Overgang naar kringlooplandbouw is gezamenlijke keuze
In de Mansholtlezing van 19 september schetst Wageningen University & Research met een overgang naar kringlooplandbouw een nieuw perspectief voor agrarisch Nederland. Vanuit een wetenschappelijke hoek, en in Europees perspectief. Maar hoe kijkt u daar tegenaan?
In deze longread leggen we uit wat volgens ons kringlooplandbouw inhoudt en betekent. Niet terug naar de tijd van voor Sicco Mansholt, die vijftig jaar geleden de Europese landbouw radicaal wist te moderniseren. De landbouw kampte met een hoge ziektedruk, te weinig meststoffen en een voortdurend risico op misoogst. Maar naar een circulaire landbouw waar naast een goede opbrengst ook zuinig wordt omgesprongen met grondstoffen en energie, en die zo min mogelijk natuur, milieu en klimaat belast. De noodzaak voor duurzame, betaalbare, gezonde en veilige voeding voor de toekomst speelt niet alleen in Nederland, maar in heel Europa en wereldwijd.
Landbouwvisie
Ook minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelde in de landbouwvisie ‘Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden’ die ze op 8 september presenteerde kringlooplandbouw centraal. De huidige landbouw, gebaseerd op kostenverlaging en productieverhoging, is volgens haar onhoudbaar geworden. ‘We kunnen de toekomst van onze voedselvoorziening alleen veiligstellen als we overstappen op kringlooplandbouw’, schrijft Schouten. ‘We moeten immers voorkomen dat we bodem, water en grondstoffen uitputten en de temperatuur op aarde onaanvaardbaar verhogen. Kringlooplandbouw is daar een onontkoombaar en sluitend antwoord op. Het is een omslag waar ook praktijkervaring mee is opgebouwd en steun voor is in de samenleving. Daar wil ik op voortbouwen.’
Breed gedragen transitie
Maar zo’n transitie lukt alleen als die breed gedragen wordt. Kringlooplandbouw vraagt een gezamenlijke zoektocht van boeren, betrokken burgers, bedrijven en onderzoekers naar het optimaal combineren van ecologische principes en moderne technologie, met nieuwe partnerschappen, nieuwe verdienmodellen en maatschappelijke diensten. Uiteindelijk kiest ieder bedrijf zijn eigen partners en werkwijze. Het is geen blauwdruk. Heterogeniteit is noodzaak.
Hoe kijkt u hier tegenaan? Wat zijn voor u belangrijke punten als het gaat om kringlooplandbouw? Waar ziet u belangrijke kansen? Wat zijn belangrijke randvoorwaarden?
Lees meer over kringlooplandbouw
- Longread: Kringlooplandbouw: een nieuw perspectief voor de Nederlandse landbouw
- Ons dossier Kringlooplandbouw
- De Mansholtlezingen, georganiseerd door WUR voor het bespreken van het Europese beleid en de Europese vraagstukken in ons domein: voeding, landbouw en duurzame bestaansmiddelen.
- Nieuwsbericht: Landbouwvisie Kabinet biedt wenkend perspectief voor circulaire en natuurinclusieve landbouw
- Engelse versie van deze blog: Transition to circular agriculture is a joint process
Goed initiatief! Ik verbaas mij er wel over het gebrek aan reflectie. In feite moeten we terug naar waar we vandaan komen, begin 20-ste eeuw, voor de introductie van de kunstmest. Zelfs Justus von Liebig zelf vond zijn ‘uitvinding’ gevaarlijk en pleitte ervoor om dit niet te gebruiken. Het is opmerkelijk dat we het systeem van eeuwenoud nu ineens terminologie meegeven als ‘Europees perspectief’ en ‘visie’ en ‘kringlooplandbouw’. Mooie woorden voor hoe onze voorouders boerden. Natuurlijk kon je niet meer vee houden dan er voedsel was, en niet meer gewassen dan mest! Door onze heb-/vraatzucht zijn we zo verloren geraakt dat we nu door de Universiteit moeten laten onderzoeken hoe we dit probleem moeten oplossen. Dus ik mis wel een filosofische, refelectieve component in het verhaal. Niet voor een leuk verhaal, maar om er voor te zorgen dat we niet steeds opnieuw dezelfde fouten maken (en erger nog, deze fouten exporteren onder het mom van ontwikkelingshulp).
