Water afvoeren én vasthouden vanwege klimaatverandering
Ons land is ingericht op snelle afvoer van overtollig regen- en rivierwater. Door de drogere zomers vanwege klimaatverandering is het echter ook nodig om water vast te kunnen houden. Samen met waterbeheerders kijken Wageningse onderzoekers welke stappen de waterbeschikbaarheid voor landbouw en natuur vergroten. Bijvoorbeeld door de inzet van diepwortelende gewassen, bodemleven, slimme stuwen en drains. Benieuwd hoe Nederland die omslag kan maken?
“Elke regio kent zijn eigen specifieke problemen, bodemkundige en hydrologische omstandigheden en soorten natuur en landbouw. We onderzoeken welke hulpmiddelen, tools en maatregelen er per gebied kunnen worden toegepast.”
“We weten natuurlijk al langer dat klimaatverandering betekent dat het in ons land vaker droog zal zijn en dat we tegelijkertijd vaker wateroverlast hebben door hevige regenbuien. Maar dat we nu drie droge jaren op rij hebben gehad, helpt om het op de agenda te krijgen”, vertelt hydroloog-bodemkundige Mirjam Hack-ten Broeke.
“Nederland is een delta, we kenden amper watertekorten. Daarom is alles erop ingericht om overtollig regen- en rivierwater zo snel mogelijk af te voeren. Dat zal moeten veranderen. We moeten ons inspannen om het water beter vast te houden.” Maar ook de afvoer blijft van belang, want zowel de extremere neerslag in piekbuien als het normale winterse neerslagoverschot vragen om voldoende afvoercapaciteit.
Hoofden bij elkaar
“Samenwerken is essentieel om stappen te zetten”, zegt Hack-ten Broeke. Om te bepalen welke stappen er nodig zijn, hebben meerdere universiteiten en kennisinstellingen, waterschappen en provincies de hoofden bij elkaar gestoken. Om vervolgens samen met landgebruikers, zoals boeren, bedrijven en natuurbeheerders naar oplossingen te zoeken. Met elkaar onderzoeken ze in de samenwerkingsprogramma’s Lumbricus en KLIMAP hoe de hoge zandgronden kunnen worden aangepast aan klimaatverandering. Daar zijn uiteenlopende methoden voor, van technische en hydrologische maatregelen als slimme stuwen tot de inzet van diepwortelende gewassen en bodemleven, bijvoorbeeld regenwormen.
Het project KLIMAP
Het meerjarig onderzoek KLIMAP naar een klimaatadaptieve inrichting van de hoge zandgronden wordt mede gefinancierd door de topsectoren Agri & Food en Water & Maritiem. Naast zeven waterschappen, STOWA, drie provincies en enkele bedrijven zijn ook kennisinstellingen betrokken: Wageningen Universiteit & Research, Radboud Universiteit, Deltares, KWR, Louis Bolk Instituut en KnowH2O.
> Meer over KLIMAP
Op de hoger gelegen zandgronden van bijvoorbeeld Noord-Brabant, Overijssel, Gelderland en Limburg zijn de gevolgen van de droge zomers voor de natuur en landbouw het grootst. De zandbodems houden water minder goed vast dan bijvoorbeeld kleigronden. Verder zijn de hoge zandgronden voor wateraanvoer geheel afhankelijk van regen. In andere delen van Nederland wordt ook water aangevoerd vanuit de rivieren en het IJsselmeer.
Natte voorjaren
“De inrichting van het landelijk gebied moet veranderen en de landbouw zal mee moeten veranderen.” Als je in de winter meer water vasthoudt, leidt dat tot nattere omstandigheden in het voorjaar. Daar zijn agrarische bedrijven niet aan gewend, want ze vragen meestal om drogere omstandigheden voor grondbewerking en bemesting. “We denken dat ze uiteindelijk baat hebben bij het vasthouden van water voor de droge zomers. Het hele landbouwsysteem moet zich dan wel aan de natte voorjaren aanpassen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”
Online workshops en eindsymposium ‘Lumbricus’
Onderzoeksprogramma Lumbricus loopt van 2017 tot 2021 en richt zich op klimaatbestendig bodem- en waterbeheer op de hogere zandgronden. Hoe zorg je voor voldoende water voor landbouw, natuur en recreatie? Hoe voorkom je wateroverlast? Welke combinaties van maatregelen kun je nemen en wat is het effect op landbouwopbrengsten en natuurwaarden? Hoe kun je beter samenwerken met inwoners en grondgebruikers?
