De prijs van een banaan
Banaan staat in de top drie van meest gegeten fruit in Nederland. Maar de vraag is hoe lang hij hier nog in de winkel ligt en tegen welke prijs?
Want wat is er aan de hand?
Koop je een appel, dan kun je kiezen uit bijvoorbeeld een Elstar, Kanzi of Goudreinet. Paprika’s zijn er in alle kleuren van de regenboog en tomaten in vele smaken en groottes. Bij een banaan heb je die keuze niet. Overal ter wereld wordt voor de internationale markt een en dezelfde banaan geteeld: de Cavendishbanaan. Deze dominante banaan drukt lokale variëteiten van de binnenlandse markten in onder meer India en Oost-Afrika. Ook is het een extreme monocultuur, en dat maakt het gewas kwetsbaar voor ziektes.
Tijdens het evenement World Food Day, 14 oktober in Ede, is er ook een excursie naar de Wageningse kassen waar onder andere onderzoek wordt gedaan aan banaan.
Banaan kampt dan inderdaad ook met ziektes. De plant, die groeit in de tropen en subtropen, wordt al jaren geteisterd door schimmels. Overal hebben bananen last van dezelfde blad- en bodemschimmels. De bladschimmel veroorzaakt de Black Sigatokaziekte. Telers kunnen die ziekte alleen bestrijden door bestrijdingsmiddelen op het gewas spuiten. Maar dat moet steeds intensiever, tegen steeds hogere kosten en milieuschade.
Biologische teelt gaat dit bestrijdingsmiddelengebruik niet oplossen. Krijgt de plant symptomen van Black Sigatoka, dan kunnen telers de bladeren afknippen. Maar van een plant die nauwelijks meer bladeren heeft valt de oogst ook terug. Bovendien zijn bananen die zijn aangetast met Black Sigatoka ongeschikt voor de export: ze zijn rot voordat ze in de winkel liggen.
Steeds meer land onbruikbaar voor bananenteelt
De bodemschimmel (voluit Fusarium oxysporum f.sp. cubense) veroorzaakt de zogeheten Panamaziekte, naar de plek waar hij het eerst werd geconstateerd. De Cavendishbanaan was daar lang tegen bestand, tot een nieuwe stam van deze schimmel toesloeg, Tropical Race 4. De bodemschimmel dringt via de wortel de bananenplant binnen en zorgt er voor dat de plant afsterft. Is een perceel er eenmaal mee besmet, dan is verdere teelt van banaan onmogelijk, ook van de lokale variëteiten.
Door de wereldwijde teelt van Cavendish heeft de Panamaziekte zich, ondanks quarantainemaatregelen, snel over de wereld weten te verspreiden. Grote delen van plantages in landen als Jordanië, Mozambique, China, de Filipijnen, Pakistan en Australië zijn door Panama-ziekte onbruikbaar voor het telen van bananen. Alleen Latijns-Amerika is nog vrij van TR4.
Steeds meer bestrijdingsmiddelen
Zo is er sprake van een vicieuze cirkel met een neerwaartse spiraal: er wordt steeds meer gespoten tegen steeds hogere kosten en steeds meer gebieden worden ongeschikt voor bananenteelt. Dat kan zo niet langer door gaan. Voor de bestrijding van Black Sigatoka met fungiciden vond Pablo Chong Aguirre in zijn promotieonderzoek al aanwijzingen dat we een omslagpunt naderen. “We kunnen erop wachten dat consumenten of wetgevers terugdringing van gebruik van bestrijdingsmiddelen gaan afdwingen”, zie plantenziektekundige Gert Kema van Wageningen University & Research, die is gespecialiseerd in bananenziektes.
In Europa zouden we het nog wel redden zonder banaan, ook al is het een geliefde fruitsoort. Maar in ontwikkelingslanden hoort banaan tot het basisvoedsel, zoals aardappels dat voor ons zijn. “De ziekten tasten dus niet alleen de banaan aan, maar hebben ook grote gevolgen voor de samenlevingen die banaan produceren”, benadrukt Kema.
Kunnen we dan beter alleen nog biologische of Fairtrade bananen kopen? “Dat is natuurlijk altijd goed”, zegt Kema, “maar het zal slechts een druppel op een gloeiende plaat zijn. Want dat zijn net zo goed Cavendishbananen.”
Wat is dan de oplossing?
De enige duurzame oplossing is de ontwikkeling van nieuwe rassen. “We zullen moeten zorgen voor meer genetische variatie in banaan om duurzame productie te realiseren en de inkomens van miljoenen boeren veilig te stellen”, zegt Kema. Het gaat niet alleen om onze banaan. “We hebben hierin ook een sociale verantwoordelijkheid.” Het aantal veredelingsprogramma’s in de wereld is echter op een hand te tellen. “Dat is verbazingwekkend weinig voor zo’n belangrijk voedsel, fruit en vezelgewas”, aldus Kema.
“Meer genetische variatie in banaan is nodig om duurzame productie te realiseren en de inkomens van miljoenen boeren veilig te stellen”
Maar hoe zorgen we dat er meer geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling van nieuwe rassen? Wiens verantwoordelijkheid is het om daarin te investeren?
