Het wereldvoedselvraagstuk is een veelkoppig monster
In 2050 zijn er tien miljard mensen om te voeden. Nu al gaat de voedselvoorziening gepaard met grote uitdagingen rond milieu, klimaat en gezondheid. Wageningse wetenschappers uit allerlei vakgebieden, van landbouw- en voedingsdeskundigen tot filosofen, doen onderzoek naar deeloplossingen. Hun verhalen zijn gebundeld in het boek ‘Tien miljard monden’, samengesteld door voedseldenkers Jeroen Candel en Ingrid de Zwarte. “We wilden geen rechtlijnig verhaal vertellen, maar alle ideeën samenbrengen.”
Niet lang nadat bestuurskundige Jeroen Candel en historicus Ingrid de Zwarte in september 2019 op de Wageningse campus aan elkaar voorgesteld waren, lag er een plan voor een boek. En een jaar na hun eerste ontmoeting ligt ‘Tien miljard monden’ in de boekhandel. Hierin staan 41 baanbrekende ideeën van 80 Wageningse wetenschappers over gezond en duurzaam voedsel in de toekomst. Van het eten van algen en insecten tot het terugdringen van voedselverspilling. En van het maken van betere keuzes in de supermarkt tot het bestrijden van honger in ontwikkelingslanden.
“We hebben een fundamenteel herontwerp nodig van het hele voedselsysteem.”
Candel en De Zwarte, beiden universitair docent, vertalen hun onderzoeksresultaten graag naar een breder publiek. Zo schreef De Zwarte, werkzaam bij de leerstoelgroep Agrarische en Milieugeschiedenis, eerder een boek over de Nederlandse Hongerwinter tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog en is bestuurskundige Candel columnist bij Foodlog, een nieuwsplatform over onder meer voeding, landbouw en voedselpolitiek. Candel: “Dat vinden we leuk om te doen, maar we vinden het ook een belangrijke maatschappelijke taak van de universiteit om zichtbaar te zijn in het publieke debat.”
Debat is er natuurlijk volop, over de toekomst van de wereldvoedselproductie. Is dat ook de reden dat jullie dit als onderwerp hebben gekozen?
Jeroen Candel: “Er is inderdaad fel maatschappelijk debat over de toekomst van landbouw en voedsel, maar de argumenten die daarbij gebruikt worden staan soms ver af van de huidige staat van de wetenschap. Bovendien gaat het vaak over productie, over landbouw in enge zin, terwijl het wereldvoedselvraagstuk veel breder is.
Wij noemen het een veelkoppig monster, omdat het niet op te lossen is met één wetenschappelijke discipline of met één oplossing. Je hebt echt een veelheid aan perspectieven nodig. En andersom kunnen we soms ook een stapje extra zetten als wetenschappers. Er zijn hele mooie, relevante inzichten in Wageningen die niet altijd hun weg weten te vinden naar het maatschappelijke debat. En dat is jammer. Daarom leek het ons zo’n mooi idee om al die interessante inzichten breed toegankelijk te maken.”
Hoe doe je dat, wetenschappelijke inzichten toegankelijk maken in een boek?
Ingrid de Zwarte: “We hebben een oproep gedaan aan alle wetenschappers binnen WUR, met de vraag wie vanuit zijn of haar expertise een hoofdstuk zou willen schrijven. En we hebben duidelijk gemaakt dat er ruimte was voor het hele brede spectrum aan visies en interpretaties. We wilden geen rechtlijnig verhaal vertellen met een silver bullet solution, maar alle ideeën samenbrengen en zo een nieuwe aanzet geven tot debat. De respons die we kregen was overweldigend. We kregen reacties van landbouwdeskundigen, voedingsdeskundigen, ecologen, technologen en filosofen. Uiteindelijk zijn alle vijf de departementen in Wageningen en bijna alle onderzoeksinstituten in het boek vertegenwoordigd, vanuit zowel fundamenteel als toegepast onderzoek.”
Jeroen Candel: “Bij de selectie hebben we gekeken naar diversiteit van disciplines en onderwerpen, originaliteit en toegankelijkheid voor een breed publiek. Wij hadden zelf een beeld van mensen die interessant onderzoek doen, zoals Imke de Boer, Ken Giller en Erwin Bulte, en deze mensen hebben we persoonlijk benaderd. Maar dankzij de oproep kwamen er ook onderzoekers met onderwerpen naar ons toe waar we nog nooit over hadden gehoord, of over hadden nagedacht.