Ja, terechte opmerking. Aan de WUR hebben we daarom ook filosofen en sociale wetenschappers die zich juist ook met dit soort vragen bezig houden.
Kunnen we er ook eens voor kiezen om niet meer maar wel beter voedsel te produceren? Voedsel met smaak bijvoorbeeld. Of langer houdbaar. Of voedsel uit de regio, voor regionale consumptie.
Nog een smakelijke gewone tomaat gegeten de laatste jaren?
Dag Joost, mijn indruk is dat er juist weer veel aandacht is voor smaak en voor regionale producten.
Als hobbyboer en houder van 3 paarden bemest ik mijn hooiland niet meer met drijfmest door een injecteur maar haal ik elke dag de paardenmest uit het weiland en laat ik deze composteren. Een gezonde bodem is gezond voedsel. Na het zien van het filmpje van Meindert Nieuweboer op Youtube hoe slecht injecteren is voor het bodemleven en de bodem ben ik sinds 6 jaar overgestapt om de gecomposteerde mest op het land te verspreiden. Na bodemmonsters uitgevoerd te hebben bleek mijn hooiland door het injecteren weinig bodemleven meer te bevatten en was de bodem erg verzuurd. Nu na 6 jaar is het bodemleven weer terug en krijg ik steeds meer biodiversiteit in mijn hooigras. Injecteren is de grootste fout die de overheid destijds heeft gemaakt om verplicht te stellen. Het kost mij 275 euro om de de gecomposteerde mest uit te rijden terwijl ik met injecteren er geld bij krijg.
Maar dat vind ik niet erg want ik heb al een stapje gezet voor een beter klimaat en mijn paarden krijgen gezond hooi waardoor ik weer dierenartskosten uitspaar voor allerlei kwalen. Mijn visie is: behalve weer terug naar de mesthoop om ook de veestapel drastisch te verminderen. Helaas lees ik daar niets over dat de minister dit van plan is.
Met ‘gezonde’ groet,
Peter de Kort, Sint-Michielsgestel.
Volgens onze deskundigen is het inderdaad een goed streven zoveel mogelijk bodemleven te stimuleren. Daarom vindt er momenteel ook veel onderzoek plaats naar bodemleven en de rol van organische stof daarbij, ondermeer uit mest.
Bodemleven wordt meer gestimuleerd met dikke en bewerkte organische stof fracties dan met kunstmest of dunne mestsoorten. Dus composteren is prima, maar mestkorrrels strooien ook en stromest opbrengen ook.
Met meer dan 400.000 paarden in Nederland zou met paardenmestkringloop ipv injecteren van gier al enorm veel gewonnen kunnen worden. Het is schadelijk en fraudegevoelig gesleep met meststoffen.
Derhalve terug naar schaalverkleining i.p.v. schaalvergroting. Terug naar het “”Dessa-model”” uit het voormalig Nederlands Indie, waarbij al het dorpsafval werd hergebruikt…… Destijds was een rietsuikerfabriek een industrie waarbij de benodigde energie werd opgewekt m.b.v. de resten van de rietstengel (ampas) en als zodanig een industrie waarbij alles werd teruggewonnen.
Plastic afval kan teruggeperst worden tot bouwmateriaal, ook geschikt voor plastic huizen (is nu al verkeersmateriaal)……
Uitlaatgassen kunnen teruggekoeld worden tot brandstof of anderszins…………ook van zeeschepen.
Uit overtollig drijfmest kan fosfaat worden teruggewonnen cq woestijnen in de oceaan worden bemest voor hogere visstand…..olietankers gereinigd………. enz.
Dus werk genoeg voor iedereen over de hele wereld……….ik zou zeggen doe je best…………..Ik kom nog niet verder dan de boel in mijn omgeving opruimen………..maar sta open voor alles
Kringlopen hoeven niet allemaal op kleine schaal worden gesloten. Het uitgangspunt is: dichtbij als het kan, ver weg als het moet. Maar inderdaad zijn terugwinnen en hergebruiken wel de centrale begrippen in de kringlooplandbouw.
