Uitgelicht

Fossielvrije mode

Update 2 februari 2022

Ongeveer twee derde van alle textiel wordt geproduceerd uit fossiele grondstoffen en is door een matige kwaliteit vaak ongeschikt voor hergebruik of recycling. Daarom werken Wageningse onderzoekers aan duurzaam geproduceerd en herbruikbaar textiel van natuurlijke grondstoffen, waaronder vezels uit agrarische reststromen zoals blad, stengels en stro. Ook consumenten kunnen bijdragen, door te kiezen voor vintage mode of kleding van gerecycled of gecertificeerd materiaal.

“De verspilling in de mode-industrie is enorm. Heel veel kleding wordt veel te goedkoop geproduceerd en is van dermate slechte kwaliteit dat mensen het al na een paar keer dragen weggooien”, vertelt Paulien Harmsen, senior onderzoeker duurzaam textiel. Hierdoor ontstaat enorm veel textielafval. “Dat gaat om duizelingwekkende hoeveelheden. Een groot deel van het afgedankte textiel dat niet geschikt is om tweedehands te verkopen belandt in de verbrandingsoven.” Daarnaast wordt een klein deel gebruikt als vulmiddel voor isolatiemateriaal.

“We moeten inzetten op kleding die langer meegaat, beter wordt geproduceerd en beter valt te recyclen.”

Paulien Harmsen, senior onderzoeker duurzaam textiel

Veel van onze kleding bevat polyester, polyamide of elastaan, materialen die zijn vervaardigd op basis van fossiele grondstoffen zoals olie. Dat geldt voor circa twee derde van alle kleding die wereldwijd geproduceerd wordt. “Dit valt op grote schaal en zeer goedkoop te produceren.” Toch zal dit in de toekomst anders moeten. Niet alleen raakt de voorraad fossiele grondstoffen op, ook is veel  van het huidige textiel niet of heel moeilijk te recyclen.

Moeilijk recyclebaar

“In de recycling van kleding zien we eigenlijk vooral dat er textiel wordt gemaakt van gerecyclede petflessen. Recycling van textiel naar textiel is meestal te ingewikkeld.” Dat komt doordat veel textiel uit verschillende vezels bestaat die moeilijk te scheiden zijn. Dat zien we al bij spijkerbroeken, die naast katoen en polyester ook elastaan bevatten om het rek te geven.

“Als je echt wil recyclen moet je van tevoren goed kijken hoe je kleding maakt. Door kleding zo te ontwerpen dat de verschillende materialen makkelijk en milieuvriendelijk te scheiden zijn, of dat je maar één vezelsoort gebruikt”, aldus Harmsen. Materialen die niet gemengd zijn, zoals wol en katoen, vallen meestal wel goed te recyclen.

Natuurlijke grondstoffen

“We moeten inzetten op kleding die langer meegaat, beter wordt geproduceerd en beter valt te recyclen.” Om dat te bereiken moeten we textiel vervaardigen van natuurlijke grondstoffen uit de landbouw. “De belangrijkste natuurlijke vezel is momenteel katoen. Voor de katoenteelt wordt vaak veel water gebruikt en daarin valt nog veel te verbeteren, maar met de plant zelf is niks mis.” Maar textiel kan mogelijk ook worden gemaakt van plantaardige materialen uit agrarische reststromen.

Wageningen University & Research heeft vorig jaar een breed onderzoeksprogramma naar duurzaam textiel opgezet. Uiteenlopende onderzoekers binnen de instelling zijn hierbij betrokken, van technische materiaaldeskundigen zoals Harmsen tot bijvoorbeeld consumentenwetenschappers. Allerlei aspecten van duurzame kleding komen aan bod, van recycling en hergebruik en de ontwikkeling van nieuwe materialen tot consumentengedrag. In dit brede onderzoeksprogramma zet Harmsen als inhoudelijk expert de lijnen uit.

