Uitgelicht

Uitstootvrije kas

Uitstootvrije kas KAS2030

De Nederlandse tuinbouwsector wil in 2040 klimaatneutraal werken. Daarom hebben Wageningse onderzoekers een emissiearme demonstratiekas voor groente, fruit en bloemen gebouwd. Ze zoeken manieren om de uitstoot van CO₂, gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest tot nul te reduceren. Ziekten en plagen worden vooral biologisch bestreden. En de energiezuinige kas gebruikt water en voedingsstoffen zoveel mogelijk opnieuw. Dit leidt tot een schonere teelt en betere oogst.

In de demonstratiekas “KAS2030” in Bleiswijk verbouwen Wageningse onderzoekers momenteel aardbeien, de kamerplant potanthurium en de bloemen gerbera en freesia. De laatste is populair in bruidsboeketten. “Iedere twee, drie weken komen er tuinders langs om te kijken hoe het gaat en te bespreken hoe verder te gaan. In de demonstratiekas kunnen we dingen uitproberen die in de praktijk niet mogelijk zijn. Wanneer we beter begrijpen wat er nodig is om emissievrij te telen, kunnen we de tuinbouwsector vooruithelpen”, vertelt Frank Kempkes, onderzoeker Energie en kasklimaat.

Die hulp kunnen de Nederlandse tuinbouwbedrijven goed gebruiken. De sector heeft namelijk afgesproken om in 2040 geheel CO₂-neutraal te werken. In 2017 stootte de tuinbouw 5,7 megaton CO₂ uit. Als tussenstap moet dat in 2030 zijn teruggebracht naar 2,2 megaton CO₂.

“In de demonstratiekas kunnen we dingen uitproberen. Wanneer we beter begrijpen wat er nodig is om emissievrij te telen, kunnen we de tuinbouwsector vooruithelpen.”

Frank Kempkes, onderzoeker Energie en kasklimaat

Vocht beheersen

Als het gaat om het klimaatneutraal maken van de kas is terugdringen van het energiegebruik het belangrijkste. ‘s Winters verwarmen gebeurt meestal nog met aardgas, net als bij woningen, en dat zorgt voor emissie van CO₂. Met betere isolatie kan het energiegebruik worden teruggedrongen, maar dan kan het te vochtig worden. “Planten blijven altijd verdampen, dus we moeten iets doen om schimmels geen kans te geven. De plantensoorten in onze demonstratiekas worden relatief koud geteeld. Tezamen met de hogere isolatie is het daardoor lastiger om de kas te ontvochtigen, iets wat veel energie kost. Daarom houden we in de winter een hogere temperatuur aan en gebruiken speciale installaties om de lucht te ontvochtigen. Met deze ontvochtigingsinstallaties winnen we tegelijkertijd warmte terug”, legt Kempkes uit. In de zomer is de kas open en wordt er niet of nauwelijks verwarmd.

Duurzame energie

Het is toe te juichen dat steeds meer tuinders gebruik maken van alternatieve warmtebronnen als aardwarmte of een warmtepomp en niet meer van verwarming met aardgas, meent Kempkes. De demokas heeft eveneens een warmtepomp. “Maar ook een energiezuinige kas heeft nog steeds energie nodig. In de toekomst zal al deze energie uit duurzame bronnen komen, en niet meer uit fossiele brandstoffen.” Straks zijn er ook meer mogelijkheden om de energie op te slaan die de kas zelf genereert als zonnecollector, onderstreept de onderzoeker. Hij bekijkt hoe je in de zomer warmte kunt opvangen en opslaan, nu meestal nog in een waterlaag in de bodem. “In de zomer kun je in de meeste kassen genoeg warmte oogsten om de winter mee door te komen.”

