Uitgelicht

Méér eiwitten uit planten eten

In westerse landen eten we te veel dierlijke eiwitten, die we deels kunnen vervangen door plantaardige eiwitten. Dat is gezonder voor ons én beter voor het milieu en het klimaat. Wageningse onderzoekers doen dan ook onderzoek naar eiwitbronnen als peulvruchten, eendenkroos, algen en insecten, voor in ons voedsel of in veevoer. Wat denk jij? Zou jij een eendenkroosburger lusten?

In Nederland, en ook in andere westerse landen, krijgen we méér eiwitten binnen dan goed voor ons is. Bovendien eten we teveel dierlijke eiwitten. In de jaren zestig had 40% van de eiwitten die we aten een dierlijke herkomst. Inmiddels is dat gestegen naar 60%, en dan gaat het om vlees, zuivel en eieren, vertelt Stacy Pyett, programmamanager ‘Proteins for Life’ bij Wageningen Food & Biobased Research.

Volwassenen hebben 0,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag nodig, gemiddeld 56 gram voor mannen en 46 gram voor vrouwen. Volgens RIVM, eet de gemiddelde Nederlander echter 78 gram eiwit per dag. Om terug te gaan naar een aandeel dierlijk eiwit van 40%, zoals in de jaren zestig, moet de gemiddelde consumptie van dierlijke eiwit terug naar 31 gram. De overige eiwitten zouden uit planten moeten komen. ‘Dierlijk eiwitten bevatten alle essentiële aminozuren’, vervolgt ze. ‘Niet alle plantaardige eiwitbronnen leveren alle benodigde aminozuren, maar door ze goed te combineren kom je er ook.’

“ We hoeven echt niet allemaal veganistisch te worden. Het meest efficiënte voedselsysteem kent een bepaalde mate van dierlijke eiwitproductie.”

Stacy Pyett, programmamanager ‘Proteins for Life’ bij Wageningen Food & Biobased Research

Soja uit Zuid-Amerika

Niet alleen onze gezondheid, maar ook de natuur en het milieu lijden onder de grootschalige productie van dierlijke eiwitten in de intensieve veehouderij. ‘De milieuafdruk van ons voedselsysteem is veel hoger dan nodig is. Voor de productie van 1 kilo rundvlees is 20 tot 25 kilo graan nodig. Als mensen soja zouden eten in plaats van vlees, is er dus 20 keer minder voedsel nodig’, geeft Pyett als voorbeeld. In Europa importeren we soja uit Brazilië en andere Zuid-Amerikaanse landen om ons rundvee te voeren.

Eiwitrijke voedingsproducten

Dierlijke eiwitten passen in efficiënt systeem

We hoeven echt niet allemaal veganistisch te worden. Sterker nog, het meest efficiënte voedselsysteem kent een bepaalde mate van dierlijke eiwitproductie, aldus Pyett. ‘We kunnen dieren voeren met plantaardig afval en voedselresten, en laten grazen op minder vruchtbare weidegronden. We hebben berekend dat we daarmee voldoende dierlijke eiwitten kunnen produceren om mensen wereldwijd te kunnen voorzien van 25 gram dierlijke eiwitten per dag.’

Kennis delen

De groei van de wereldbevolking is ook een reden om meer plantaardige eiwitten te gaan eten. Om ervoor te zorgen dat mensen in ontwikkelingslanden genoeg noodzakelijke voedingsstoffen binnen krijgen, moeten eiwitten eerlijker worden verdeeld. En daarvoor is er internationale samenwerking nodig. Pyett: ‘De EU en de westerse samenlevingen kunnen hun kennis en technieken wereldwijd delen. Zo kunnen ze lokale ondernemers in zich ontwikkelende landen ondersteunen bij de teelt van gewassen die plantaardige eiwitten leveren.’ Dit kan ook behulpzaam zijn in gebieden die bijvoorbeeld droger worden door klimaatverandering. Daar kunnen bijvoorbeeld eiwitrijke gewassen worden verbouwd die beter tegen droogte kunnen.

“ Circulaire landbouwsystemen waarin niets verloren gaat en alles wordt benut, zijn ideaal voor de duurzame productie van plantaardige eiwitten.”

