Toekomstbestendig bos
Nederlanders gebruiken jaarlijks veel hout voor bijvoorbeeld papier, kozijnen, haardhout en schuttingen. Dat hout komt deels van eigen bodem. Wageningse onderzoekers doen een grootschalig experiment om te kijken hoe de houtproductie duurzamer kan. Ze bestuderen de effecten van méér of minder bomen kappen op de CO₂- opslag en de opname en afvoer van voedingsstoffen zoals fosfor en kalium in de bodem en het hout. Met die kennis willen ze bossen veerkrachtiger en klimaatbestendig maken. Denk jij dat houtproductie goed samengaat met het creëren van toekomstbestendige bossen?
Nederland heeft weinig ruimte en weinig bos. “Als deltaland hebben we één van de kleinste bosarealen van Europa. Bovendien is ons land dichtbevolkt en is er veel landbouw”, vertelt Frank Sterck, universitair hoofddocent Bosecologie in Wageningen. Met het beetje bos dat er wel is, willen we bovendien van alles. “We willen ruimte geven aan onder andere natuur, recreëren en waterbeheer. Tegelijkertijd wordt koolstofvastlegging in de bossen steeds belangrijker om de klimaatverandering te matigen.”
Ook oogsten we hout uit onze bossen om allerlei producten van te maken. “Veel van de bossen zijn oorspronkelijk ook voor houtproductie aangelegd. Diezelfde bossen worden dagelijks bezocht door drommen mensen om bijvoorbeeld van de natuur te genieten. De noodzaak tot het verkrijgen van veerkrachtige bossen dient dus verschillende functies ”, legt Sterck uit.
Overlevingskansen
Bovendien vormt klimaatverandering een bedreiging voor het bos. “Door opwarming gaan bomen meer transpireren en onttrekken ze sneller water aan de bodem. Als daarnaast de zomers droger worden, kunnen bomen het moeilijk krijgen”, schetst Sterck. Als het droger wordt, groeien bomen bovendien minder hard. Veel Nederlandse bossen hebben nog steeds te lijden van de droge en warme zomer van 2018. “De douglassparren bijvoorbeeld hebben veel naalden verloren en zijn daarvan nog niet hersteld. Als er nog zo’n zomer komt, hou ik mijn hart vast.” Het is zaak om te zorgen voor veerkrachtige bossen zodat de overlevingskansen van de bossen groter worden, benadrukt Sterck.
“ Bos is een duurzame bron voor grondstoffen, maar bij bosgebruik moet je bedenken hoe je het systeem in stand houdt op lange termijn. Dan praten we over eeuwen.”
Den, spar en beuk
Om te onderzoeken hoe we zo goed en duurzaam mogelijk met de bossen kunnen omgaan, is er een groot consortium opgericht met boseigenaren en bosbeheerders zoals onder meer Staatsbosbeheer, de Unie van Bosgroepen en Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research, en betaald door wetenschapsfinancier NWO die belang hecht aan onderzoek naar de duurzame houtoogst. We weten namelijk nog niet precies wat de effecten zijn van bomenkap. Hoe snel groeien bomen terug? Wat betekent het voor de koolstofopslag en voor voedingsstoffen? Hoeveel bomen kun je het beste weghalen?
Een grootschalig experiment dat in het voorjaar van 2019 is gestart, moet de vragen beantwoorden. Er zijn vijf gebieden op de Veluwe en in Noord-Brabant geselecteerd met elk drie locaties van één hectare waarop grove dennen, douglassparren of beuken groeien, boomsoorten die veel geoogst worden voor houtproductie. In totaal gaat het dus om vijftien locaties. Iedere locatie is in vieren opgedeeld. Op één kwart blijven alle bomen staan, op het tweede wordt één derde gekapt, op het volgende wordt twee derde gekapt en op het laatste alle bomen.
Voedingsstoffen
“Iets opener bos creëert mogelijk kansen”, verklaart Sterck. Regenwater en luchtstromen voeren namelijk schaarse voedingselementen zoals fosfor en kalium mee. Deze voedingsstoffen worden opgevangen door het bos en belanden in de bodem, waar ze worden opgenomen door de wortels van planten en bomen. Een bos met iets minder bomen kan meer voedingsstoffen opvangen. Voor bossen op arme zandgronden zoals op de Veluwe, in Noord-Brabant en in Twente kan dat essentieel zijn. Daarnaast vangen bomen in een opener bos ook meer licht op en hebben ze toegang tot meer water. Maar als je teveel bomen weghaalt, waarschuwt Sterck, is het risico op uitspoeling van de voedingsstoffen groter. Dan worden de voedingsstoffen niet gebruikt, maar komen ze dieper in de bodem en uiteindelijk in het grondwater terecht.