Haar eigen onderzoek richt zich vooral op duurzame grondstoffen voor de productie van textiel, zoals reststromen uit de landbouw. Nu verdwijnt veel van dit afval nog in biovergisters of in verbrandingsovens. Harmsen: “In deze reststromen kunnen vezels zitten waarvan textiel kan worden gemaakt.” Daarnaast zit er cellulose in hout, plantenstengels en blad. Cellulose is de basis van de textielsoort viscose. “En anders kunnen er van suiker, de kleinste bouwstof in deze plantaardige materialen, altijd nog synthetische stoffen worden vervaardigd.”

Rijst, bananen en tarwe

Onlangs rondden de wetenschappers een internationaal onderzoek af naar gebruik van landbouwreststromen voor kleding in Zuidoost-Azië. De onderzoekers bekeken meer dan veertig gewassen die geschikt zijn voor de productie van vezels voor de mode-industrie, waaronder bananenstengels en rijststro. Nu hebben de Wageningse onderzoekers hun blik op Europa gericht, op onder meer gewassen als tarwe en groenafval uit de kassen. “Europa is een mooi werkgebied. In Frankrijk en Duitsland is er nog veel textielindustrie en Oostenrijk heeft een grote vezelproducent”,  zegt Harmsen.

“Al die verschillende processtappen in de vervaardiging van textiel vinden verspreid over de hele wereld plaats. In Europa is er veel verdwenen, maar verschillende bedrijven werken eraan om weer meer textielindustrie terug te brengen naar Europa. De restanten benutten van gewassen die hier groeien, past in het idee van lokaal en duurzaam produceren.”

Belemmeringen voor duurzame productie

Toch zal het nog wel even duren voordat duurzame kleding gemaakt van natuurlijke grondstoffen uit plantaardige reststromen in de winkelrekken hangt. “We kunnen de reststromen niet direct aan de poort brengen van de bestaande industrie, daar zijn de huidige processen niet op berekend. Om met nieuwe grondstoffen te kunnen werken, moeten de producenten hun processen anders inrichten. Dat vraagt om investeringen en moed.” Een deel van het onderzoek wordt samen met de industrie gedaan. De wetenschappers inventariseren ook welke belemmeringen er zijn en hoe deze uit de weg kunnen worden geruimd.

“Consumenten kunnen zelf ook het voortouw nemen, door bijvoorbeeld tweedehands kleding te kopen, of verantwoord geproduceerde kleding.” Foto: Shutterstock.

“Er is meer regelgeving nodig vanuit overheden, om de verantwoordelijkheid daar te leggen waar textiel geproduceerd wordt. Nederland en de EU werken bijvoorbeeld aan Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid om de productie van spullen en kleding schoner en duurzamer te maken.” Daaraan gekoppeld is ook de traceerbaarheid in de hele keten, zodat te controleren is waar en hoe producten zijn vervaardigd. “Hiervoor kunnen we leren van technieken uit de voedselproductie.

Kans voor landbouw

Op termijn zal kleding door schaarste aan grondstoffen sowieso duurder worden. “Hopelijk leidt dat ertoe dat er geen wegwerptextiel meer op de markt komt. We moeten veel bewuster met kleding omgaan.”
Consumenten kunnen zelf ook het voortouw nemen, door bijvoorbeeld tweedehands kleding te kopen, of verantwoord geproduceerde kleding van gerecycled materiaal of biologisch geteelde grondstoffen. “Wat de consument zelf kan doen is simpelweg minder kleding kopen en afdanken”.

Uit onvrede met wat er in de winkels hangt, maakt Harmsen zelf kleding van fossielvrije materialen. Daarbij kijkt ze naar duurzaamheid, maar ook of een stof mooi valt en prettig aanvoelt. “Het is nog niet zo makkelijk om geschikte materialen te vinden. Zo gebruik ik vooral gecertificeerd katoen, mooie wollen stoffen die lang meegaan, oliedoek voor een regenjas, en speur ik naar in Nederland gerecyclede stoffen, een leuke zoektocht.”

In die zin is de noodzaak om over te stappen op natuurlijke vezels ook een kans voor de landbouw, meent ze. “Uiteindelijk zullen alle beschikbare natuurlijke grondstoffen nodig zijn om het enorme gat te vullen dat ontstaat wanneer we geen fossiele grondstoffen meer kunnen gebruiken.”

Meer lezen:

Mobiele versie afsluiten