De nieuwe Schijf van Vijf is door het Voedingscentrum gelanceerd. Deze is gebaseerd op de Richtlijnen goede voeding die de Gezondheidsraad november vorig jaar presenteerde. De hernieuwde Schijf heeft een fris en eigentijds beeldmerk gekregen dat het oude uit 2004 vervangt. De Schijf vertaalt het werk van de Gezondheidsraad naar het voedingspatroon van consumenten in de dagelijkse praktijk. Deze praktische toepasbaarheid is broodnodig, want de gezondheids- en milieuproblemen die met onze voedselconsumptie samenhangen, zijn ongekend groot en dringend. We worden met z’n allen te dik, hebben te kampen met voedingsgerelateerde hart- en vaatziekten of diabetes. Onze voedselproductie trekt een zware wissel op natuurlijke hulpbronnen zoals water en land, en heeft een groot aandeel in de uitstoot van broeikasgassen. Consument, producent en politicus kijken hier maar al te vaak van weg. Soms opzettelijk, maar eveneens omdat de nevenschade onzichtbaar blijft en we deze niet terugzien in de prijs van levensmiddelen of de kosten van volksgezondheid en milieu. Maar met wegkijken of negeren van deze olifant in de kamer brengen we oplossingen niet dichterbij.
Stappen zetten in de goede richting
De Schijf is uiteraard een kleine schakel in deze complexe voedingswereld, maar wel eentje die probeert mensen een duwtje in de goede richting te geven. De hoofdboodschap van minder dierlijke producten (vlees, zuivel, eieren) en meer plantaardige voeding (groenten, fruit en noten) is niet alleen voor iedereen goed te begrijpen, maar ook nog eens goed voor de gezondheid van mens en milieu. De Schijf helpt daarmee ingewikkelde problemen terug te brengen tot begrijpelijke informatie en concrete keuzecriteria. Het informatiemateriaal en de mediacampagne rond de introductie van de nieuwe Schijf moeten zoveel mogelijk Nederlanders gaan bereiken de komende tijd. De bedoeling is dat de update van de Schijf mensen aanzet om hun eigen eetgedrag te updaten en stappen te zetten in de geadviseerde richting.
De Schijf van Vijf en gedragsverandering
De Schijf is geen wondermiddel waardoor Nederlanders massaal gezond en duurzaam gaan eten. Zoveel historisch besef mogen we ondertussen wel hebben. Immers, sinds het verschijnen van de Richtlijnen in 1986 zijn we onverminderd teveel blijven eten van wat volgens de voedingsadviezen minder kan en te weinig van wat juist wordt aanbevolen. We eten te vet, te zout en te calorierijk. Kortom, worden richtlijnen niet gehaald, dan worden ze wel overschreden. En dit gebrek aan gedragsimpact van de Schijf maakt, paradoxaal genoeg, dat ze juist nu actueler is dan ooit.
De recente geschiedenis is niet gedoemd zich te herhalen. Hoopgevend voor de prognose dat de Schijf betere gedragsconsequenties gaat hebben, is dat brede doelgroepen via diverse moderne mediakanalen met de Schijf geconfronteerd gaan worden. Veel meer dan voorheen maakt het Voedingscentrum gebruik van sociale media en van iconen van het web met honderdduizenden volgers.
Het is inmiddels voldoende bekend dat we het met informatie alleen niet gaan redden. Maar in combinatie met de verwachtingen dat steeds meer mensen aan den lijve ondervinden wat goed respectievelijk ongezond eten met hen doet waardoor eten in steeds bredere kring een onderwerp van gesprek en levensstijl wordt, koesteren we hoop dat gedragsverandering geen onhaalbare kaart is.
Allemaal in actie komen
Behalve dat de inrichting van de omgeving, waarin we onze consumptieve keuzes maken, moet gaan veranderen ten gunste van het kiezen, kopen en koken conform de Schijf, is het wachten op een omslag in de mentaliteit. Het succes van de Schijf zal afhangen van consumenten die zich laten aanspreken en niet alle informatie wegwuiven als betutteling of inbreuk op hun consumentenrechten. Van de voedselsector die verantwoordelijkheid neemt in de herinrichting van het voedsellandschap in plaats van af en toe een decorstuk te verplaatsen. En van politici die, zoals onlangs in Engeland, beleid gaan voeren op basis van het antwoord dat ze hun kleinkinderen durven geven op de vraag wat ze gedaan hebben om mensen verstandig en verantwoord te laten eten.
Lees meer over:
Co-auteur: Ellen van Kleef