Takken en toplaag
Vroeger bleven de takken liggen na de kap, maar tegenwoordig worden ook de boomtoppen en takken weggehaald om als houtsnippers te worden verstookt in energiecentrales. Bij het experiment gaan de onderzoekers kijken welk effect dit heeft op het herstel van het bos en de voedingsstoffen in de bodem. Verder husselen en vermalen bosgebruikers de toplaag van de bodem met machines, dat heet klepelen. Ze doen dat zodat nieuwe kiemplanten zich makkelijker vestigen. “Het risico is echter dat als er te weinig grote bomen staan om de voedingsstoffen op te nemen, de voedingstoffen na het klepelen sneller uitspoelen en vervolgens niet meer beschikbaar zijn. Het is dus de vraag of klepelen wel verstandig is”, tekent Sterck aan.
Wegen en meten
Bij de start van het experiment, in februari en maart 2019, zijn de bomen gekapt en is met hulp van studenten het volume aan hout gewogen. Ook is gemeten welke en hoeveel voedingsstoffen erin zitten. “Zo kunnen we bepalen hoeveel biomassa en voedingsstoffen je bij de oogst uit het systeem haalt” licht Sterck toe. In de komende twee jaar moeten metingen uitwijzen hoe het zit met de opvang en uitspoeling van de voedingsstoffen in de bodem. “We zijn op zoek naar de optimale balans tussen het volume van de oogst en de voorraad beschikbare voedingstoffen. Mijn verwachting is dat relatief kleinschalig ingrijpen optimaal is voor duurzame productie op de lange termijn, en tot veerkrachtige bossen en voldoende koolstofopslag leidt”, aldus de universitair hoofddocent.
Lange termijn
“Het is een uniek experiment, omdat het niet in een kas of klimaatkamer plaatsvindt. Het gaat om echte ingrepen, waarvan we de effecten nu beter kunnen leren begrijpen”, onderstreept Sterck. In de toekomst wil hij het onderzoek uitbreiden naar de effecten op de waterhuishouding in het bos en op de biodiversiteit en het bodemleven. “Bos is een duurzame bron voor grondstoffen, maar bij bosgebruik moet je bedenken hoe je het systeem in stand houdt op lange termijn. Dan praten we over eeuwen.”
Meer lezen:
- Over dit project: Grote studie naar duurzaam kappen
- Achtergrondartikel over de controversie rondom boskap: Emoties over boskap lopen hoog op onder natuurliefhebbers. Wat is er mis mee?
- Opinieartikel: Boskap omwille van het behoud van natuur en biodiversiteit
- De leerstoelgroep Bosecologie en Bosbeheer doet meer onderzoek naar duurzaam bosbeheer
- Lees deze blog in het Engels
Aan Frank Sterck
Zoals u zegt:
Bossen zijn actieve accumulatoren die voortdurend koolstof opnemen en afstaan; de accucapaciteit wordt van nature bepaald door de aard en omvang van de aanwezige biomassa, alsmede van de omgevingsfactoren daarop.
De plantenfysiologie leert dat zonder ingrijpen bos zich ontwikkelt tot een voortdurend in beweging zijnde optimale levensgemeenschap.
Ingrepen door bosgebruik ( vroeger noemden we dat bosbouw) verstoort die ontwikkeling, maar we nemen dat om economische redenen voor lief. Hoe drastischer de ingrepen, hoe meer verstoring op korte en vooral ook op lange termijn.
Kiest men toch voor houtproductie dan moet een langetermijnkeuze gedaan worden voor welke soort houtsoort voor welk doel, en voor een productieproces met de minste verstorende ingrepen, zoals kaalslag, klepelen, monoculturen e.d.
Veronderstelt men met onze bossen wezenlijk te bijdragen aan het oplossen van het wereldwijde CO2-probleem dat zal dat een niet noemenswaardige ėėnmalige bijdrage kunnen zijn door het vergroten van de biomassa en doormede koolstofopslagcapaciteit per hectare
of
blijvend het aantal hectares drastisch te
uit te breiden.
Mijn pleidooi voor geringe en voorzichtige ingrepen in ons huidige bosbestand zal vooral ten goede komen noodzakelijk natuurbehoud en recreatie.
Dit zijn zo maar wat losse opmerkingen bedoeld om mijn waardering te uiten voor uw pogingen om met uw werk bij te dragen aan iets dat ons allen ten goede kan komen. Veel succes
Gert Slettenhaar, oud-wetenschapsvoorlichter DLO
Beste meneer Slettenhaar,
Bedankt voor uw opmerkingen en de geuite waardering voor ons project.
