Wordt het water in de sloot zo schoon dat je het zonder problemen kunt drinken? Dat gaat niet lukken, en dat hoeft ook helemaal niet. Drinkwater is een buitencategorie waterkwaliteit. Maar de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Nederland moet wel omhoog.
De waterkwaliteit is sinds de jaren tachtig behoorlijk verbeterd. Daardoor zwemmen er bijvoorbeeld weer otters in de Nieuwkoopse plassen en zalm in de Rijn.
Maar het moet nog beter.
Vooral de concentraties nutriënten (stikstof, fosfaat) en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater zijn een probleem (Adviescommissie water, advies waterkwaliteit 2016; EU Environmental Implementation Review 2017). Dit heeft gevolgen voor de ecologisch en chemische kwaliteit van het water en bruikbaarheid voor onder meer drinkwater.
Uitspoeling
De nutriënten komen in het oppervlaktewater door af- en uitspoeling. Na het opbrengen van mest spoelt een deel van de meststoffen met de regen over en door de bodem naar de sloot en het grondwater. “Er is veel verbeterd, maar er spoelen nog steeds kostbare meststoffen weg naar het grond- en oppervlaktewater”, licht Ivo Demmers toe. Hij is programmaleider Duurzaam waterbeheer bij Wageningen Environmental Research (voorheen Alterra). “Tegelijkertijd lijden de natuur en biodiversiteit onder deze vervuiling, maar ook de vissers en recreanten die gebruik maken van het water. Zij hebben last van vaak giftige algen en waterplanten die welig tieren door het nutriëntenoverschot. En de drinkwaterbedrijven moeten zich door deze nutriënten meer inspannen om het ingenomen water op drinkwaterkwaliteit te brengen.”
Zonder extra maatregelen worden ook de doelen zoals gesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water niet gehaald. Daarnaast wordt in de Sustainable Development Goals opgeroepen om de waterkwaliteit te verbeteren door de verontreinigingen te beperken, en de op water gebaseerde ecosystemen te beschermen en te herstellen. Alle reden dus om de inspanningen te intensiveren.
“Er is veel verbeterd, maar er spoelen nog steeds kostbare meststoffen weg naar het grond- en oppervlaktewater”
In samenhang
Wageningse wetenschappers onderzoeken op velerlei manieren hoe het Nederlandse oppervlaktewater schoner te krijgen is. Om de waterkwaliteit duurzaam te kunnen verbeteren moet je beginnen aan de voorkant en het probleem in zijn samenhang zien, maakt Demmers’ collega Peter Schipper, projectleider waterkwaliteit bij Wageningen Environmental Research, duidelijk. ”Want wat niet in het water komt, hoeft er ook niet uit”. De verwerking van mest kan daarbij een belangrijke rol spelen, naast meer kennis over het samenspel tussen plant, bodem en hydrologie.
Geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen
Ook op het punt van genees- en bestrijdingsmiddelen werkt Wageningen op meerdere fronten tegelijk. Zo worden de effecten van resten van geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen op de waterkwaliteit onderzocht. Vooral de restanten van geneesmiddelen zijn moeilijk te meten, maar die hebben al effecten als ze in zeer lage concentraties voorkomen in het water en de bodems van sloten.
De effecten van bestrijdingsmiddelen op flora en fauna verschillen van soort tot soort. Demmers: “Deze kennis gebruiken we om de toepassing van bestrijdingsmiddelen efficiënter en veiliger voor de omgeving te maken.”