‘Ik weet nog steeds niet wat ik later worden moet…’, verzuchtte mijn kleindochter Helena. Een veelvoorkomende zorg voor jonge mensen. Maar weet je hoe oud Helena is?
Een studiekeuze maken, je beroep kiezen… Voor veel jongeren een worsteling
Een goede studiekeuze en loopbaan die bij je past… Dat wil iedereen. Hoe help je als ouder je zoon of dochter dit te bereiken? Het begint met leren kiezen!
‘Ik weet nog steeds niet wat ik later worden moet…’
De mogelijkheden voor jongvolwassenen zijn eindeloos. Maar dat maakt het kiezen beslist niet makkelijker. Jongvolwassenen worden soms moedeloos van uitspraken als: “Ik wou dat ik de kansen had gehad die jij nu krijgt” of “Doe iets met je leven, de wereld ligt voor je open.” Goed bedoelde opmerkingen die iedere ouder wel eens maakt.
Maar je studiekeuze en loopbaan goed vormgeven, valt niet mee.
Wat moet je doen om als jong-volwassene goed te kiezen voor studie en loopbaan? Met eenvoudige ‘open vragen’ stellen kun je je kind al een heel eind op weg helpen. Open vragen helpen jongeren om goed na te denken over zichzelf. En dat is de basis voor een goede studiekeuze.
Studiekeuze en loopbaan, wat moet je kunnen?
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe je vorm kunt geven aan je studiekeuze en loopbaan (o.a. door Frans Meijers en Marinka Kuijpers). Het gaat om het leren van vijf belangrijke competenties (vaardigheden) als je keuzes moet maken voor je toekomst:
- Wie ben ik, wat kan ik?
- Wat wil ik, wat drijft mij?
- Welk soort werk past bij mij?
- Wat wil ik worden?
- Wie kan mij daarbij helpen?
‘Ik weet nog steeds niet wat ik later worden moet…‘ Maak het concreet…
Wat betekenen deze vragen concreet en hoe kun je je studiekeuze en loopbaan hiermee vormgeven? Ouders en ook school doen jongvolwassenen een groot plezier door te praten over hun loopbaan en de dingen die ze al kunnen. Ga daarbij uit van wat er wél kan. Wij noemen dat de ‘wondervraag‘. Wat zou je doen als alles mogelijk was? Dat is een mooi begin van nadenken over je toekomst. Maar maak het tegelijkertijd niet al te concreet. Een jong-volwassene die weet welk thema / interessegebied hij op wil pakken, is al een heel eind.
1: Wie ben ik? Wat kan ik?
Geen makkelijke vraag om te beantwoorden. Ga niet invullen wat jij dénkt dat je kind goed kan. Laat hem dat zelf ontdekken. Vraag door op de kwaliteiten van je kind. “Wat ging er goed, op school en buiten school?” “Wat kunnen anderen van je leren?” “Waar krijg je complimenten over?”
Bij iedere belangrijke keuze die je maakt, moet je stilstaan bij je kwaliteiten. Vaak zijn jongeren zich niet bewust van een passie die ze hun hele leven al hebben. Of ze realiseren zich niet dat er bij die passie ook een studie en beroep te vinden is. Help je kind met het zoeken naar zijn passie. En zijn kwaliteiten. Ook daar hebben jongeren soms geen goed beeld van.
2: Wat wil ik, wat drijft mij?
Om deze vraag te beantwoorden moet je denken aan: “Wat vind ik interessant?” “Wat is voor mij echt belangrijk?” “Waar wil ik écht moeite voor doen?” “Wat raakt me?” Vraag eens wat interessant is, op school of buiten school? Wat maakt dat nou zo interessant? “Waarom is een bepaald televisieprogramma interessant?” “Waarom is het belangrijk voor je om dit of dat te doen?” “Naar welke Netflix series kijk je graag? ”
Maak geen spervuur van je vragen, kies je moment, praat er niet te lang over en kom later eens terug op de antwoorden.
3: Welk soort werk past bij me? ‘Ik weet nog steeds niet wat ik later worden moet…’
Dit is een lastige vraag voor een puber. Het geeft al veel inzicht als je eens praat over welke activiteiten interessant zijn bij schoolopdrachten. Zijn dat ‘leer-dingen’ of juist dingen die je ‘doet’? Is het leuk om in een groepje te werken of werk je liever alleen? Of praat over dingen die je kind buiten school doet… Heeft je kind een bijbaan? Vraag eens wat hij daarin goed kan? En wat minder goed gaat… Zit hij op een sport? Wat maakt deze sport leuk? En het gaat eigenlijk pas in de laatste fase van de studie over welk beroep het precies moet gaan. Tijdens de studiekeuze is het vooral belangrijk dat je een interessegebied kiest. Daarbinnen kun je nog heel veel variëren en schuiven. En veel studenten doen dat ook.
4: Wat wil ik worden?