Neem bijvoorbeeld het verhaal van filosofe Bernice Bovenkerk en haar collega’s. Zij hebben een verhaal geschreven over kringlooplandbouw vanuit het perspectief van het dier. Zij stellen in hun stuk vragen over dierrechten en hoe je dieren inspraak kunt geven in hoe we kringlooplandbouw vormgeven. Waarom moeten de cellen van kweekvlees van koeien komen en niet van mensen? Dat zijn natuurlijk hele intrigerende visies.”
Ingrid de Zwarte: “Wat ik ook een mooi perspectief vind, is wat we in ons boek de Blauwe Revolutie noemen. Als we het hebben over het wereldvoedselvraagstuk, denken we vaak landgericht. Terwijl er veel belangrijk onderzoek gedaan wordt naar hoe we duurzamer en toekomstbestendiger kunnen omgaan met ecosystemen en biodiversiteit in rivieren, zeeën en oceanen. Ook in de aquacultuur kunnen we kringlopen sluiten en op zoek gaan naar alternatieve bronnen van bijvoorbeeld visvoer, zoals waterplanten, agrarische reststromen of afvalproducten. Er zijn op dit vlak enorme stappen te maken.”
Is er in al die uiteenlopende visies en onderwerpen een rode draad te ontdekken?
Ingrid de Zwarte: “Ondanks de tegenstellingen en de controverses is er een grote samenhang te vinden in de verhalen. Er zijn thema’s die we in veel bijdragen terug zagen komen. Die noemen we de oplossingsrichtingen. Eén oplossingsrichting gaat over de transitie van een lineair voedselsysteem, waarbij grondstoffen worden verwerkt tot een product dat vervolgens eindigt als afval of reststroom, naar een circulair voedselsysteem waarbij het verlies van nutriënten minimaal is en grondstoffen zoals gewasresten of mest worden hergebruikt.
Een andere oplossingsrichting is een beter en duurzamer gebruik van de potentie van de natuur. Dan kun je denken aan het gebruik van natuurlijke in plaats van chemische gewasbescherming en het versterken van biodiversiteit. Mariene ecoloog Tinka Murk heeft bijvoorbeeld een mooi stuk geschreven over hoe door de aanleg van kunstriffen in windenergieparken op zee de visstand weer tot bloei kan komen.”
Jeroen Candel: “Ook de rol van technologische innovaties is ontzettend belangrijk. We hebben een aantal hoofdstukken die laten zien dat high tech erg kan helpen bij het versnellen van duurzaamheid. Het verhaal van levensmiddelentechnoloog Tiny van Boekel laat bijvoorbeeld zien dat mensen heel huiverig zijn voor dingen als E-nummers en genetische modificatie, maar dat ons voedsel juist van hoge kwaliteit en heel veilig is dankzij dergelijke innovaties. Ik was geen technofoob, maar ben wel een stuk tech-optimistischer geworden door dit boek. Daarbij moeten we natuurlijk wel het gesprek aangaan over prangende ethische vragen rond het gebruik van technologie.”
Ingrid de Zwarte: “Een andere belangrijke conclusie van het boek is dat we moeten erkennen dat het voedselvraagstuk ook écht een mondiaal probleem is. We zien in verschillende hoofdstukken dat de uitdagingen per regio verschillen, maar dat de oplossingen wereldwijd verbonden zijn. En dat we in Wageningen ook kunnen leren van experimenten in het buitenland, zoals de lighthouse farms. Dit zijn innovatieve boerderijen uit alle hoeken van de wereld die als inspiratie dienen voor duurzame voedselsystemen.”
Wat willen jullie dat er met de verzamelde kennis in dit boek gebeurt?
Ingrid de Zwarte: “We zijn door dit boek in het idee gesterkt dat er geen simpele oplossing is voor het wereldvoedselprobleem. En we kunnen het probleem ook niet bij een bepaalde groep binnen de voedselketen neerleggen. We hebben een fundamenteel herontwerp nodig van het hele voedselsysteem. Op basis van de inzichten van dit boek kun je hoopvol zijn over de verschillende oplossingsrichtingen die er vanuit de wetenschap zijn, maar of het van plannen naar realisatie naar impact gaat, hangt voor een groot gedeelte af van politiek en bestuur. Er zijn veel stappen die nu gezet kunnen worden, maar dan moeten alle verschillende actoren ook echt nu in beweging worden gezet, niet pas over tien jaar of over twintig jaar.”
“De overheid moet het voortouw nemen in de transitie naar een duurzamer, gezonder en eerlijker voedselsysteem.”
Jeroen Candel: “Dit boek biedt daar inspiratie voor, van boer tot consument. Er zijn heel veel goede ideeën, maar er is wel echt een versnelling nodig. En er moet een partij zijn die daarin regie neemt. Daar ligt een belangrijke rol voor de overheid, om het voortouw te nemen in de transitie naar een duurzamer, gezonder en eerlijker voedselsysteem.”