We willen met ons werk inderdaad een bijdrage leveren aan het maken van slimme keuzes in het beheer van onze bossen om zo de verschillende (genoemde) functies van bossen te borgen en optimaliseren voor de toekomst. Dit doen wij zoals gezegd in nauw overleg met boseigenaren en bosbeheerders.
Daarnaast verwacht ik dat de unieke experimentele basis van ons onderzoek zal leiden tot internationale toepassing, bijvoorbeeld bij het beheer van bossen elders in Europa.
vriendelijke groet, Frank Sterck
Geachte heer Sterck, Dat klinkt als een fors experiment. Is er in de selectie van de onderzoekslocaties rekening gehouden met de bodemtypen en zo ja, welke zijn er geselecteerd? Kan ik het onderzoek volgen op bv RG?
Heel veel succes!
Beste meneer de Koning,
Er is inderdaad rekening gehouden met bodemtype. Over het algemeen liggen de bossen op armere zandbodems (podzol). De beschikbaarheid van de meeste nutriënten is hier schaars, en er bestaat dus een risico dat bij een grote afvoer van nutriënten (bij intensieve boomoogst) het bos niet meer kan herstellen.
We overwegen hoe we het verloop van het experiment zichtbaar kunnen maken voor een breder publiek (via bijv. een website), maar zijn nog niet zover.
Dan voor de aanmoediging, vriendelijke groet, Frank Sterck
Neemt u in het onderzoek ook mee wat de effecten zijn van het diep ploegen van kapvlaktes? Dit is nog veel ingrijpender dan het klepelen, en funest voor de recreatiewaarde omdat de bodem er de komende eeuw uit ziet als een soort aardappelakker, en het beeld van natuur dus weg is. Voor biodiversiteit en CO2-opslag zal het waarschijnlijk ook niet goed zijn. Zie mijn opinieartikel in de Nieuwsbrief Milieu en Economie: http://www.nieuwsbriefmilieueneconomie.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=689:natuurvolgend-bosbeheer-versus-intensieve-bosbouw-a-la-staatsbosbeheer&catid=43&Itemid=131
Beste meneer Wind,
We nemen in ons experiment niet diep ploegen mee omdat dit – zover ik weet – geen onderdeel uitmaakt van het huidige beheer van bestaande bosopstanden. Momenteel wordt ook klepelen zeer kritisch beschouwd, ook door boseigenaren en beheerders, omdat de nadelen (zoals uitspoeling van voedingstoffen, bodem verstoring, en inderdaad ook extra kosten) mogelijk niet opwegen tegen de voordelen. Een van de doelen van ons experiment is om dit soort van effecten inzichtelijk te maken, zodat we de juiste keuzes kunnen maken in het toekomstig beheer van onze bossen.
vriendelijke groet, Frank Sterck
Tenminste in Boswachterij De Vuursche is dit wel degelijk onderdeel van het beheer, nota bene in de Randstad in een druk door recreanten gebruikt gebied. Ik kan u schokkende foto’s sturen, en heb erover gesproken met o.a. Harrie Hekhuis en Casper de Groot van Staatsbosbeheer. Voor uw onderzoek zou ik adviseren om het diep ploegen mee te nemen, want Staatsbosbeheer doet dit ook in andere delen van het land en het is nog veel schadelijker dan klepelen.
Ook wij hier in Kootwijk zijn heel erg benieuwd naar jullie bevindingen! Eigenlijk opmerkelijk dat er niet echt een wetenschappelijke basis lijkt te zijn voor het huidige kapbeleid. Ik ben ook benieuwd naar wat zaken als klimaatverandering en vastlegging van (meer) CO2 betekenen voor het bosbeleid. Van het klepelen worden we (ook?) verdrietig. Hopelijk blijkt uit jullie onderzoek dat dit niet goed is, ook vanwege de schade aan het bodemleven (insecten, etc.).
Het zou super zijn als de resultaten inderdaad ergens gevolgd kunnen worden!
Beste Frank, wij hebben de afgelopen week rondgefietst in Sauerland en omgeving. De bodem is waarschijnlijk heel anders dan in Nederland, maar ik kan me voorstellen dat hier veel ervaring is met houtproductie en verschillende manieren van het beheren van productiebossen. Soms zie je hele vlaktes waar het bos is omgehaald en het er in mei al net zo dor uit ziet als in Zuid-Europa. Het voorjaar in 2022 is weer heel droog. Op andere plekken halen ze kleinere oppervlaktes leeg, lijkt me betere kansen te bieden op het teruggroeien van nieuwe bomen. Lijkt me goed om ervaringen in andere delen van Europa mee te nemen.