Denk niet meteen aan een beroep maar meer aan wat je wilt met je leven. “Wat zijn je ambities?” “Wat wil je op korte of langere termijn bereiken?” “Wat is nodig om deze doelen te halen?” “Welke stapjes moet je zetten om je toekomst vorm te geven?” “Hoe en waar doe je dat?” “Wat ga je oefenen, binnen en buiten de school?” “Hoe bewijs je voor jezelf dat je gedroomde toekomst echt bij je past?” Koppel deze vragen niet alleen aan een beroep. Veel jongeren kennen maar weinig beroepen. Bovendien kan niemand voorzien welke beroepen er in de toekomst nodig zijn. En het duurt echt nog even voordat je kind is afgestudeerd. Beter is het om je te focussen op interessegebieden. Niemand weet hoe het over een paar jaar met de werkgelegenheid is en welke beroepen hard nodig zijn. Het kan overigens geen kwaad eens te snuffelen in de Nationale Beroepengids. Dan zie je dat er echt veel beroepen zijn waar zelfs jij nog nooit van hebt gehoord.
5: Wie kan me daarbij helpen?
Netwerken kunnen je helpen. Belangrijke vragen zijn bijvoorbeeld… “Wie heb je nodig om je doelen te realiseren?” “Wie ken je al?” “Hoe kun je andere mensen die je nodig hebt leren kennen?” Welke netwerken heeft je kind? En in welke netwerken zit je zelf? Jij en je kind kennen meer mensen dan je denkt. Binnen deze netwerken kan je kind misschien eens snuffelen aan een werkveld of interessegebied.
Op welke leeftijd?
Op welke leeftijd moet je beginnen met het kijken naar loopbaancompetenties? Waarschijnlijk kunnen de meeste jonge leerlingen de moeilijke keuzevragen niet aan en moet je de vragen een beetje omschrijven. Wat op elke leeftijd kan:
- Samen aandacht besteden aan je kwaliteiten.
- Samen praten wat je wilt met je leven.
- Samen praten wat je écht interessant vindt…
Als je kind al gekozen heeft…
Heeft je kind al een ‘droombaan’ in gedachten? Stel dan deze vragen eens over de droombaan. “Waarom vind je dat deze droombaan bij je past?” “Zou je je droombaan aanraden aan iemand anders en waarom dan wel of niet?” Zo kun je als ouder ook een beetje kijken of het beroepsbeeld wel een beetje klopt met de werkelijkheid. Een voorbeeld: is ‘dokter worden’ vooral mensen helpen? Of ben je vooral crisismanager als arts?
Vraag niet teveel door naar concrete beroepen. Veel studenten ontdekken hun ideale beroep past écht als ze bijna klaar zijn met hun studie. En dat verandert dan ook weer na een paar jaar.
In de spiegel kijken
Ouders kunnen hun kind goed leren om ‘in de spiegel’ te kijken. Dat is nuttig in alle fases van je leven. Zelfkennis is de beste basis voor een fijne loopbaan, en een goede studiekeuze . Je kind complimenten geven als er iets goed lukt is een belangrijk begin van zelfkennis. En aangeven wat minder goed is gelukt ook. Het uitgangspunt is natuurlijk dat kinderen en jongvolwassenen voelen dat je van ze houdt, met hun kwaliteiten én dingen die ze minder goed kunnen.
Deel ook je eigen zoekproces
Nadenken over wat je wilt met je toekomst, is op elke leeftijd en in elke levensfase belangrijk. Ik zie dat veel jongeren geen idee hebben van de (studie)loopbaan van hun ouders. Ze denken vaak dat jouw loopbaan één recht pad van A naar B naar C tot en met Z is. Vertel je kind ook over jouw keuzes, de dingen die goed gingen in je loopbaan en wat er niet zo goed ging. Je doet er je kind een groot plezier mee. Vaak denken studiekiezers dat een studiekeuze een keuze voor het leven is. En dat vinden ze beangstigend. Laat je kind zien hoeveel kronkelpaden er is jouw leven zijn geweest. En hoe je belandde in banen waar je nooit aan had gedacht. En hoe die baan in de loop van de tijd ook weer veranderde. En dat dit heel gebruikelijk is.
Maar nu mijn kleindochter die tegen me zei: ‘Ik weet nog steeds niet wat ik later worden moet…’
Ze voelde het als een serieus probleem. En weet je hoe oud ze is? 7 !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Blijkbaar ligt er al heel vroeg druk op leerlingen om over de toekomst na te denken. Dat is toch bizar.
Weet Helena het over 10 jaar nog niet? Dan zijn de vijf keuzevragen zeker belangrijk. Maar om heel jong al concreet met beroepskeuze bezig te zijn… Nee, echt niet doen. Vraag je kind pas in de laatste fase van zijn studie wat hij worden wil. Dat is echt vroeg genoeg. Overigens zeg ik zelf nog wel eens tegen jongeren die er een beetje gek van worden als hun ouders alsmaar naar het toekomstige beroep vragen: “Vraag je ouders eens welk beroep zij hebben over vijf jaar…” Zeer veel ouders zullen niet met zekerheid kunnen zeggen welke baan ze dan hebben en wat die baan concreet inhoudt. Zo snel verandert onze wereld…