Lesgevers en studenten zullen het bevestigen: motivatie is de basis voor studiesucces. Dit wordt ook ondersteund door veel onderwijskundig onderzoek. Maar hoe ontdekt uw kind waar hij werkelijk gemotiveerd voor is?
Hoe ontdek je waar je werkelijk gemotiveerd voor bent?
Weten wie je bent en wat je wilt is een belangrijke basis voor het maken van keuzes, en zeker voor het maken van een goede studiekeuze. Jongeren worstelen daar soms mee. Ze zijn in een levensfase waarin er op zoveel vragen antwoord gevonden moet worden… Jongvolwassenen geven vaak aan dat u als ouder een belangrijke rol kunt spelen in dit proces van zelfontdekking. Daarbij willen ze, terecht, zelf de regie op hun leven. Ouders die een luisterend oor bieden, en een spiegel voorhouden, zijn heel belangrijk. Op school kunnen de decaan en de mentor een belangrijke vraagbaak zijn.
Extra ondersteuning nodig?
Maar soms is dit niet genoeg. Er zijn vele zelfstandige studiekeuzecoaches die jongvolwassenen kunnen helpen in hun zoektocht naar de ideale studie. De schooldecaan kan adviseren als u op zoek bent naar zo’n studiekeuzecoach voor uw kind. Op dit blog vindt u verschillende verhalen van studiekeuzeprofessionals. Monique Bettonviel is er daar een van. Zij schreef onderstaand artikel.
Iedereen heeft talent
Ieder mens beschikt over verschillende talenten. De kunst is om ze te ontdekken en ze daarna optimaal in te zetten. Talent ontdek je door je te focussen op jezelf. Probeer te kijken wat je het beste kunt. Ontdek waar je blij van wordt. Als je je op jonge leeftijd al bewust bent van je talenten en drijfveren heb je een hele stap gezet. Je bent dan beter in staat om een studie en een loopbaan te kiezen die echt bij je past. Je zult bovendien beter presteren en zult minder snel afhaken.
Studie- en loopbaankeuze, motivatie is de basis voor studiesucces
Veel jongeren worstelen met hun studie- en loopbaankeuze. Maar als jongeren zichzelf beter kennen zullen zij met meer vertrouwen aan hun studie beginnen. Ze zullen minder snel afhaken. Daarom vraag ik aan alle jongeren die ik begeleid, om echt de tijd te nemen om zichzelf beter te leren kennen. Veel jongeren geven aan dat ze niet goed nagedacht te hebben over hun studiekeuze. Dat is jammer en onnodig. Dit leidt tot onnodig veel uitval in het eerste jaar.
SIMA-methode: motivatie is de basis voor studiesucces
Ik maak gebruik van de SIMA-methode, Systeem voor Individuele Motivatie Analyse. Deze is ontwikkeld door de Amerikaanse personeelsfunctionaris en auteur Arthur F. Miller. Het doel is om voor ieder individu een uniek motivatiepatroon vast te stellen. SIMA is gebaseerd op een eenvoudig en logisch principe. Als we willen weten wat ons motiveert, dan moeten we kijken naar ons gedrag. Wat doen we tijdens het uitoefenen van activiteiten die we plezierig vinden? Wat motiveert ons? Motivatie zorgt ervoor dat gedrag geactiveerd wordt. Motivatie geeft richting. ben je gemotiveerd, dan kun je iets langer volhouden. Wat mensen motiveert verschilt van persoon tot persoon. Ieder individu beschikt over een uniek motivatiepatroon. Anton Philips heeft de SIMA methode in 1988 naar Nederland gehaald.
Hoe ontdek je waar je werkelijk voor gemotiveerd bent? Onderwerpen en omstandigheden
Om het motivatiepatroon in kaart te brengen, gebruiken we het MotivatieKompas. Dit bestaat uit de volgende vijf onderdelen:
- 1. Motiverende onderwerpen: de onderwerpen die je interesseren en waarmee je graag werkt.
- 2. Motiverende omstandigheden: de omstandigheden waarin je optimaal functioneert. Wat brengt jou er bijvoorbeeld toe om iets te gaan doen? Waardoor blijft het leuk? Welk resultaat wil je bereiken? Maar ook: welke waardering vind je prettig? Wil je graag weten wat er van je verwacht wordt? Hoe kijk je aan tegen spelregels? Houd je ervan of ben je liever heel vrij bezig? En is het belangrijk voor je om in een gezellige, in een creatieve of in een ondernemende omgeving bezig te zijn?
En ook: je natuurlijke talenten, hoe werk je en wat zijn je drijfveren?
