Ontheemden in Congo ontvangen elementaire noodhulp in de vorm van pannen, zeep en emmers. Ontwikkelingseconoom Maarten Voors onderzoekt wat dit nu echt oplevert. De noodhulp blijkt een sterk positief effect te hebben op de veerkracht en de mentale gezondheid van ontheemden. Ze worden ondernemender en zien meer perspectief. Heb jij ideeën of vragen over noodhulp aan vluchtelingen?
Door geweld van rebellengroepen en soldaten slaan in het oosten van de Democratische Republiek Congo grote groepen mensen op de vlucht. “Meestal vinden ze onderdak bij familie, vrienden of onbekenden in dorpen één of twee dagen lopen verderop”, vertelt ontwikkelingseconoom Maarten Voors. “Ze hebben alles achter moeten laten en hun gastfamilies zijn vaak ook erg arm.”
Daarom verstrekt de VN bonnen aan de armste vluchtelingen, waarmee ze op een speciale markt essentiële spullen als potten en pannen, kleding, stof, matrassen, dekens, emmers en zeep kunnen aanschaffen. De huishoudens ontvangen vouchers ter waarde van in totaal 55 tot 90 dollar, afhankelijk van de gezinsgrootte.
Ook de armste 10 procent van de dorpsbewoners krijgt deze vouchers. “Zelfs de armste dorpelingen vangen vluchtelingen op. Soms hebben de gastgezinnen zelf al eerder moeten wegvluchten. Veel mensen in deze gebieden zijn constant in beweging”, zegt Voors.
Mobiel onderzoeksteam
Met collega’s van de Congolese Université Catholique de Bukavu, New York University en Simmons University, voert ontwikkelingseconoom Maarten Voors een veldexperiment uit in het oosten van Congo. Ze onderzoeken de impact van deze vorm van noodhulp. “Dat is erg relevant; het gaat immers om miljoenen mensen per jaar”, aldus Voors. De non-profitorganisatie International Initiative for Impact Evaluation (3ie) heeft het onderzoek gefinancierd.
De studie is in een jaar tijd in 31 dorpen gedaan. “Zodra een ngo meldde dat er vluchtelingen in een dorp waren aangekomen, ging er meteen een mobiel onderzoeksteam op af”, licht Voors toe. Het onderzoek is bovendien heel zorgvuldig gedaan, benadrukt hij. “Daardoor kunnen we zien dat de verbeteringen echt door het programma zijn veroorzaakt en niet door iets anders.”
Sociale integratie
Voor het onderzoek kregen zeventig extra huishoudens de noodhulp, bovenop de door de hulporganisatie geselecteerde groep die de VN-bonnen sowieso al ontving. “Het gaat om de gezinnen die net niet voor de vouchers in aanmerking kwamen, maar nog steeds heel arm zijn”, zegt Voors. Van deze huishoudens kregen zeventig willekeurig gekozen huishoudens de noodhulp wel en zeventig andere niet. Het onderzoeksteam bevroeg en onderzocht beide groepen direct en zes weken later nog eens. Het onderzoeksteam keek naar de mentale en fysieke gezondheid, de materiële omstandigheden en de sociale inbedding. “Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of er door de spullen conflicten ontstaan, of dat mensen ze juist gaan delen”, legt Voors uit.
“ Met eenvoudige en concrete hulp, die relatief weinig kost, kun je mensen weer wat hoop en perspectief bieden.”
Ondernemend
Inmiddels kunnen de onderzoekers vaststellen dat de noodhulp de sociale integratie tussen de ontheemden en hun gastfamilies bevordert. De spullen worden gedeeld, geruild en uitgewisseld in het gebruik. Ook de materiële veerkracht stijgt. Deze valt niet alleen af te leiden aan de bezittingen zelf, maar ook aan de voedselzekerheid en de ondernemendheid van mensen. “De ontvangers van de noodhulp worden ondernemender en durven ergens in te investeren”, legt Voors uit.
Hoop en perspectief
Het sterkste gunstige effect geldt de mentale gezondheid. Mensen ervaren minder stress, slapen beter en hebben het gevoel dat ze meer controle over hun leven hebben. De lichamelijke gezondheid is echter niet verbeterd en de kindersterfte is helaas ook niet afgenomen. Voors: “Wellicht zijn zes weken te kort om daar veranderingen in te zien. We willen nu naar de effecten op langere termijn kijken en hopen daar deze zomer meer over te kunnen zeggen.”
Tot nu toe is hij erg tevreden over de resultaten van het onderzoek. “Met deze eenvoudige en concrete hulp, die relatief weinig kost, kun je mensen weer wat hoop en perspectief bieden. Het VN-programma dat de vouchers beschikbaar stelt, is enorm groot. Daar worden dus enorm veel mensen mee geholpen.”
Conflictgebieden
Maarten Voors doet al jaren onderzoek in gebieden die worden of werden geteisterd door conflicten.
In 2012 baarde zijn onderzoek in Burundi, onder slachtoffers van de burgeroorlog, veel opzien. Zowel een grootschalige enquête als een veldexperiment wezen uit dat dorpelingen uit conflictgebieden eerder willen samenwerken. Het veldexperiment was gebaseerd op de gedragsexperimenten met geld die zijn ontwikkeld door psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman.
Altruïstischer door oorlog
Voors zag dat slachtoffers en mensen uit dorpen met veel slachtoffers, bereid zijn veel meer te delen. “Uit alles blijkt dat de schok die mensen hebben gekregen door het conflict, leidt tot meer samenwerking en altruïsme. Terwijl het gangbare idee onder economen juist was dat oorlog leidt tot afbraak van vertrouwen”, aldus Voors. Dit onderzoek vond elders veel navolging. Voors: “Voor overheden, bedrijven en ontwikkelingsorganisaties die beleid of projecten willen opzetten of evalueren, is het heel belangrijk om te weten hoe mensen met elkaar omgaan en hoe hun beleid uitpakt.”
Meer lezen:
- Over de achtergrond van dit onderzoek
- WUR is ook betrokken bij projecten en onderzoeken rondom betere leefomstandigheden voor vluchtelingen in onder meer Jordanië, Libanon, Bangladesh en Oeganda
- Interview met Maarten Voors en een studiegenoot over hun loopbaan
- “Oorlog maakt mensen minder egoïstisch”, over het veldonderzoek in Burundi
- Read this article in English
Foto’s: Douglas Bashonga