“Wat maakt een docent tot een goede docent?” Dat is de vraag die ik aan Roel Dijksma stel. Hij is ‘docent van het jaar’ van Wageningen University & Research. Je hoeft maar 5 minuten met hem te praten.. en dan weet je het al… Deze man geeft bevlogen les. Lees wat een goede docent kan doen voor uw zoon of dochter op de middelbare school of in het hoger onderwijs. En hoe vindt uw zoon of dochter een goede docent die hem echt motiveert?
Een goede docent beheerst de stof
Aan Roel stelde ik de meest voor de hand liggende vraag die je aan een goede docent stelt.. “Wat maakt een docent tot een goede docent”. Roel Dijksma: “Je moet om te beginnen de stof volledig beheersen. Je vak moet je kennen ‘van haver tot gort.’ Ik vind dat je boven de stof moet staan die je doceert. Het is belangrijk dat je weet wat je studenten of leerlingen al weten en ook wat ze inhoudelijk nodig hebben om ze een stukje verder te brengen. Natuurlijk wil ik graag dat mijn studenten de eindtermen halen. We hebben duidelijk gedefinieerde leerdoelen. Er is precies beschreven wat een student moet weten wil hij zijn tentamen halen. Ik moet in kunnen schatten wat de student al wel weet en wat niet. Natuurlijk wil ik graag dat zoveel mogelijk studenten de tentamens halen. Kennisoverdracht is een belangrijke taak voor een goede docent”.
Een goede docent heeft contact met zijn groep
“Het maakt niet uit of je les geeft aan scholieren , aan studenten of zelfs aan volwassenen. Als docent moet je, zoals gezegd, inschatten wat ze al weten, maar ook wat ze interessant vinden. Je moet weten wat je studenten motiveert, waar ze echt in geïnteresseerd zijn. Zonder motivatie is studeren haast niet mogelijk. Die motivatie moet je als docent telkens proberen ‘aan te boren’. Dat kan ook in grote groepen.
Op dit moment heb ik onder andere een derdejaars groep van 70 man. Ik blijf niet voor de klas staan maar beweeg me letterlijk en figuurlijk door de groep. Waar is deze student mee bezig? Waar zie ik zijn gezichtsuitdrukking van opleven? Als ik interesse voel bij een individuele student, dan geldt dat vast ook voor meerderen. Op die manier raak ik aan individuele interesses, maar spreek de hele groep aan. Als docent kijk je als het ware mee over de schouder van de student“.
Individueel benaderen.. kan dat wel op een universiteit?
“Er zijn natuurlijk grenzen aan de tijd die je aan elke student kunt besteden. Contact met studenten betekent ook niet dat je elke avond met ze uit eten moet gaan. Dat is niet je functie als docent. Een goede docent weet wat zijn leerlingen al weten en wat niet. Er zitten studenten met verschillende kennisniveaus in mijn groep. Ik probeer heel snel door de stof te gaan die een enkele student nog niet weet, maar de grote massa al wel. Voor hen is het niet interessant als de stof telkens wordt herhaald. Je kunt studenten die wat extra aandacht nodig hebben ook buiten de lesuren bijpraten, bijvoorbeeld tijdens excursies en practica.
Ook al heb ik grote groepen, ook al zijn er niveauverschillen, ook al zijn er studenten die mijn vak voor het eerst doen en ook studenten die mijn vak overdoen omdat ze het tentamen niet gehaald hebben… ik probeer iedereen individueel te benaderen”.
En wat geeft jou dan energie?
Het is wel duidelijk… deze docent draait niet op routine. Maar hoe houdt deze man energie voor zijn werk? “Wat mij energie geeft…Ik geef graag les aan eerstejaars studenten. Zo leg je de kiem voor interesse in je vak. In het begin volgt iedere student een vast programma, maar later gaan ze meer en meer hun eigen weg binnen mijn vakgebied. Zo specialiseert iedereen zich op basis van zijn eigen passie. Tegen de tijd dat studenten af gaan studeren zijn ze met zoveel verschillende projecten bezig… in Nederland en ook internationaal. Dat geeft me energie, dat je studenten ziet groeien”.
En onderzoek dan?
Je hoort wel eens dat docenten op een universiteit liever onderzoek doen dan lesgeven. Vind jij lesgeven leuker dan onderzoek doen? Roel aarzelt even… “Eigenlijk is het misschien een samengaan van beide. Ik word vaak gevraagd om onderzoek te doen naar onderwerpen die ik interessant vind en daarover te schrijven. Maar mijn studenten hebben diezelfde interesses vaak ook.
Studenten die afstuderen doen uiteenlopende projecten waar ik dan, met hen, weer een publicatie over schrijf. Mijn studenten raken bevlogen voor mijn vak, ze onderzoeken met mij onderwerpen waar ze echte interesse in hebben, we sluiten dit samen af met een mooi artikel of scriptie. Dat onderwerp kan van alles zijn. Op dit moment werkt een student bij voorbeeld aan een onderzoek over de gevolgen van het afschaffen van de mijnbouw in Limburg op de grondwaterstanden. Er is een student bezig met onderzoek naar speciale eilanden in Indonesië waar Oerang Oetangs vrij en beschermd kunnen leven. Weer iemand anders doet een onderzoek naar het herstel van de mangrovebossen. Ik begeleid hen graag hierin, maar leer er ook van. Dat maakt dat mijn vak zich ontwikkelt. Ik geef nu les in heel andere dingen dan vijf jaar geleden”.
Onderwijs en onderzoek, beide belangrijk
Het valt niet mee om Roel te onderbreken. Eigenlijk wil hij nog wel uren doorpraten over zijn werk. Maar ik denk dat hij de kern te pakken heeft. Een goede docent heeft passie voor zijn vak en weet heel erg veel. Tegelijkertijd kijkt hij naar wat zijn studenten nodig hebben.
Je hoort vaker dat docenten op een hbo of universiteit eigenlijk vooral interesse hebben in het vak, minder in de studenten. Het is dan ook heel belangrijk dat bestuurders van hbo en universiteit ook letten op de onderwijsvaardigheden van hun docenten, hen faciliteiten geven om bij te scholen, onderwijs net zo hoog waarderen als de kwaliteit van hun onderzoek.
Hoe beoordeel je de kwaliteit van lesgeven op een hbo of universiteit?
Op de eerste plaats is er toezicht vanuit het ministerie. Een opleiding moet aan strenge eisen voldoen. Er is een speciale onafhankelijke commissie, de NVAO, die op de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland let.
Er zijn wel verschillen. Wilt u weten welke universiteiten , hbo’s en opleidingen het beste zijn in Nederland? Ieder najaar verschijnt ‘De Keuzegids’ waarin alle opleidingen van Nederland met elkaar vergeleken worden. Ook is vandaag weer de vergelijking van universiteiten door Elsevier verschenen
Een student kan ook zelf aanvoelen of een docent bij hem past. Op een Open Dag en vooral een meeloopdag ontmoet een aanstaande student zijn toekomstige docenten (voor een deel). We adviseren onder andere om deze reden naar minimaal drie Open Dagen en drie meeloopdagen te gaan. Een scholier moet kunnen vergelijken en de opleiding kiezen die het beste bij hem past. Kijkt u als ouder voorzichtig over zijn schouder mee?