De internationale Wereldvoedseldag (16 oktober) die jaarlijks wordt georganiseerd op initiatief van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties vraagt aandacht voor voedselzekerheid in de wereld. Van oudsher gaat het dan over het wereldvoedselprobleem. Is er wel voldoende voedsel beschikbaar is om de groeiende wereldbevolking van eten te voorzien? Vanwege de klimaatsverandering komt ook duurzame voedselproductie steeds hoger op de agenda. Dit jaar wordt speciaal aandacht gevraagd voor de noodzaak om de toegang tot voedsel te verbeteren.
Voldoende voedsel produceren
Terwijl de technische mogelijkheden om voldoende voedsel te produceren aanwezig lijken te zijn, blijkt het veel moeilijker om dit voedsel op de juiste plaats en tijd beschikbaar te krijgen en ook voor armere bevolkingsgroepen toegankelijk te maken. De snelle voortgang van de verstedelijking voegt daar een extra uitdaging aan toe. Terwijl nu ruim de helft van de wereldbevolking in steden woont, wordt verwacht dat in 2050 tweederde van de mensen in steden woont en werkt. Ook het aantal mega-steden (met meer dan 10 miljoen inwoners) is de afgelopen 25 jaar toegenomen van 10 naar 28, en naar verwachting worden dat er 41 in 2030.
Transport voedsel
Stedelijke bevolking ander voedselpatroon
De stedelijke bevolking neemt ook snel een heel ander voedingspatroon aan. Het traditionele dieet waarin granen en knolgewassen een hoofdrol spelen wordt in hoog tempo vervangen. Het nieuwe voedingspakket bevat veel meer suikers, vetten en dierlijke eiwitten. Supermarktketens maken in veel ontwikkelingslanden een onstuimige groei door. In Afrika wordt een kwart van alle voedsel in supermarkten gekocht, terwijl dit aandeel in Oost-Azië al het dubbele bedraagt. Ook de consumptie van verwerkt en voorverpakt voedsel neemt snel toe, vooral onder mensen met lage inkomens en dubbele banen. Ook wordt het bezoek aan fast food restaurants steeds populairder.
Het wereldvoedselprobleem krijgt een geheel ander gedaante.
Wereldvoedselprobleem
Lees meer over dit onderwerp op de website van Wageningen University & Research.
Graag hoor ik uw reactie.