De projectpartners delen de opgedane inzichten en geven praktische handvatten tijdens drie digitale workshops en een eindsymposium.
02-02-2021, 10-12 uur: Workshop 1 Wat is een klimaatrobuust systeem?
11-02-2021, 10-12 uur: Workshop 2 Welke hulpmiddelen gebruiken we?
18-02-2021, 10-12 uur: Workshop 3 Welke bouwstenen onderkennen we?
03-03-2021, 10–12.30 uur: Eindsymposium met diverse sprekers
> Informatie en aanmelden
Dynamisch proces
De onderzoekers, waterschappen, overheden, agrarische en andere bedrijven denken samen na over die omslag naar een klimaatbestendige inrichting. “We gaan het gesprek aan over hoe het gebied er in de toekomst uit zal zien en bedenken vervolgens samen wat er nu nodig is om daar te komen. Dat gesprek herhaal je als er nieuwe inzichten zijn; dan maak je opnieuw plannen en afspraken. Dat heen en weer denken tussen heden en toekomst is een dynamisch proces. Het is geen routebeschrijving om van A naar B te komen, maar het zijn ‘ontwikkelpaden’ die de besluitvorming onderweg ondersteunen.”
Effecten berekenen
De voorloper van KLIMAP is het programma Lumbricus, Latijn voor regenworm. Dit loopt ten einde, maar wordt vervolgd in KLIMAP. Het zijn beide multidisciplinaire projecten die zowel bodembeheer, waterhuishouding, natuur en beleid onder de loep nemen. Naast bodem- en landbouwkundigen, hydrologen en ecologen doen er ook bestuurskundigen mee.
Er is al veel kennis opgedaan over de instrumenten en tools die de onderzoekers, waterschappen en beleidsmakers in handen hebben. “Er zijn ook verbeteringen in aangebracht, bijvoorbeeld in de modellen die doorrekenen wat veranderingen in het waterbeheer of in het klimaat betekenen voor de opbrengsten in de landbouw en voor de natuur. Inzicht in de effecten is heel belangrijk voor het waterbeheer.”
Meer begrip
Een ander onderdeel van Lumbricus is ‘participatieve monitoring’. Dat wil zeggen dat de betrokken boeren zelf metingen uitvoeren naar bijvoorbeeld het waterpeil op hun land en deze informatie onderling en met de onderzoekers delen. “Daardoor ontstaat ook meer begrip voor de vraagstukken waar de waterschappen voor staan.”
Op basis van de waarnemingen en weersvoorspellingen zouden boeren moeten kunnen beslissen of en hoeveel water ze afvoeren of juist vasthouden, geeft Hack-ten Broeke aan. “Het is de bedoeling dat boeren zelf de aansturing verzorgen van de slimme stuwen en klimaatadaptieve drainage of subirrigatie. Aan die nieuwe technieken werken de projectpartners KWR en KnowH2O.”
Geen blauwdruk
Nadat er nieuwe maatregelen worden uitgevoerd, is monitoring belangrijk om te volgen hoe ze uitpakken. “Werken de maatregelen zoals gedacht en hoe kan een oplossing op één plek naar een hele regio worden opgeschaald?”, schetst Hack-ten Broeke. Ze benadrukt dat elke regio zijn eigen specifieke problemen, bodemkundige en hydrologische omstandigheden en soorten natuur en landbouw heeft. “In KLIMAP werken we aan handvatten: verschillende hulpmiddelen en tools die mogelijk kunnen worden ingezet. Maar er is nooit een blauwdruk die overal kan worden toegepast.”
Bodemdaling en verzilting
Ook de laaggelegen delen in het noorden en westen van ons land hebben steeds meer te lijden van de droogte. Daarom zijn de onderzoekers en waterbeheerders van plan om binnenkort eenzelfde project als KLIMAP te starten. Dat zal zich richten op de laaggelegen delen waar naast droogte en wateroverlast, problemen als bodemdaling en verzilting optreden. “Ook daar gaan meerdere onderzoeksinstellingen en regionale overheden werken aan een toekomstbestendig perspectief voor zowel de korte als langere termijn.”
