Uitgelicht

Vertrouwen in de zorg essentieel bij virusbestrijding

Wantrouwen tegen de overheid en gezondheidszorg maakt het lastig om een uitbraak van een besmettelijke ziekte te bestrijden. Wageningse ontwikkelingseconomen bestudeerden eerder de inzet van gemeenschapsleiders en lokale klinieken in Sierra Leone tijdens de ebola-epidemie. Investeren in goede relaties met de bevolking vergroot het vertrouwen, waardoor mensen zich sneller laten testen en behandelen, zagen ze. Dat is nu bij de coronapandemie relevanter dan ooit.

In ieder land vraagt de uitbraak van het nieuwe coronavirus om een andere aanpak, zegt ontwikkelingseconoom Maarten Voors. “Je kunt bijna zeggen dat er niet één uitbraak is, maar tweehonderd uitbraken. In ieder land zijn de omstandigheden anders.”

“ Investeer in relaties met gemeenschappen en het vertrouwen van de burger door mensen te betrekken bij hun eigen gezondheid en de zorg”

Maarten Voors, universitair hoofddocent Ontwikkelingseconomie

Voortvarende aanpak

Voors is druk bezig met het opzetten van een onderzoek in Sierra Leone naar de invloed van het coronavirus op de economische situatie. De Wageningse ontwikkelingseconomen voeren, samen met collega’s van universiteiten in Sierra Leone, al meer dan tien jaar onderzoek uit in dat land. Het gaat dan bijvoorbeeld om de impact van ontwikkelingsprogramma’s op de welvaart van bewoners. De Wageningers waren ook in Sierra Leone tijdens de ebola-uitbraak in 2014. Ze moesten hun werkzaamheden toen staken en het land verlaten. Daarna hebben ze studies naar de bestrijding van ebola helpen opzetten.

Nu, met de coronapandemie, reageerde de overheid van Sierra Leone snel. Door de uitbraak van het zeer dodelijke ebolavirus heeft het land veel ervaring met het organiseren van testen, contact tracing en isolatie- en beschermingsmaatregelen. “Al in maart, ruim voor de eerste coronabesmetting, stelde Sierra Leone extra checks aan de grenzen in en legde de overheid het vliegverkeer stil. Toen begin april toch het eerste geval bekend werd, is meteen begonnen met het opsporen van contacten en kondigde het land een drie dagen durende lockdown af”, vertelt Voors.

Aanbevelingen tijdens de coronacrisis bij het gezondheidscentrum in Kono District, Sierra Leone (Credit: Kashif Ahmed).

De voortvarende aanpak werpt vruchten af, tot nog toe zijn er vijftig bekende besmettingen. Om de verspreiding van het virus te temperen, zijn er reisrestricties, bijvoorbeeld tussen districten, en een verbod op samenscholingen en festiviteiten. En ook in Sierra Leone doet de overheid de bekende aanbevelingen als ‘was je handen’ en ‘hou afstand’.

Wantrouwen

“De bevolking accepteerde de maatregelen meteen”, zegt Voors. In het verleden is dat weleens anders geweest. Met de ebola-epidemie zes jaar geleden wantrouwde een groot deel van de bevolking de overheid en de gezondheidszorg en veel mensen ontkenden het bestaan van de ziekte.  “In het begin van de uitbraak hebben de overheid en donororganisaties grootschalige klinieken ingericht, maar dat werkte niet. Veel inwoners weigerden zich te laten testen en zieke mensen verstopten zich. Dat bemoeilijkte de bestrijding van het virus.”

Betere relaties

Maar niet overal ging het zo. Verschillende gezondheidsklinieken werkten vóór de ebola-uitbraak aan een betere relatie met de omgeving, dankzij een programma van het ministerie van Gezondheid van Sierra Leone en verschillende ontwikkelingsorganisaties en met financiering van de Wereldbank. De zorgmedewerkers betrokken de dorpelingen bij hun werkzaamheden en gaven voorlichting over gezondheid en ziektes. Uit een studie die Wageningse en Amerikaanse onderzoekers achteraf uitvoerden, blijkt dat er in deze klinieken meer bevallingen en vaccinaties plaatsvonden en de kindersterfte lager was.

Verpleegster trekt bloed voor bloedonderzoek (Shutterstock).

Tijdens de ebola-epidemie lieten zich hier zo’n 60 procent meer dorpelingen testen dan in andere klinieken. “Mensen waren veel eerder bereid om te komen en zich te laten testen. Besmette patiënten konden worden geïsoleerd en behandeld”, licht Voors toe. Daardoor werd verdere verspreiding tegengegaan en stierven er minder mensen. “Het sterftecijfer bij ebola lag op 80 tot 90 procent bij onbehandelde zieken en in de ziekenhuizen daalde dat naar ongeveer 60 procent.”