Het wordt tijd dat we ons realiseren wat de productie van onze banaan kost aan investeringen in teelt, arbeid, verpakking, transport, rijpfaciliteiten en handel, aldus Kema. “Er zijn in Nederland supermarkten die beloven dat bananen nooit duurder zijn dan een euro per kilo. Dat zet de hele keten onnodig onder druk. Als alle handelaren per doos, zeg, een halve cent in een fonds zouden stoppen voor onderzoek om de teelt duurzamer te maken, dan kunnen we dit hele verhaal een positieve wending geven. Maar dat lijkt niet bespreekbaar.”
Wat vindt u, wie moet dat onderzoek naar nieuwe rassen betalen? Hoe vindt u dat dit geregeld moet worden? Reageer onderaan deze pagina.
Lees en kijk verder
- Nieuwsbericht inaugurele rede Gert Kema, over wat er nodig is om de banaan te redden
- Het Klokhuis maakte een aflevering over bananenziekten met Gert Kema
- Nieuwsbericht: Panamaziekte door één Fusariumschimmel
- Nieuwsbericht over WUR-onderzoek naar effect Fairtrade op leven plantagewerknemers
- Informatie van het Voedingscentrum over banaan
- Het evenement World Food Day op 14 oktober in Ede is onderdeel van de Dutch Agri Food Week
Crowdfunding? Ik wil wel helpen 🙂
Bij mijn weten zijn er voldoende banaan rassen.
De markt en de gewasbeschermingsmiddelen. De grote concerns
bepalen een groot deel van de markt.
WUR en NL hebben hiermee goud in handen. Wanneer de NL overheid en bijv. NL pensioenfondsen investeren en goede octrooien regelen en goede afspraken maken rond return on investment dan is naar mijn mening de WUR voorlopig niet alleen uit de kosten maar ook een goed voorbeeld voor andere universiteiten. Daarmee is ook onderzoek én het studeren weer betaalbaar te maken. Een goudmijn dus. Nu de koopman/vrouw nog.
Met bijgevoegde links wil ik een punt maken mbt maatschappelijke verantwoordelijkheid die u kunt nemen bij het kiezen van commerciele partijen die uw onderzoek financieren. U heeft de keuze het tij te keren met dit goud in handen
https://www.ftm.nl/artikelen/bier-is-gezond-zegt-de-wetenschap-ingefluisterd-door-heineken?utm_medium=social&utm_campaign=sharebutton&utm_source=twitter
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/maatschappelijk-verantwoord-ondernemen
Ik denk dat in principe de financiering door de huidige producenten en/of vermarkters moet gebeuren. Gezien de heldere probleemstelling in het stuk denk ik dat er ook wel andere financieringen denkbaar zijn. Maak mij zorgen dat WUR/Gert Kema wellicht voorbij gaan aan zaken die er al elders in de wereld, maar ook dicht bij huis (in/om Wageningen) op dit gebied gebeuren. Ben van mening dat alleen door krachtenbundeling met strakke projectleiding er resultaten op redelijke termijn mogelijk zijn
Prijs van bananen verhogen evenals bij vlees geen kiloknallers meer.
Supermarkten dienen een verplichte vergoeding voor onderzoek te betalen ,maar dat geldt voor veel producten.
Stellen dat biologisch of fair trade slechts een druppel op een gloeiende plaat is, is self-fulfilling fatalisme. Er is bereidheid bij consumenten en bedrijven, – en die is groeiend – om een faire prijs voor produkten als bananen te rekenen en te betalen. Als de retail en handel daarbij zijn verantwoordelijkheid gaat nemen en duurzaamheidseisen gaat stellen aan te verkopen produkten (zie o.a. de inzet van Eosta) valt er in de keten geld vrij te spelen om te investeren in duurzame teelt en vernieuwing van rassen. We moeten het nu nog doen met koplopers op dit terrein, maar laten we samenwerken tussen bedrijfsleven, financiers en overheid t.b.v. versterking hiervan.
Wie betaald onderzoek naar nieuwe aardappelrassen, groente zaden, tarwe rassen, uienrassen enz. Als je deze vraag beantwoord weet je ook waar je moet zijn voor de bananen!
Je kunt van elkaar beconcurrerende marktpartijen niet verwachten dat zij vrijwillig een fonds aanleggen. Zelfs niet als het op de lange termijn hun eigen voortbestaan in gevaar brengt. Concurrentie werkt korte termijn denken in de hand. Daarom hebben we overheden die belastingen en heffingen opleggen om daar werken voor het algemeen belang mee te bekostigen. Onderzoek om de bananenteelt te redden is zo’n algemeen belang. Is het niet direct dan wel indirect. Geen bakbananen in Afrika doet de migratiestromen alleen maar toenemen en dat is voor niemand goed. Dus: heffen. Het meest geëigende orgaan lijkt mij dan onze “wereldoverheid”: de VN. En als dat niet kan dan maar de EU. Die hebben de nodige ervaring met heffingen.