Stacy Pyett, programmamanager ‘Proteins for Life’ bij Wageningen Food & Biobased Research

Tomaten en eieren in een circulair systeem

‘Ideaal voor de duurzame productie van plantaardige eiwitten, zijn circulaire landbouwsystemen’, meent Pyett. In Mexico bijvoorbeeld worden veel tomaten verbouwd in kassen. Het afvalwater uit de kassen zit boordevol stikstof, dat voor vervuiling zorgt als het in het grondwater terechtkomt. Stikstof is echter ook een meststof. Daarom hebben onderzoekers bedacht dat er algen in het afvalwater kunnen groeien. ‘Algen hebben alleen stikstof en zonlicht nodig. Als de algen vervolgens worden gedroogd kunnen ze worden gebruikt als kippenvoer. Algen bevatten veel omega3-vetzuren en eiwitten, en zo leggen de kippen omega3-rijke eieren. Zo ontstaat er een perfect systeem, waarin niets verloren gaat, en alles wordt benut’, licht Pyett toe. Een ander voorbeeld is dat van insecten, gevoerd met reststromen zoals voedselafval. De eiwitrijke diertjes kunnen vervolgens worden verwerkt in voeding voor huisdieren.

Eendenkroos en tuinbonenmelk

Eiwitrijke gewassen, zoals algen, eendenkroos en peulvruchten, kunnen op nieuwe manieren worden gebruikt in ons voedsel en in veevoer. Eendenkroos bijvoorbeeld is een veelbelovende eiwitbron. Het plantje levert zes tot tien keer meer eiwit per hectare op dan soja en groeit supersnel. Maar ook bekende plantaardige eiwitleveranciers, zoals tuinbonen, kunnen anders gebruikt worden. Als de kenmerkende ietwat bittere bijsmaak eruit wordt gehaald, staan er straks misschien tuinbonenmelk en -yoghurt in de schappen van de supermarkt, naast de eendenkroosburger.

Meer diversiteit

‘Voor humane voeding gaan we naar een breder palet van plantaardige en eiwitrijke producten toe, waarbij we bijvoorbeeld rijst vaker vervangen voor quinoa, spinazie voor eendenkroos en biefstuk voor kikkererwten’, schetst Pyett. Dat zorgt ook voor een grotere diversiteit aan landbouwgewassen. Nu is de teelt wereldwijd vooral gericht op enkele basisgewassen waaronder tarwe, rijst, maïs en soja.

Ontwikkeling stimuleren

Voor het zover is, moeten wetenschappers de teeltmethoden, voedselveiligheid en voedingswaarden onderzoeken. Vervolgens kan de industrie nieuwe voedselproducten gaan ontwikkelen. De overheid kan helpen om de ontwikkeling van nieuwe voedselbronnen en –producten te stimuleren. ‘Dat is nodig omdat de prijs van de nieuwe producten vaak hoger ligt. Zo valt nu tegen soja als veevoer nog niet op te concurreren. Het wordt zo grootschalig geproduceerd in Zuid-Amerika dat het zelfs met de transportkosten erbij enorm goedkoop is’, zegt Pyett.

Plantaardige eiwitten aantrekkelijk maken

Verder is het belangrijk om het eten van plantaardige eiwitten aantrekkelijk te maken voor de consument. ‘Er is een enorme groei in plantaardige producten en twee derde van de bevolking identificeert zich als flexitariër. Maar de vleesconsumptie moet nog dalen’, aldus Pyett. ‘Mensen waarderen het begrip ‘plantaardig’ positief, en het is mooi dat het hip is om flexitariër te zijn. Maar er is wel onderzoek nodig naar hoe we mensen kunnen bewegen om meer plantaardige eiwitten te eten.’ Daar kan de overheid eveneens een rol in spelen.

Ambitie: eiwitten alleen nog uit Europa

Aan de ambities van de Nederlandse overheid en de EU zal het niet liggen. Nederland wil ervoor zorgen dat in 2030 de helft van de eiwitrijke grondstoffen die in Nederland worden gebruikt uit Europa komt en dat dat in 2050 uitsluitend in Europa geproduceerde plantaardige eiwitten zijn. En het blijft niet bij woorden, zowel het Ministerie van LNV als de EU hebben geld vrij gemaakt voor het onderzoek daarnaar, dat onder meer in Wageningen plaatsvindt. Pyett: ‘Tien jaar geleden was er nog geen geld voor dit soort onderzoek. De transitie naar meer plantaardig eiwitgebruik is begonnen, maar zit nog in het allervroegste stadium.’

Mansholtlezing over eiwittransitie
Wageningen University & Research heeft een toekomst voor ogen waarin de eiwitproductie duurzaam, betaalbaar en gezond moet zijn. Doelgerichte combinaties van planten, dieren en micro-organismen van land en zee zullen worden afgestemd op de lokale omstandigheden, zelfs in gebieden waar de middelen schaars zijn. De vierde editie van de Mansholtlezing, op 18 september 2019 in Brussel, richt zich op de toekomst van eiwitten.

Mansholt brochure ‘Chickpeas, crickets and chlorella: our future proteins’
> Download de brochure
> Ik wil een hard copy bestellen

Meer lezen

Mobiele versie afsluiten