Het boek ‘Tien miljard monden’ ligt vanaf 16 oktober (World Food Day) in de lokale boekhandel. Ook te verkrijgen via de webshop van uitgever Prometheus. Lees nu alvast twee fragmenten uit het boek: Een circulair voedselsysteem: nut en noodzaak (door Imke de Boer en Evelien de Olde) en Hightech voedsel: zegen of vloek? (door Tiny van Boekel).
Meer lezen
- Meer over het boek ‘10 miljard monden‘
- Twee fragmenten uit het boek: Een circulair voedselsysteem: nut een noodzaak (door Imke de Boer en Evelien de Olde) en Hightech voedsel: zegen of vloek? (door Tiny van Boekel)
- ‘De overgang naar een duurzamer voedselsysteem is onontkoombaar’, artikel WUR over SAPEA-rapport
- Impact van COVID-19 op Nederlandse voedselbanken, artikel van Jeroen Candel en Ingrid de Zwarte
- Interview met Jeroen Candel op Radio 4 over de boerenacties
- Ingrid de Zwarte bij Nieuwsuur over haar boek De Hongerwinter
- Dossier De wereld voeden
- Lees dit artikel in het Engels
Het voedselvraagstuk. Om dit vraagstuk op te lossen wordt er vooral gekeken hoe het aanbod van voedsel vergroot kan worden, vrijwel nooit wordt er gedacht over hoe de vraag naar voedsel verlaagd kan worden.
De afgelopen 220 jaar is het aanbod van voedsel dusdanig gestegen dat de wereldbevolking van 1 miljard in 1800 kon doorgroeien tot 7,8 miljard nu. Natuurlijk kunnen we met slimme oplossingen het voedselaanbod vergroten waardoor er misschien wel 10 miljard mensen kunnen worden gevoed. Maar hoe meer mensen hoe meer de natuur moet wijken voor voedselproductie. Oerwouden worden nog steeds gekapt/verbrand voor landbouw. Van alle zoogdieren op aarde leeft nog slechts 4% in het wild, de overige 96% zijn de mens en zijn gedomesticeerde (landbouw)huisdieren. Hoe groter de populatie mensen werd, hoe meer de biodiversiteit afnam. Als een populatie dieren explosief groeit waardoor het ecosytsteem ontwricht raakt spreekt de mens van een plaag. De milieuproblemen komen onder andere voort uit het feit dat we met zoveel veel mensen zijn. Helaas zijn mensen al talloze grenzen overgegaan, denk aan de klimaatcrisis. Daardoor staat de mensheid nu tegenover de natuur. In dat conflict hebben wij geen onderhandelingspositie. Als wij winnen en de natuur gaat onderuit, gaan wij ook onderuit – zonder natuur kunnen wij niet leven. In de natuur is het zo geregeld dat als er bv. veel voedsel is voor muizen, waardoor ze veel jongen kunnen groot brengen, ook de roofdieren die op de muizen jagen meer jongen kunnen grootbrengen door het grotere aanbod van muizen. Doordat er meer roofdieren komen die meer muizen vangen zal de populatie muizen weer dalen, waardoor ook de populatie roofdieren weer zal dalen. Het draait in de natuur om evenwicht. De mens heeft zijn voedselproductie in eigen hand, de roofdieren die op hem jaagden uitgeroeid en gezondheidszorg waardoor sterfte wordt voorkomen. Als de natuur de menselijke populatie niet meer kan begrenzen, moet de meest slimme soort op aarde misschien zichzelf in aantal begrenzen. Hoeveel mensen kunnen er eigenlijk maximaal duurzaam leven op aarde? Gaan we voor het maximaal aantal mensen of voor het optimaal aantal mensen?
Leeuwarden, 22 oktober 2020
Goedemiddag,
Middels deze reactie wil ik graag een recensie-exemplaar aanvragen van uw uitgave Tien miljard monden.
Wilt u het sturen naar het Friesch Dagblad, Postbus 412, 8901 BE Leeuwarden.
Bij voorbaat hartelijk dank en met vriendelijke groet,
Anneke Hoogland,
redactiesecretaresse Friesch Dagblad
Huh? Nieuwe oplossingsrichtingen ontdekt? Want 1) circulair, 2) met de natuur mee en bovendien 3) high tech nuttig toepassen en 4) mondiaal aanpakken. Dat weet ‘heel Wageningen’ toch al lang? En dus dat er een taak ligt voor de overheid – maar dat wíl die overheid dan weer niet weten.
Kom op Ingrid en Jeroen, beetje peper en zout erbij!