Uitgelicht

Wildere natuur in Nederland en Europa

Marker Wadden

Natuur is meer dan levende planten en dieren. Stuivend zand of rivieren die buiten hun oevers treden scheppen leefomgevingen voor soorten die zich daar het beste thuis voelen. Wageningse wetenschappers onderzoeken de kansen voor verwildering van gebieden in Nederland en Europa. Op de Marker Wadden zorgde wildere natuur met moerassige oevers voor paaiplaatsen voor vissoorten waardoor het Markeermeer aanzienlijk is verlevendigd.

“Bij aanleg van klimaatbossen planten we boomsoorten die we bij de locatie vinden passen. Dan denk ik: blijf er vanaf; laat het aan de natuur over”

Liesbeth Bakker, buitengewoon hoogleraar Rewilding Ecology

Rewilding beoogt ruimte te bieden aan natuurlijke processen, óók abiotische zoals overstromingen, waterpeilwisselingen of stuivend zand. Daarnaast is er de biotische kant: het terugbrengen van ontbrekende schakels in het voedselweb. Soms zijn dat roofdieren, maar in Nederland vaak grote grazers. Omdat de oeros en het wilde paard zijn uitgestorven, nemen Schotse hooglanders, Galloways, Heck-runderen, taurossen, konikpaarden en tegenwoordig ook wisenten hun rol over.’

Om zo oernatuur terug te krijgen?

‘Wat wij in gang zetten, wordt zeker geen oernatuur; de uitgangssituatie in bijvoorbeeld het rivierengebied is nu eenmaal een landschap met dijken en stuwen, dus door de mens gedomineerd. De natuur moet binnen die randvoorwaarden de regie terugkrijgen, vinden rewilders. In het Nederlandse natuurbeleid overheerst juist de gedachte dat de mens essentieel is als beheerder om de biodiversiteit op peil te houden.’

In Nederland zijn grote grazers zoals Schotse Hooglanders uitgezet (Foto: Shutterstock)

We zíjn toch ook hard nodig? De heide moet worden vrijgehouden, poelen uitgediept voor amfibieën, etc.

‘Wij kunnen prachtige vegetaties in stand houden en het dieren naar de zin maken, maar die soorten hadden ook een plek in het landschap vóórdat we boompjes uittrokken of poelen uitdiepten. Het huidige natuurbeheer is gericht op het bewaren van de status quo: links ligt de hei, rechts staat het bos en dat moet zo blijven. Zo werkt de natuur niet, die is dynamisch. Zeker in tijden van klimaatverandering dient de natuur de kans te krijgen zich aan te passen. De natuur kan heel goed voor zichzelf zorgen. Ook in het drukbevolkte Nederland zijn er geregeld mogelijkheden om natuurlijke processen een kans te geven.’

Zoals?

Bij de geplande aanleg van klimaatbossen in open ruimtes bepalen we welke boomsoorten bij de locatie passen en vervolgens planten we die aan. Dan denk ik: blijf er vanaf; laat het aan de natuur over. Dan duurt het misschien langer voordat je het gewenste bos hebt, maar je krijgt wel allerlei interessante tussenstadia met struweel waar veel soorten graag gebruik van maken. Dit is een gouden kans om Nederland wat natuurlijker te maken. En dat hoeft echt niet altijd met grote grazers.

Het huidige natuurbeheer is gericht op het bewaren van de status quo: aan de ene kant ligt de hei, aan de andere kant het bos (Foto: Shutterstock).

‘Momenteel is het Markermeer eigenlijk een badkuip met dijken eromheen; vissers klagen steen en been omdat de visstand is ingestort. Uit ons onderzoek op en om de Markerwadden komt duidelijk naar voren hoe ongelooflijk belangrijk ondiepten en natte oeverzones zijn voor vogels en voor paaiende en jonge vis. Het terugbrengen van natuurlijke land-waterovergangen, zoals moerassige oevers en ondergelopen graslanden, is dan ook essentieel voor het functioneren van het meer. Dat beschouw ik net zo goed als rewilding. Hoe dat in de praktijk moet en welke randvoorwaarden er gelden, wordt één van de speerpunten in mijn onderzoek.’

Meer natuurlijke processen, gaat de biodiversiteit dan ook vooruit?

‘Iedereen kent de terugkeer van een iconische soort als de zeearend, maar het is lastig om een eenduidig antwoord te geven. Er zijn bijvoorbeeld ook plekken waar grote grazers korte metten hebben gemaakt met de groeiplaats van een zeldzame plant, maar daar komen dan weer andere soorten voor terug. Ik wil daar meer onderzoek naar doen.

De natuur kan heel goed voor zichzelf zorgen. en moet de kans krijgen om zich aan te passen (Foto: Shutterstock)

‘Het merendeel van de literatuur over rewilding bestaat uit opiniepapers; er zijn maar weinig solide studies die ingaan op de resultaten; wat gebeurt er nou als ik dat en dat doe? En de Nederlandse inbreng is dan ook nog eens gering, terwijl we juist voorop lopen met rewilding. Er liggen bijvoorbeeld heel veel monitoringsgegevens en resultaten van Ruimte voor de Rivier. Het wordt  tijd om te laten zien, ook internationaal, wat we in Nederland hebben bereikt.

‘Voor de duidelijkheid. Er is ook ruimte voor andere vormen van natuurbeheer. Ik propageer niet om een kudde Schotse hooglanders in te zetten in blauwgrasland dat als een kleine parel in agrarisch gebied ligt, maar er zijn in Nederland heel veel gebieden die nu geen pareltjes zijn, daar valt winst te behalen. Rewilding zie ik als een andere benadering om ons gedegradeerde landschap mooier te maken.’

Is daar draagvlak voor? De Oostvaardersplassen vormen al jaren een twistappel.

De Oostvaardersplassen zijn voor mij niet hét voorbeeld van rewilding, er zijn ook andere vormen van rewilding mogelijk. ‘Rewilding is een stappenplan richting steeds wilder en natuurlijker. De vraag moet telkens zijn: welke stappen kan ik zetten, ook gezien de fysieke en maatschappelijke context. Als er geen draagvlak is om grote grazers voor het oog van de natie te laten sterven, dan ligt daar nu de grens.’

Online symposium

Schrijf je in voor het online symposium ‘Connecting Rewilding science and practice’. Deze vindt plaats op 3 december 2020 van 9:30 tot 16:30.

Lees meer


Tekst: Rik Nijland, Resource.

Mobiele versie afsluiten