Internationale top over klimaatadaptatie
Op 25 en 26 januari vindt de internationale ‘Climate Adaptation Summit’ plaats, online dit keer. Dan bespreken wereldleiders en lokale betrokkenen hoe we ons het beste kunnen aanpassen aan een nieuw, extremer, klimaat. In 24 uur zijn er bijdragen en livestreams vanuit tijdzones over de hele wereld. Nederland is de gastheer.
Net als veel andere kennisinstellingen is Wageningen University & Research niet direct betrokken, maar wel indirect. Wageningen draagt namelijk bij aan adaptatiestrategieën en zoekt naar oplossingen om klimaatverandering en klimaataanpassing te combineren, bijvoorbeeld in klimaatslimme landbouw en klimaatslimme steden, veelal gebaseerd op kennis van de natuur.
De Climate Adaptation Summit bouwt voort op het werk van de ‘Global Commission on Adaptation’, in 2018 opgericht vanuit de VN. Tijdens de internationale online top stellen de deelnemers een ‘Adaptation Action Agenda’ op om tot concrete stappen en samenwerkingen te komen.
> Meer informatie en aanmelden
Meer lezen
- Achtergrondartikel “Hou vast dat water!”
- Over het project KLIMAP
- Onderzoeksprogramma Lumbricus en een filmpje van project Lumbricus
- Dossier Klimaat en water
- Dossier Wateroverlast
- Dossier Klimaat en Bodem
- Programma Duurzaam waterbeheer
- Lees dit artikel in het Engels
Interessant artikel en inderdaad zonde dat al dat water dat bu valt vua de rivieren verdwijnt uit NL. De Sambeekse uitwatering was afgelopen zomer een inwatering mbv pompen, maar ondertussen wordt er nu weer op de maas geloosd. Tijd om samen met waterschappen in actie te komen.
Beste Wim Mulder, dank voor je reactie. Het is inderdaad heel belangrijk om water dat in de winter valt vast te houden voor de volgende zomer, maar het is echt niet eenvoudig om de hele inrichting van het waterbeheer in Nederland als het ware om te keren. Tegelijkertijd is er in de winterperiode over het algemeen nog steeds sprake van teveel neerslag, dus dat deel moet ook nu nog en in de toekomst afgevoerd worden om ons land leefbaar te houden.
Zie ook 60 ha fieldlabs “drainage en sub-irrigatie” in de Hoeksche Waard van initiatiefnemer stichting de Hoeksche Waard op de Kaart (www.hwodka.nl). Mooie locatie voor monitoring en kennisuitwisseling met akkerbouwers.
Zeker, Peter Lerink! Misschien moeten we maar eens opnieuw nadenken over meer samenwerking op dit vlak met HWodKa. Het is sowieso heel belangrijk om van elkaar te leren; er zijn veel interessante initiatieven en studies gaande in heel Nederland die gericht zijn op klimaatadaptatie en het bodem-watersysteem.
De problematiek van de droogte komt m.i. bovenop de reeds bestaande problematiek van de verdroging. Om de sponswerking van ons landschap adequaat te verbeteren, dien je beide problemen integraal aan te pakken.
Beste Ernest, bedoel je de hydrologische droogte zoals onvoldoende grondwateraanvulling met het woord ‘verdroging’ of gebruik je de term verdroging hier voor natuur, waarbij ook al vele jaren sprake is van te droge omstandigheden voor veel natuurgebieden voor zover die afhankelijk zijn van voldoende hoge grondwaterstanden? En bedoel je dan met ‘droogte’ alleen de meteorologische droogte en landbouwkundige droogte?
Wat mij betreft zou het goed zijn om de verschillende vormen van droogte te onderscheiden en inderdaad integraal aan te pakken. De meteorologische droogte betreft eigenlijk alleen het neerslagtekort ten opzicht van potentiele verdamping, terwijl de actuele verdamping bepalend is voor de landbouwkundige en ecologische droogte. Daar komt dan de hydrologische droogte bij die aangeeft hoe het staat met grondwater en oppervlaktewater. Een integrale aanpak zou zich moeten richten op landbouwkundige, ecologische en hydrologische droogte. En daarbij moeten we kijken naar het bodem-watersysteem in de landschappelijke context. Ben je het daarmee eens of bedoelde je eigenlijk iets anders?
