Uitgelicht

Stemmen met je vork: een duurzaam en gezond Nederlands voedselsysteem

Een gezond en duurzaam voedselsysteem met respect voor mens, dier en de aarde? Het kan. Samen met boeren en milieuorganisaties tonen Wageningse onderzoekers hoe het Nederlandse voedselsysteem eruit kan zien in 2050. Dan telen boeren alleen gewassen voor menselijke consumptie en eten dieren reststromen en gras. Ook zijn burgers actief betrokken, bijvoorbeeld in een voedselraad. Consumenten kunnen nu al beginnen door meer lokaal en plantaardig te eten. Stem jij al met je vork?

Nederland in 2050. Dan eten we meer plantaardig voedsel en krijgen kinderen voedselonderwijs. Voedselverspilling behoort tot het verleden en er is een aparte voedselminister. Reclames voor ongezonde snacks zijn verboden. Slimme toiletten scheiden onze urine en uitwerpselen zodat de voedingsstoffen kunnen worden gebruikt in de landbouw. Akkerbouwers verbouwen alleen nog gewassen voor mensen. Op de akkers groeien verschillende gewassen naast elkaar. Dieren krijgen bietenblad en andere gewasresten te eten, en gras. Koeien, varkens en kippen kunnen naar believen buiten grazen, wroeten en scharrelen.

Utopisch? Niet volgens Imke de Boer, hoogleraar Dierlijke Productiesystemen, en Evelien de Olde, onderzoeker in de groep van De Boer. Samen met boeren die al vernieuwend bezig zijn en met milieu- en natuurorganisaties ontwikkelden ze een visie op het voedselsysteem voor 2050. Met deze visie schopten ze het tot de groep van tien finalisten van de Food System Vision Prize van de Amerikaanse Rockefeller Foundation. Er waren 1317 deelnemers, waarvan er 79 doorgingen naar de halve finale. Het team van De Boer krijgt begin januari te horen of ze hun plan uit de doeken mogen doen op de wereldvoedseltop van de Verenigde Naties in september 2021.

Pioniers

“Het is een holistische visie op de toekomst, waarin zowel boeren, voedselverwerkers, consumenten, de overheid, supermarkten, financiers, toeleveranciers en natuur- en milieuorganisaties een steentje bijdragen om de benodigde omwenteling te bewerkstelligen.” De betrokken boeren brengen onderdelen van de voedselvisie al in de praktijk. Daarom is de samenwerking met hen wezenlijk, onderstreept De Boer. “Ik ben een wetenschapper en denk over het voedselsysteem na, maar zij zijn de pioniers en laten al zien dat voedsel produceren ook anders kan.”

“Het is heel belangrijk dat mensen weten hoeveel moeite en energie er zit in de productie van voedsel. Daardoor worden ze zich bewust van de werkelijke waarde van ons eten.”

Imke de Boer, hoogleraar Dierlijke Productiesystemen

Draagkracht van de aarde

Het voedselsysteem veroorzaakt wereldwijd ongeveer een kwart van alle broeikasgasemissies, een derde van de verzuring, en het merendeel van de vermesting én het verlies aan biodiversiteit. Ook vergt de productie van ons voedsel ongeveer 40 procent van al het land op aarde – voor zover niet bedekt met ijs of woestijn – en gebruikt het 70 procent van al het irrigatiewater. En dan te bedenken dat een toenemend aantal mensen in de wereld lijdt aan overgewicht en daaraan gerelateerde metabole ziekten, zoals diabetes type 2. En dat terwijl honger en ondervoeding nog steeds op grote schaal voorkomen.

Planeet en consument

“Ons uitgangspunt zijn de grenzen van de planeet, oftewel de milieugebruiksruimte. Anderzijds is er het sociale fundament, gebaseerd op rechten voor de mens en andere dieren, zoals goede werkomstandigheden en goede leefomstandigheden”, licht De Boer toe. Opvallend is de grote rol die consumenten spelen in de voedselvisie. “Het is heel belangrijk dat mensen weten hoeveel moeite en energie er zit in de productie van voedsel. Daardoor worden ze zich bewust van de werkelijke waarde van ons eten.”

Betrokken burger

Veel burgers zijn in 2050 actief in voedselraden van producenten en consumenten, en hebben hun handen in de aarde in gemeenschappelijke voedseltuinen of hun eigen tuin. “Als mensen een moestuintje hebben of kruiden telen op hun balkon, krijgen ze een idee van wat er allemaal bij voedselproductie komt kijken.” Boerderijwinkels waar mensen lokale producten als kaas en groenten kopen, helpen de verbinding tussen consumenten en hun eten te versterken. En om kinderen van jongs af aan te leren waar hun eten vandaan komt, krijgen ze voedselonderwijs op school met bijvoorbeeld voedsellessen en uitstapjes naar de boerderij.

Drones en diverse gewassen

Die boerderij ziet er in 2050 anders uit dan nu. Het begint met een gezonde bodem en schoon water, legt De Boer uit. “In ons plan staan in Flevoland op de akkers bijvoorbeeld verschillende gewassen, waar nu monoculturen staan.” Strokenteelten en mozaïekteelten zorgen voor een effectiever gebruik van voedingsstoffen en water, waardoor er minder kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Landbouwrobots en drones helpen het gebruik hiervan stevig terug te dringen.