Regelmatig oogsten

Een andere manier om het energiegebruik te minimaliseren zit ‘m in de intensivering van de teelt. “Door technische innovaties kunnen we met dezelfde middelen meer product oogsten. Dat maakt het voor tuinbouwbedrijven aantrekkelijker om te investeren in verbeterde kassen.” De rijen aardbeienplanten liggen van oudsher ver uit elkaar omdat je er tussendoor moet kunnen, geeft Kempkes als voorbeeld. “Door deze paden minder breed te maken door een slim systeem waarbij de rijen planten om de beurt naar boven worden getild, kun je in dezelfde ruimte 20 procent meer planten kwijt.” En de lichtminnende gerbera’s krijgen in de winter dankzij ledlampen meer licht, zonder dat het te warm wordt in de kas zoals met de vorige generatie lampen gebeurde. “Op die manier heeft een bedrijf een vrij continue oogst, zodat het een groep vaste en ervaren werknemers in dienst kan houden. Dat is positief voor de kwaliteit van het product.”

Door paden minder breed te maken door een slim systeem waarbij de rijen planten om de beurt naar boven worden getild, kun je in dezelfde ruimte 20 procent meer planten kwijt.

Schoon water

De demonstratiekas gaat trouwens bijzonder zuinig met water om. Het voor irrigatie gebruikte water wordt volledig opgevangen, ook als het verdampt is en door de ontvochtiger uit de lucht is gehaald. Het opgevangen water wordt behandeld met ozon dat eventuele ziekteverwekkers in het water onschadelijk maakt. Regenwater is de best beschikbare bron voor irrigatiewater. “Door voornamelijk regenwater te gebruiken, krijg je geen ophoping van elementen waar de plant last van heeft. Kraanwater bevat voor planten te veel zouten. Ook bronwater kan meestal pas na behandeling gebruikt worden voor irrigatie, omdat het te zilt is in de kustgebieden, of te veel ijzer bevat. Hergebruik van schoon water is dus heel belangrijk in de glastuinbouw”, verklaart Kempkes.

Het voor irrigatie gebruikte water wordt volledig opgevangen.

Roofwantsen en sluipwespen

Verder beschikt de demonstratiekas over een ‘standing army’ van altijd aanwezige biologische bestrijders zoals roofmijten, roofwantsen en sluipwespen. Deze bestrijden plaaginsecten als trips, witte vlieg en bladluis. In de kassen staan planten waarin de roofinsecten graag wonen en eieren afzetten, en ze worden bijgevoerd. Normaliter bestelt een tuinder de biologische bestrijders pas als hij last heeft van een plaag. “Dat kost tijd en ondertussen kan de plaag zich verder ontwikkelen. Daarom onderzoekt een team van entomologen nu de voorwaarden voor continue aanwezigheid van de plaagbestrijders en de effecten. Dat luistert heel nauw”, aldus Kempkes.

Hij vervolgt: “De omstandigheden in de kas moeten gunstig genoeg zijn voor de plaagbestrijders om te overleven. Daarnaast zijn nog niet van ieder plaaginsect de natuurlijke vijanden bekend.” Wanneer de onderzoekers hier meer inzicht en ervaring mee hebben, kan het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen aanzienlijk worden terugdrongen en daarmee ook de uitstoot ervan. Dat scheelt uiteraard ook in de kosten voor telers.

Slimme ramen

‘Kas 2030’ wordt gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron, dat energiebesparing en het gebruik van duurzame energie in de glastuinbouw stimuleert. Glastuinbouw Nederland en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit financieren dit programma. Kempkes: “In Nederland hebben we ongeveer 9500 hectare aan kassen waarin groente, fruit en bloemen worden verbouwd. Jaarlijks wordt 300 hectare aan kassen vernieuwd ter vervanging van verouderde kassen.” Een rekensommetje leert dat dit tempo te laag ligt om alle mogelijkheden te benutten om in 2040 helemaal uitstootvrij te zijn. De kennis en inzichten uit de demonstratiekas kunnen het proces echter versnellen, zegt de onderzoeker.

Tegen de tijd dat 2030 nadert, is deze demonstratiekas waarschijnlijk al verouderd. “In de toekomst zullen kassen steeds vaker worden gebouwd met slimme materialen. Zo zal het glas seizoensafhankelijke eigenschappen krijgen waardoor het in de winter isolerend en in de zomer juist verkoelend werkt”, schetst Kempkes.

Meer lezen:

| Foto’s: Photostudio Gerard-Jan Vlekke / Fotovak

Mobiele versie afsluiten