Om de klimaatdoelen te bereiken, zoekt de industrie naar alternatieven voor stoffen die we uit aardolie halen. We kunnen namelijk vervangende stoffen winnen uit biomassa, zoals agrarische reststromen en gft-afval. Wageningse wetenschappers ontwikkelen daaruit groene alternatieven voor in cosmetica, wasmiddelen, verf en plastic. Dit zorgt niet alleen voor CO₂-reductie, maar is ook beter voor mens, dier en milieu.
Vaatwastabletten bevatten polyacrylaten, chemische stoffen op basis van aardolie. Wageningse onderzoekers hebben uit suikerbietenpulp een product ontwikkeld dat als groen alternatief in vaatwastabletten kan dienen. De industrie kan daarmee de CO₂-uitstoot reduceren. Daarnaast is het nieuwe product ook biologisch afbreekbaar en dus minder schadelijk voor het milieu. ‘Zo sla je twee vliegen in één klap’, vertelt Jacco van Haveren van Wageningen University & Research. Als Programme manager Biobased Chemicals and Fuels houdt hij zich al jaren bezig met de ontwikkeling van biobased producten. De chemische industrie wil grondstoffen niet langer uit aardolie halen maar uit biomassa, zoals agrarische reststromen en gft-afval. Van Haveren pleit ervoor om meteen een stap verder te zetten, en te zorgen dat de nieuwe bestanddelen onschadelijk en veilig zijn.
Schadelijke stoffen
In allerlei producten zoals cosmetica, wasmiddelen, verf en plastic zitten giftige of mogelijk giftige stoffen of hormoon-verstorende weekmakers. Dit soort stoffen kunnen schadelijk zijn voor mens, dier en milieu. Zoals bijvoorbeeld de hars waarmee tramrails in hun bedding worden bevestigd. ‘Dat wordt gedaan met een hars op basis van isocyanaten en dat is schadelijk voor de medewerkers die de rails vastlijmen. We hebben de schadelijke stoffen vervangen door stoffen die deels gebaseerd zijn op plantaardige oliën’, legt Van Haveren uit. De nieuwe hars wordt nu getest in de praktijk.
Afbreekbaar bio-plastic
De onderzoekers zijn ook net begonnen met de zoektocht naar nieuwe ‘biobased’ bestanddelen voor in cosmetica en persoonlijke verzorgingsproducten. Daarnaast zitten in veel producten en verpakkingen niet-afbreekbare plastics. ‘Plastics moeten we zoveel mogelijk van biobased materialen maken en zoveel mogelijk recyclen. Maar als recyclen niet kan, of het plastic onverhoopt toch in het milieu terecht komt, zou je willen dat het sneller afbreekt en ook helemaal afbreekt zodat het niet in het milieu aanwezig blijft. Vooral voor producten die slechts eenmalig of zeer korte tijd gebruikt worden is dit belangrijk’, aldus Van Haveren. Zijn onderzoeksteam zoekt onder andere bouwstenen voor meer duurzame alternatieven voor verpakkingsmaterialen.
“ De combinatie van onderzoek naar fossielvrije, duurzame alternatieven voor in de chemie die ook veilig en onschadelijk zijn is echt uniek in Wageningen. We hebben het grootste en meest langlopende onderzoek op dit gebied.”
Bedrijven en overheid
Veel van dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met bedrijven. ‘Een deel van de industrie wil naast de realisatie van de benodigde CO₂-reductie ook echt vergroenen’, vertelt Van Haveren. Maar voor veel grote chemische bedrijven is dat nog een stap te ver. ‘Ze willen wel CO₂ reduceren door inzet van biomassa, maar liefst doorgaan met het maken van de huidige producten. Het blijft lastig om dingen anders te gaan doen.’ De overheid ondersteunt het onderzoek naar alternatieven voor ‘zeer zorgwekkende’ en schadelijke stoffen echter ook, en Wageningen is daar al lange tijd in actief. ‘De combinatie van onderzoek naar fossielvrije, duurzame alternatieven voor in de chemie die ook veilig en onschadelijk zijn is echt uniek in Wageningen. We hebben het grootste en meest langlopende onderzoek op dit gebied.’