Meer plantaardig

De gewassen die de boeren telen, zijn alleen nog voor menselijke consumptie bestemd en niet meer voor veevoer. “Nu wordt in Nederland, maar ook wereldwijd ongeveer 40 procent van de akkers gebruikt voor de teelt van veevoer, zoals granen en mais voor de kippen en koeien. Die grond kunnen we veel beter benutten door voedsel voor mensen te verbouwen.” Dieren eten dan gewasresten waaronder bietenblad, andere reststromen uit voedingsindustrie en gras.

Kringloop

Dit betekent wel dat mensen minder dierlijke producten zoals vlees en zuivel gaan eten. “We moeten meer plantaardige voedingsmiddelen eten. Dat is bovendien gezonder.” Dat wil echter niet zeggen dat alle vee weg moet en we helemaal geen vlees en zuivel meer kunnen eten. “Dieren kunnen agrarische reststromen én graslanden die niet geschikt zijn voor gewasteelt omzetten tot hoogwaardig voedsel in de vorm van dierlijke eiwitten.” Een vorm van kringlooplandbouw dus, waarbij de hoeveelheid dieren is afgestemd op de agro-ecologische omstandigheden in een gebied en dierenwelzijn een belangrijke factor is.

Eerlijk

Volgens deze voedselvisie is Nederland in 2050 niet meer het tweede grootste exportland voor agrarische producten. Wat we zelf produceren, gaan we namelijk ook zelf consumeren. Zoals zuivel, aardappelen, wortelen, prei en uien. “Het was heel vreemd dat onze supermarkten Israëlische aardappels verkochten, terwijl onze boeren tijdens de eerste coronagolf hun aardappels nergens kwijt konden”, merkt De Boer op.
“Momenteel importeren we veel. Dat geeft elders een enorm landbeslag en waterverbruik en kan effect hebben op de lokale voedselzekerheid. Desalniettemin kan niet alles uit Nederland komen. Koffie of citrusvruchten kunnen we beter uit andere landen halen, maar dan wel voor een eerlijke prijs.”

Landbeheerders

Ook voor ons zelfgeproduceerde voedsel geldt in 2050: eerlijke handel. De rol van de boer verschuift van zo veel en goedkoop mogelijk produceren naar duurzaam en gezond produceren. Boeren beheren het land, met kunde en in harmonie met de natuur, bodemleven en biodiversiteit zoals insecten en weidevogels, en met oog en ruimte voor dierenwelzijn. Daar verdienen ze een goede boterham mee.

De Boer: “Nu is voedsel vaak te goedkoop omdat de externe milieukosten of sociale kosten niet zijn meegerekend. Daarom moeten we van bruto nationaal product naar bruto maatschappelijk product met aandacht voor behoud van natuurlijke hulpbronnen en rechten voor mens en dier.” De economie is dan niet langer leidend, maar dienend.

Voorbeelden

In Nederland zijn al veel verschillende initiatieven van boeren en consumenten die vorm geven aan duurzame en gezonde voedselproductie en – consumptie. Zoals Kipster, waar de kippen die de eieren leggen enkel reststromen eten. Of een initiatief als Herenboeren, waarbij consumenten samen bepalen wat ze eten en hoe het geproduceerd wordt. Het voedsel wordt rechtstreeks verdeeld onder de leden, zonder tussenkomst van handel of retail. De consument weet precies wat hij of zij eet.”
Bekijk deze initiatieven in de video hieronder:

Voedsel uit de buurt

De opstellers van de voedselvisie gaan zich nu inzetten om de transitie van het voedselsysteem te bewerkstelligen. “We willen zorgen dat we in Nederland meer voedsel uit de buurt eten en gaan supermarkten daartoe uitdagen. Ook vragen we straks onder meer het onderwijs om voedsellessen in te voeren en de overheid om heldere grenzen te stellen aan het milieugebruik”, aldus De Boer. Grote bedrijven en organisaties als Unilever, Wereld Natuur Fonds, Vogelbescherming Nederland en de Dierenbescherming ondersteunen deze inspanningen.

Overheden meekrijgen is eveneens essentieel. Boeren zijn gebaat bij een consistente langetermijnvisie, onderstreept De Boer. “Het landbouwbeleid hobbelt nu van de ene crisis naar de andere crisis. De beste oplossing is een duurzaam langetermijnbeleid.”

Boeren stimuleren

Het prijzengeld van $ 150.000 – dat begin januari mogelijk wordt aangevuld met nog $ 50.000 – dat De Boer en haar collega Evelien de Olde ontvingen van de Rockefeller Foundation gaat naar de boerenorganisaties die betrokken zijn bij de voedselvisie. “De drie organisaties verenigen een kleine duizend boeren en zijn zeer gedreven om bij te dragen aan een verandering van ons voedselsysteem.”
Toen de voedselvisie verscheen, ontving De Boer veel positieve reacties, vaak ook van boeren. “Veel boeren geven aan dat ze het best anders willen doen, maar niet weten hoe. Als je hen stimuleert en ondersteunt om hun bedrijf anders in te richten, krijg je uiteindelijk een massa die groot genoeg is om het balletje aan het rollen te brengen.”

Stem met je vork

Voor de consument is eveneens een glansrol weggelegd. Koop en eet vaker lokale producten. Maak restjes eten op, verspil geen voedsel. Eet een keer geen vlees. Probeer plantaardige producten zoals plantaardige zuivel of vleesvervangers. En eet samen, want dan kook je gezonder. Zo luiden de tips van De Boer. “Dit zijn dingen die je zelf kunt doen, iedere dag opnieuw. Stem met je vork.”

Meer lezen:

Mobiele versie afsluiten