewetenschap. Gedurende mijn bachelorjaren werd me steeds duidelijker welke master ik het leukste vond. Met die master ga je je eigenlijk pas echt specialiseren en voorbereiden op de arbeidsmarkt’.

Praktijkopdrachten

‘Richting het einde van mijn master kwam ik door praktijkopdrachten steeds meer achter wat ik zelf zoek in een baan. Zo wilde ik het liefst in Nijmegen blijven wonen, in het onderwijs werken en niet alleen maar kantoorwerk doen. Daarom besloot ik om al eens rond te kijken in de snoepwinkel van ‘grote-mensen-banen’, om te zien of dit een realistisch verwachtingspatroon was. Al snel stuitte ik op een functie die me wel wat leek: communicatiemedewerker bij de rechtenfaculteit. Hierbij houd je je onder andere bezig met de organisatie van voorlichtingen en de introductieweek voor aankomend studenten. Ondanks dat ik nog aan het studeren was, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en een brief geschreven. Onverwacht was het een paar weken later zover: mijn eerste werkdag. Ik zou tot mijn afstuderen 2 dagen gaan werken, en daarna 5 dagen’.

Wat wil ik later worden? Mezelf opnieuw uitvinden

‘Met een nieuw aantekeningenschrift onder de arm en een online plansysteem achter de hand startte ik gemotiveerd aan mijn eerste baan. Al snel had ik het naar mijn zin, al viel werken me tegelijkertijd zwaarder dan gedacht. Ik moest mezelf echt een beetje opnieuw uitvinden in deze situatie. Want wie ben ik als professional? Zijn mijn oversized truien niet te business casual? Welke grapjes kun je eigenlijk niet maken? Wie tutoyeer en wie vousvoyeer je? Hier groei je natuurlijk vanzelf in, maar het is toch ook echt een beetje aftasten’.

Werken is wennen

‘Verder is het werken van half 9 tot 5 ook even wennen. Daar waar de meeste van mijn vrienden nog studeren, moet ik het sociale contact zoveel mogelijk tot het weekend beperken. Maar dan moet ik ook bijkomen en sporten en het huis schoonmaken. Inmiddels heb ik hier al meer mijn draai in gevonden. Het grote positieve punt van werken versus studeren (naast inkomen) is namelijk ook dat je werk klaar is als je naar huis gaat. Als student ben je nooit klaar, omdat je altijd nog wel een opdracht moet maken of een tekst moet lezen. Werkritme zorgt voor minder vrijheid, maar ook voor meer rust’.

Wat wil ik later worden? Kan ik die vraag ooit helemaal beantwoorden?

‘Wat wil ik later worden? Ik denk een vraag die ik nooit helemaal zal kunnen beantwoorden. Wil ik de rest van mijn leven deze baan houden? Nee. Maar op dit moment past het bij me en heb ik het naar mijn zin. Wie weet komt er over een paar jaar iets heel anders op mijn pad, of misschien wil ik dan wel iets heel anders. En dan is het fijn dat universitaire opleidingen zo breed zijn: zolang je in beweging blijft, komt het allemaal wel op zijn pootjes terecht’.

Die baan komt later wel…

‘Die baan komt dus vanzelf later. Het is juist belangrijk om in de start van het studiekeuzeproces breed te beginnen met oriënteren. Welke interessegebieden zijn er eigenlijk allemaal en welke opleidingen horen daar bij? Kijk bijvoorbeeld van 7 t/m 10 februari naar de sessies van de Radboud Online Oriëntatieweek en ontdek welke opleidingen er bij de verschillende interessegebieden passen’. Dianne

Lees ook: wat wil je later worden?

 

Mobiele versie afsluiten