Waarom is biodiversiteit belangrijk voor onze gezondheid?
De uitbraak van ziektes die zowel mens als dier kan besmetten neemt momenteel sterk toe. Wereldwijd is er een sterke toename in dergelijke ziektes. In Nederland kent iedereen de voorbeelden van de ziekte van Lyme, vogelgriep en Q-koorts. In andere landen is een sterke stijging van bijvoorbeeld tuberculose, Ebola of breken nieuwe ziektes uit zoals SARS en MERS. Wij lieten zien dat de uitbraak van een ziekte soms afneemt als het aantal diersoorten dat op een plek aanwezig is toeneemt. Hoe werkt dit? Hebben we biodiversiteit nodig om ons te beschermen tegen ziektes?
Meer diersoorten, meer ziektes?
Elke diersoort kent zijn eigen ziektes, maar er zijn ook ziekteverwekkers die verschillende soorten gastheren hebben. Veel ziekteverwekkers, zoals de ziekte van Lyme, kunnen overspringen van wild, naar vee, en zelfs naar de mens. Je zou dus kunnen zeggen dat hoe meer diersoorten er zijn, hoe meer ziektes er ergens kunnen voorkomen. Klopt! Maar wat we ook zien is dat de uitbraak van bepaalde ziektes lijkt toe te nemen als er juist minder diersoorten zijn. Hoe kan dat?
Als er minder diersoorten zijn, is de kans op een uitbraak van een ziekte groter.
De ene soort is de andere niet
Het heeft allemaal te maken met de geschiktheid van de gastheer om de ziekteverwekker door te geven. Sommige soorten zijn zeer geschikt als gastheer, en de ziekteverwekker kan zich daarin goed reproduceren en verspreiden. Andere gastheren zijn minder geschikt, minder competent. In een diverse soortengemeenschap hangt het er dus van af of het aantal competente gastheren voldoende groot is om de ziekte tot ontwikkeling te laten komen, zich te verspreiden en voor grote problemen te zorgen. Als er relatief minder geschikte gastheren zijn, omdat de soortdiversiteit hoog is, dan neemt de kans op uitbraak van een ziekte af.
Biodiversiteit beschermt ons tegen ziektes
Inderdaad, als er dus een hoge soortendiversiteit is, zien we vaak dat de kans op ziektes afneemt. In dat opzicht kan het verlies van soorten en het uitsterven of verdwijnen van soorten in bepaalde gebieden grote negatieve gevolgen hebben. Fragmentatie van een landschap door bijvoorbeeld wegen of landbouwgebieden, heeft vaak een negatief effect op het aantal soorten wat ergens voorkomt, en kan dus leiden tot onverwachte negatieve effecten, zoals de toename van bepaalde ziektes. Een hoge soortendiversiteit werkt dus soms als een buffer, waardoor de kans op ziektes afneemt.
Bij Wageningen University & Research doen we onderzoek naar de verbanden tussen ziektes, omgevingsfactoren en soortendiversiteit. Daarmee proberen we de ruimtelijke verschillen in uitbraken van bepaalde ziektes te begrijpen.
Heb je een vraag naar aanleiding van dit artikel? Stel hem hier onder.