- 3. Gemotiveerde vaardigheden: dit zijn je natuurlijke talenten. Het zijn de vaardigheden die je met het meeste plezier en gemak gebruikt. Vind je het leuk om iets te maken? Iets te bedenken? Of om iets te onderzoeken? Vind je het leuk iets te organiseren? Met mensen te praten?
- 4. Motiverende werkverhouding: welke plaats neem je van nature in als je met anderen bezig bent? Hoe sta je tegenover andere studenten of scholieren, leraren en ouders? En tegenover een leidinggevende?
- 5. Centrale drijfveren: Wat is datgene wat je bewust of onbewust telkens weer wilt bereiken? Wat is het centrale element dat iets leuk maakt voor je.
Wat zijn je sterke kwaliteiten?
De SIMA-methode is gericht op het achterhalen van je sterke kwaliteiten. Je sterke kanten vormen namelijk het uitgangspunt voor jouw ontwikkeling. Je ontdekt wat jou motiveert. Zo ontdek je wat je talenten zijn, welk beroep bij je past en welke studie je daarvoor nodig hebt. Tegelijk geeft de methode de nodige handvatten om te bepalen of een gekozen studierichting of beroep daadwerkelijk bij je past. Het MotivatieKompas is duurzaam. Het motivatiekompas komt op jonge leeftijd naar voren en blijft je hele leven constant aanwezig.
Hoe verloopt een traject met de SIMA-methode?
De studiekiezer omschrijft wat hij of zij graag doet en waar hij of zij goed in is. Ik vraag de studiekiezer ook in oude fotoboeken te bladeren, of om oude video-opnames te bekijken. Alles wat voor de leerling belangrijk was of is, telt mee. Denk bijvoorbeeld aan het redden van een dier. Dat is misschien iets wat hij of zij maar één keer in het leven heeft gedaan. In een handeling van slechts vijf minuten. Maar wat wel een goed gevoel heeft opgeleverd. Na het beschrijven van de activiteiten, interview ik de leerlingen. Het doel is om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Deze informatie hebben we nodig in de analyse, met een persoonlijk MotivatieKompas als resultaat.
Motivatie is de basis voor studiesucces: in eigen woorden omschrijven en vertellen wie je bent en wat je drijft
Aan de hand van het MotivatieKompas laat ik de leerlingen in eigen woorden omschrijven en vertellen wie ze zijn. Ik laat ze vertellen wat ze willen en wat ze kunnen. Je kunt dit zien als een persoonlijke ‘elevator-pitch’ (in het kort vertellen wie je bent alsof je iemand in de lift ontmoet). Ze vertellen in het kort wat ze graag doen. Ook doen we een oefening die heet: ‘Hoe wil ik dat mijn toekomstige werk eruit ziet’. Het doel daarvan is dat de leerlingen onder woorden brengen welke elementen in hun toekomstige werk moeten zitten.
Welke beroepsrichting?
In het tweede deel onderzoeken we eerst welke beroepsrichting aantrekkelijk is voor de studiekiezer. Daarna kijken we pas welke studierichtingen daarbij horen. Een voordeel van eerst de beroepsrichting kiezen, is dat de leerling zo een groter doel krijgt dan alleen het diploma van de opleiding halen. Als de leerling tijdens de studie vakken tegenkomt die niet leuk zijn, dan zullen ze niet snel denken dat ze verkeerd gekozen hebben. Die vakken moeten overwonnen worden. Zo kunnen ze hun grotere doel bereiken. Als alles in kaart is gebracht nemen we alle uitkomsten plus de beroeps- en studiekeuzemogelijkheden door. We maken een actieplan waarin staat welke stappen de leerling de komende tijd gaat zetten om tot een definitieve studiekeuze te komen.
Motivatie is de basis voor studiesucces
In mijn boekje ‘De 10 tips voor het ontdekken van jouw talent’ geef ik advies aan jongeren over hoe zij hun eigen talent en drijfveren kunnen ontdekken. En hoe ze die kunnen inzetten om weloverwogen keuzes te kunnen maken voor hun (school)loopbaan. In het boekje staan vragen geformuleerd. Jongeren kunnen, eventueel samen met anderen, nadenken over deze vragen en ze beantwoorden. Het boekje is specifiek voor jongeren geschreven. Decanen kunnen het onder de aandacht brengen bij hun leerlingen; mentoren kunnen de tips bijvoorbeeld ook tijdens mentorlessen gebruiken. En ook voor ouders kunnen de vragen inspiratievol zijn. Het boekje is in eigen beheer uitgebracht en is te verkrijgen via info@bewuststudiekiezen.nl of www.bewuststudiekiezen.nl.Monique Bettonviel, studiekeuzecoach