Ben in 2003 met het nieuw gemengd bedrijf begonnen .
Na 14 raad van staten zaken is nu na 15 jaar de eerste schop in de grond. Wil de burger wel in kringloop denken?
Nu de minister van LNV het kringloopdenken heeft omarmd, mogen we hopen dat denken in kringlopen de nieuwe norm wordt.
Alle goede bedoelingen en vrome woorden ten spijt, de LNV-nota van minister Schouten kan niet verhullen dat de Nederlandse landbouw een zwaar uit het lood geslagen sector is met een januskop. Hieruit ontsnappen is verre van eenvoudig.
Wat het eerste betreft, de boeren hier hebben een areaal in gebruik van zo’n 6 miljoen ha. en hiervan liggen er nauwelijks 2 miljoen in ons land zelf. Die overige 4 miljoen ha. liggen in vnl. Brazilië, de VS en Thailand, waaruit o.a. maisglutenmeel, sojaschroot en tapioca naar ons land worden vervoerd om als (kracht)voer voor het vee te dienen. De mede hierdoor sterk toegenomen productiviteit heeft van Nederland een agrarische grootmacht gemaakt met een aanzienlijk exportbelang. Intussen is ook de mestproductie sterk vergroot, maar die mest gaat niet terug naar de landen waar al dat voer vandaan is gekomen (“Tot de schijt ons doodt”..). Een ingewikkelde bureaucratie aan regels met een wonderlijke mesthandel, én mestfraude is het gevolg.
Het “andere gezicht” van onze landbouwsector is het feit dat er veel boeren zijn die nauwelijks een fatsoenlijk inkomen kunnen genereren uit hun bedrijf; bovendien zijn er vaak geen opvolgers (bij 50% van de kleinere en middelgrote bedrijven). Zij zitten in een spagaat: enerzijds is er de druk tot (kostenverlagende en productie verhogende) schaalvergroting, maar hoe dit te financieren, zeker wanneer er geen bedrijfsopvolger is?
Sicco Mansholt heeft de landbouw in de toenmalige EEG voor een belangrijk deel “uit de markt” gehaald en vooral in Nederland is dit een heel groot succes geworden, zo groot dat de sector nu over de kop dreigt te slaan, met voortdurend meer regels een steeds bedreigender overbelasting van ons milieu. De LNV-nota geeft een gedetailleerde analyse van de huidige situatie, maar veel concrete aanwijzingen hoe uit de verstikkende malaise te komen, lees je helaas niet. Verdere schaalvergroting is m.i. uit den boze en verder ben ik van mening dat de macht van de “Retail” (nauwelijks meer dan zo’n 10 inkopers lijken de inkoopprijzen te bepalen..) moet worden teruggedrongen en dat de prijs die wij als consument voor ons voedsel betalen beduidend hoger zal moeten zijn.
Tenslotte, vroeger stond er in onze schoolboeken dat “de landbouw in dienst staat van de veeteelt”. In hoeverre díe situatie nu weer gewenst is, is zeer de vraag, maar het zal zeker nog veel tijd vergen voordat we (weer)kunnen spreken van een echte kringloop-landbouw.
Wat betreft de overbemesting ben ik met de heer J.P. Mudde eens. Maar hoe denkt men over de TE GROTE pluimvee stallen. Sinds jaar en dag ben ik op zoek naar een mogelijkheid om i.p.v. PLOFKIPPEN normale wijze pluimvee te houden, normaal bedoel ik, vanaf de eerste dag 82 dagen en op biologische wijze en maximaal 250 dieren. Want als een megastal in de fik vliegt, door welk oorzaak dan ook, wordt al het pluimvee ge-bbq-ed.
Ondergetekende vindt een mega-stal, maar niets is alleen op de euro’s geschoeid, even als de mega en verdieping hoge “varkensstal”………….
Maar helaas, er is hier in mijn omgeving niemand die mij dit aanbied. Maar mocht er toch nog mensen die na het lezen hiervan toch iets kan aanbieden dan sta ik er open voor.
S.R. Janssen