Hoe moeilijk willen we het onszelf maken? De kern is simpel. We moeten lager gelegen delen langer blank laten staan. De boer die daar boert kon daar vroeger ook pas later met zijn machines op. Hij heeft dus gewoon deze keer pech gehad. Eventueel kan hij zijn te natte grond verkopen aan iemand die daar met subsidie bos aanplant en biodiverse natuur creëert. Dan heeft hij de laatste 10 jaar ook nog een goed vermogens rendement gemaakt. In schrijnende gevallen kan de gemeenschap en schade vergoeding betalen. En laten we eerlijk zijn al die mais voeren we aan varkens die geslacht het land verlaten en veel te veel mest achterlaten.
Het zou fijn zijn als het allemaal zo simpel was inderdaad. Op sommige plekken kan dit een oplossing zijn, maar het is echt regionaal verschillend. Bovendien betekent de klimaatverandering dat een toekomstbestendige oplossing niet per se gevonden wordt in de inrichting terugdraaien naar hoe het vroeger was. Daarnaast moet je je afvragen of het wenselijk is om met schadevergoedingen te werken. Misschien zal dat nodig blijken, maar allereerst willen we samen zoeken naar oplossingen met andere verdienmodellen. Dan is het telen van andere gewassen die passen bij de natuurlijke omstandigheden en aandacht voor het verkleinen van de wereldwijde ecologische voetafdruk ook zeker van belang.
Wat een hoopvol project en duidelijk artikel. Al jaren hoop ik dat het ‘watermanagement’ van Nederland maar ook in de rest van de wereld door de klimaatverandering hoog op de agenda komt zodat de boeren ons voedsel niet zien wegrotten of verdrogen. Gelukkig zijn er ook steeds meer burgerinitiatieven, zoals minder tegels maar meer groen in de tuin en de ondergrondse watertanks om het overtollige regenwater op te vangen. In België schijnen deze nu standaard ingebouwd te worden bij nieuwe huizen. Hoe mooi is het als je zomers het opgevangen overtollige regenwater kunt gebruiken om de tuin te sproeien? Het lijkt allemaal simpel, maar door dit duidelijk leesbare artikel leer je dat het zo eenvoudig niet is. Ik hoop dat door dit project andere (arme) landen er ook veel profijt van kunnen gaan hebben.
Geachte mevr. Hack-tenBroeke,
Landbouwgrond voor Zonnepanelen , je ziet het steeds vaker , en het zijn geen kleine percelen. Waarom geen dubbele functie voor deze verloren grond. Maak eerst reservoirs voor water in die grond , en plaats daar de zonnepanelen overheen. Maak ze van kunststof dan helpen we ook nog plastic opruimen. Je kan van de stromende rivieren water aftappen , en via pijpleidingen naar opslagreservoirs leiden. in die pijpleidingen met stromend water kun je ook nog de mogelijkheid inbouwen om stroom op te wekken. Ik ben niet hoog opgeleid maar voor ideetjes is dat niet altijd nodig , om ze ook uit te voeren wel denk ik zo.
Er zouden regelingen kunnen komen waarbij een bepaald gedeelte van de tuinen als vrije cultuurgrond word gebruikt .Hierop word het water dan gebruikt voor het laten opgroeien van fruitboompjes.Dit versierd ,trekt kolendamp uit de lucht en geeft zuivere zuurstof daarvoor terug.Het leert de mens fruit uit eigen tuin eten,blad en snoeicompost verzamelen en meewerken aan betere lucht- en waterhuishouding.Het geeft ook onderling plezier in de wijken.
Misschien een wat al te simpele gedacht maar, waarom geen grote watersilo’s waar de landbouw tijdelijk water heen kan stuwen als dat nodig is en terug kan halen als dat nodig is. Denk daarbij een silo’s zoals bij olie en Gas opslag. Tevens denk ik dat als je ijssel en Markermeer 1 meter dieper maakt je ook weer extra opslag capaciteit hebt.
Ik heb totaal geen kennis van zaken dus misschien zeer simpel gedacht.
Het klinkt als een mooie oplossing, maar het gaat om gigantische hoeveelheden water die niet zomaar in silo’s passen. Als dat had gekund was dat allang in praktijk gebracht. Het peil in het IJsselmeer wordt de laatste paar jaar al hoger ingesteld zodat er gedurende de zomer meer water naar de omliggende provincie kan worden geleid. Dat heeft bijvoorbeeld in Noord-Holland en Friesland goed geholpen. Het helpt echter niet voor de hoger gelegen zandgebieden.