De groeipijnen van buurtmoestuinen
Het is niet altijd makkelijk om bij een enthousiast groeiend buurtmoestuininitiatief de noodzakelijke organisatorische taken in balans te houden met de hobby, het tuinieren. In een onderzoek voor de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research zijn kwetsbaarheden bij buurtmoestuinen geduid en is er een voorstel voor ondersteuning geformuleerd dat moet bijdragen aan robuustere buurtmoestuinen, d.w.z. buurtmoestuinen die zichzelf in stand weten te houden.
De vraag kwam van het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN) en NatuurSUPER. Beiden hebben de afgelopen tien jaar veel buurtmoestuinen ondersteund bij hun opstart. Ze vroegen zich af wat die tuinen nodig hebben om ook op de langere termijn te blijven functioneren.
We weten dat de tuinen bestaan, we weten dat de beheerders nog met vragen zitten, maar niet welke precies omdat we niet meer actief betrokken zijn na de opstartfase (IVN en NatuurSuper)
Van kwetsbare naar robuuste buurtmoestuinen
De focus van het onderzoek, dat ik samen met Jeroen Kruit heb uitgevoerd, is het inventariseren van de (ontwikkel)behoeften van buurtmoestuinen die de opstartfase voorbij zijn. Aan de hand van een opdeling in drie fasen (opstart, doorgroei, continuïteit) is getracht de ontwikkeling van 14 tuinen, die onderdeel waren van de casestudies, te duiden.
Buurtmoestuin BergbOss is één van de 14 tuinen. Het betreft een organische buurtmoestuin in Oss die in 2013 door buurtbewoners is opgezet. Met ongeveer 25 families uit de buurt worden er in de tuin dertig moestuinbakken onderhouden; ieder gezin heeft een eigen bak waarin naar believen getuinierd mag worden. Verder zijn er ook grotere wisselbakken waarin gezamenlijk getuinierd wordt. De huidige locatie is echter nog steeds bouwgrond en in de komende twee tot drie jaar zal er waarschijnlijk weer gebouwd worden. Dit betekent dat de buurtmoestuin een nieuwe locatie zal moeten vinden.
De buurtmoestuinen zijn verschillend gestart, hebben met veel energie mooie dingen bereikt en staan na een aantal jaar allemaal ergens anders. De ontwikkelfasen zijn vervolgens afgezet tegen de mate van kwetsbaarheid van de tuinen. Hoe groter de kwetsbaarheid van een buurtmoestuin des te groter is de kans dat de tuin binnen afzienbare tijd stopt. Alle onderzochte tuinen lijken een zekere kwetsbaarheid te hebben.
De onderzoekers komen tot vier belangrijke kwetsbaarheden:
- leiderschap
- financiën
- locatie
- tijd
Elk van deze kwetsbaarheden kan bij disfunctioneren op zichzelf al leiden tot het beëindigen van een buurtmoestuin. Buurtmoestuinen hebben zowel in de start, doorgroei- en continuïteitfase kennis en kunde nodig t.a.v. de vier genoemde kwetsbaarheden die zich richt op het vergroten van de robuustheid van de tuinen.
Kennis en ondersteuning
Veel kennis is vaak al bij (een deel van) de leden of bij andere tuinen aanwezig. Kennisuitwisseling tussen buurtmoestuinen lijkt dan een voor de hand liggende strategie. Echter met de ontwikkeling van zo’n tuin nemen organisatorische taken vaak een vlucht en dan wordt tijd een bottleneck. Mensen willen primair toch met de hobby bezig zijn en niet met het adviseren van een ander. Tevens komt naar voren dat (bestuurs)leden van buurtmoestuinen weinig tijd hebben voor kennisuitwisseling. Ook zitten ze veel met dezelfde vragen. Dan heeft het oprichten van een netwerk weinig zin. ‘Halen’ en ‘brengen’ van kennis moet in zo’n netwerk enigszins in evenwicht zijn en dat lijkt hier niet het geval.
Een alternatief is dan een (digitale) helpdesk, eventueel in combinatie met een toolbox. Dit kan een platform worden voor het brengen, halen, delen en verzamelen van kennis over buurtmoestuinen. Zo’n platform ontstaat niet vanzelf. Het vraagt om een initiator en beheerder. AVVN, de landelijke organisatie voor hobby- en volkstuinders is bereid gevonden de handschoen op te pakken. AVVN denkt aan een steunpunt voor kleinschalig gezamenlijk tuinieren vanuit een eigentijdse netwerkformule. Zo kan kennis vanuit verschillende groene organisaties, kennisinstellingen en deskundigen worden benut. AVVN heeft de ambitie de plannen in de komende periode nader uit te werken.
Meer informatie
Heb je ervaring met buurtmoestuinen en kun je je wel of niet vinden in deze aanbevelingen, laat dan vooral je ervaringen hieronder achter. We horen ze graag. Heb je nog vragen? Stel ze hieronder, we proberen ze graag te beantwoorden.
Interessant stukje. Ik ben zelf projectleider van een gemeenschappelijke tuin, sinds 2010 (meer stad- dan buurtniveau), en actief voor IVN in Groen Dichterbij. Ik vind de infobladen van Groen Dichterbij fijn; compacte praktische info. https://www.ivn.nl/groendichterbij/factsheets.
En daarnaast: het hielp enorm in spreiden van verantwoordelijkheid dat een aantal tuiniers een VELT-cursus ecologische moestuin volgden.
Ik ben voor het leiden van de tuin gecoached door een vrijwilliger van de SESAM-academie: senioren die hun bestuurskennis en ervaring doorgeven aan vrijwilligersorganisaties. Heb ik veel aan gehad.
Mijn indruk is dat een netwerk wel wat toevoegt. Niet mensen elkaar laten coachen, maar gelegenheid voor ontmoeting en gesprek organiseren; een gezellige borrel of info-avond, bij elkaar gaan kijken. Thematische, evt. lokale facebookgroepen werken voor mij ook goed om antwoord op vragen te geven en krijgen.
Interessant (ook om te lezen waar mijn buurman Jeroen zich mee bezighoudt). Ook ik wilde opmerken dat VELT al een belangrijke rol speelt als kennis- en leernetwerk voor ecologische moestuinen, in toenemende mate met aandacht voor sociale diversiteit. Zij zijn zeer groot en bekend in Vlaanderen maar timmeren ook in Nederland gestaag aan de weg.