Verandering van weer en klimaat heeft effect op de natuur. Door de stijgende temperaturen begint de lente steeds eerder en de herfst steeds later.
Niet alle planten en dieren reageren hetzelfde op deze veranderingen. Zo klinkt de eerste roffel van de grote bonte specht drie weken eerder dan in 2001, is de eerste vinkenslag nog rond dezelfde tijd te horen en zingt de zanglijster ruim een week later dan voorheen.
Deze vogels – die ’s winters gewoon in Nederland blijven – zijn dus niet allemaal vroeger actief. Aan de hand van de eerste roffel of serenade is nog geen klimaateffect te bepalen. Ook trekvogels die in het voorjaar naar Nederland komen laten maar een beperkte of geen vervroeging zien in de afgelopen vijftien jaar.
“specht, vink of lijster, ze reageren alle anders op klimaatverandering”
Bij planten en insecten is de reactie op klimaatverandering eenduidiger. Planten komen door de stijgende temperaturen eerder in bloei en ook vlinders en andere insecten verschijnen eerder.
Warme winter
Dit jaar hebben we opnieuw een zeer warme winter. In januari 2018 is de temperatuur weer zo’n twee graden boven de huidige normaal voor januari, en in oktober, november en december 2017 was het ook warmer dan anders. De hazelaars begonnen deze winter al in december te bloeien, recordvroeg.
Koolmezen
Dat de verschillen in reacties op klimaatverandering tot problemen kunnen leiden, laat bijvoorbeeld een langlopende studie van NIOO-KNAW naar koolmezen zien van onder meer Marcel Visser, die daarover ook vertelde in zijn oratie als buitengewoon hoogleraar aan WUR. Koolmezen leggen door klimaatverandering steeds eerder hun eieren. Maar de grootste voedselbehoefte van jonge koolmezen valt inmiddels niet meer samen met de piek in het rupsenaanbod, die de hoofdmoot van hun menu vormt. Die rupsenpiek is nog verder naar voren geschoven. Nog vroeger gaan broeden betekent voor de koolmeesouders dat ze zelf voor en tijdens het leggen te hard moeten werken om voldoende voedsel binnen te krijgen waardoor hun eigen overlevingskansen dalen.