Ceremonies en hekken

Dezelfde positieve effecten zagen Voors en zijn collega’s bij hun onderzoek naar de kleinschalige zorgcentra die de overheid tijdens de epidemie opzette, vooral op het platteland. De tijdelijke faciliteiten, zogenoemde community care centers (CCC’s), waren klein en telden hooguit acht bedden. De medewerkers kwamen uit de omgeving en gaven uitleg over de preventie, controle en behandeling van ebola. “De CCC’s investeerden eveneens in goede relaties met de dorpen. Ze gaven voorlichting maar organiseerden ook traditionele ceremonies, en hadden bijvoorbeeld hekken waar je doorheen kon kijken in plaats van dichte muren zoals de grote klinieken”, legt Voors uit.

Vertrouwen in de boodschapper

“Deze uitkomsten hebben implicaties voor hoe je het beste kunt investeren in gezondheidszorg. Het gaat niet alleen om gebouwen en spullen. Investeer ook in relaties met gemeenschappen en in het vertrouwen van de burger door mensen te betrekken bij de zorg en bij hun eigen gezondheid”, benadrukt Voors. Lokale leiders, zoals religieuze leiders en stamhoofden speelden ook een grote rol bij de bestrijding van ebola, omdat zij het vertrouwen van hun gemeenschap hebben. “Hoe meer het volk de boodschapper vertrouwt, hoe meer ze de boodschap vertrouwen. Overheden moeten zich daarom goed afvragen wat ze communiceren en via wie.”

Een verplicht handenwasstation met een “Veronica-emmer” in Sierra Leone (Credit: Kashif Ahmed)

Verantwoordelijke burger

De lessen uit Sierra Leone zijn nu relevanter dan ooit, ook in bijvoorbeeld de VS. Daar hebben veel burgers weinig vertrouwen in de overheid en de wetenschap. Daarom is het ook in de VS noodzakelijk om lokale gemeenschappen actief te betrekken bij de corona-aanpak, schrijven twee collega’s van Voors in de New York Times. In Nederland ziet de aanpak er heel anders uit. “Nederland heeft een groot sociaal vangnet en er is een hoog vertrouwen in de overheid en de experts. De overheid gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en kiest voor een intelligente lockdown. Dat wordt ook goed opgepakt door vrijwilligersorganisaties, winkeliersverenigingen en lokale en religieuze gemeenschappen die allerlei vormen van hulp bieden”, aldus Voors.

Minder hulp

Omdat in Afrikaanse landen de gezondheidszorg meestal slechter georganiseerd is dan in westerse landen, kunnen de ervaringen uit Sierra Leone, met bijvoorbeeld contact tracing en de opzet van community care centers, daar het verschil maken. Wat niet wegneemt dat de economische impact van de corona-uitbraak het continent hard zal treffen. “De hele wereldeconomie stort in. Er zal minder geld en hulp beschikbaar zijn voor arme landen, waarvan de bevolking al geen sociaal vangnet heeft. Volgens voorberekeningen kunnen wereldwijd een half miljard mensen terugvallen in armoede”, vertelt Voors. Vooral kleine bedrijfjes en mensen die afhankelijk zijn van dagelijkse baantjes en geen enkele zekerheid hebben, worden hard getroffen. Voors: “Veel mensen zullen terug trekken naar het platteland, zoals in India al gebeurt. Op het platteland hebben veel mensen wel een veldje om voedsel op te verbouwen, maar ze hebben ook zeep, zout, medicijnen en schoolgeld nodig.”

Een vrouw op het platteland van Sierra Leone, buiten Freetown.

Inzicht bieden

Voors maakt ook zijn borst nat voor Sierra Leone. “Het is een van de armste landen ter wereld en de overheid is grotendeels afhankelijk van hulp. Dat wordt nu alleen maar erger.” In overleg met het ministerie van Economische Zaken van Sierra Leone gaat Voors met een internationaal onderzoeksteam de invloed van de coronacrisis volgen op de economische situatie voor huishoudens en bedrijven. “We zijn nu een telefonische survey aan het opzetten. Die is gericht op de hoofdstad, Freetown, en semi-rurale gebieden. Met de resultaten kunnen we de overheid en donororganisaties straks meer inzicht bieden in hoe ze de burgers en gemeenschappen het beste kunnen helpen en ondersteunen.”

Meer lezen

Mobiele versie afsluiten