25 juni 2024 | Categorie: Biobased Economy, Biobased producten, Voedsel

Rioolslib als fosforbron voor de glastuinbouw?

Door Alexander van Tuyll

Onderzoeker circulaire tuinbouw

In het voorjaar van 2024 bezocht ik twee wetenschappelijke conferenties. De eerste, Nutrients in Europe Research Meeting (NERM) ging over het halen van mineraal fosfor uit reststromen; de tweede, het European Horticultural Congress (EHC) over onderzoek in de tuinbouw. Beide keren vertelde ik een verhaal over de verbinding tussen beide vakgebieden: fosfor uit reststromen voor gebruik in kassen.

Vooropgesteld, de Nederlandse glastuinbouw is enorm efficiënt. Als het gaat om voedingsstoffen voor gewassen waarbij we moeten voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) werken we zelfs toe naar een glastuinbouw met zo goed als nul emissies tegen 2027. De andere kant van de keten, dus wat er de kas in gaat, zoals de oorsprong van meststoffen, kreeg tot nu toe echter minder aandacht.

Anders dan bij akkerbouw waar ook dierlijke mest wordt gebruikt is de glastuinbouw volledig afhankelijk van kunstmest: pure mineralen die, opgelost in water, de planten voeden. Wij zijn in ons onderzoek begonnen met het mineraal fosfor (P). Van alle fosfor dat als kunstmeststof Nederland binnenkomt gaat een derde naar de glastuinbouw. Ongeacht hoe efficiënt de glastuinbouw ermee omgaat: meststoffen van minerale oorsprong komen uit mijnen, en dat zijn eindige voorraden. Bovendien heeft het delven van deze voorraden impact op het milieu.

Reststromen met fosfor

Het kan anders. Namelijk met fosfor uit circulaire bronnen. We hebben daartoe verschillende opties onderzocht om fosfor met bestaande technieken uit reststromen te winnen. Met de centrale vraag ‘Welke van deze opties zijn geschikt?’ En, belangrijk, wat is er nog nodig om deze opties aantrekkelijk te maken voor de glastuinbouw?
In koeien- of varkensmest en compost zit bijvoorbeeld relatief weinig fosfor. Ze hebben ook al andere toepassingen, en compost is bovendien duur. Fosfor uit andere bronnen lijkt dan ook geschikter op dit moment.

Wij zien potentie in ‘rioolslibas’: As die over blijft na de verbranding van slib uit de rioolwaterzuivering.
Het gaat daarbij jaarlijks om grote hoeveelheden as waar de rioolwaterzuivering van af moet. Dit wordt diep onder de grond weggestopt. In mijnen, ironisch genoeg. Rioolslibas uit Nederlandse zuiveringsinstallaties bevat 7,5 duizend ton fosfor per jaar, wat daarmee drie keer de hoeveelheid is die jaarlijks in de glastuinbouw wordt gebruikt.
Een belangrijke kans dus om een slag te maken in de verduurzaming van het gebruik van meststoffen.

Scepsis wegnemen bij tuinders

Logische vraag is waarom we dan nog geen fosfor uit rioolslibas gebruiken voor de glastuinbouw. Uit ons onderzoek blijkt dat de tuinbouw prijstechnisch een interessante markt is.

De hobbels blijken van praktische aard. Bij sommige technieken, zoals het herwinnen van ‘struviet’ uit rioolslibas, kan de tuinder het fosfor niet direct gebruiken omdat het slecht oplosbaar is. Daartoe moet een zuur worden toegevoegd en het recept iets worden aangepast. In een high-tech kas wordt het water dat de plant niet opneemt opgevangen en opnieuw gerecirculeerd. Als een circulaire meststof contaminanten (bijvoorbeeld zware metalen) bevat, kunnen deze zich geleidelijk ophopen in het systeem en tot risico’s leiden. Het streven om zo goed als nul emissies van nutriënten te halen (efficiëntie) kan dus op gespannen voet staan met het streven naar circulariteit.
We hebben daarom berekend wat de maximale hoeveelheden van bepaalde contaminanten in de meststof mogen zijn, zodat dit geen problemen oplevert voor de teelt. Dat helpt eventuele scepsis bij tuinders wegnemen.

In dit tweede jaar van het KB-project ‘Living Lab Circular Greenhouse’ hebben we inmiddels een overzicht van wat producenten kunnen doen om reststromen geschikt te maken en wat de tuinders zelf kunnen doen om ermee te werken.
Nu gaat het nog om het leggen van de verbinding tussen beiden sectoren, die hebben zogezegd hun oog nog niet op elkaar laten vallen. Producenten van circulair fosfor zoeken hoogwaardige afzet van hun producten maar zijn te weinig bekend met de glastuinbouw als markt. De tuinbouwsector is juist nog onbekend met de optie van fosfor uit reststromen. Al zijn er de eerste positieve tekenen dat de sector wel naar alternatieven op zoek is, uit het oogpunt van duurzaamheid.

Verbinding leggen tussen producent en tuinder

Vanwege het leggen van die belangrijke verbinding tussen producenten en tuinders heb ik dit verhaal bij twee totaal verschillende wetenschappelijke congressen verteld. Bij de NERM, over fosfor uit reststromen, was het publiek verrast over de grootte van de Nederlandse glastuinbouw als markt en hoe deze toepassing van circulair fosfor daarin past.
Bij het EHC, een internationaal tuinbouwcongres, was het net andersom. Hier heb ik de terugwinning van mineralen gekoppeld aan de efficiënte gesloten teeltsystemen van de Nederlandse glastuinbouw.

Op beide plekken kreeg ik enthousiaste reacties. Conclusie is dat het belangrijk is dat we actief doorgaan met het leggen van verbindingen tussen de sectoren. In komende nieuwe projecten willen we ook andere meststoffen onder de loep gaan nemen. Het zijn twee werelden die elkaar niet kennen, maar die elkaar heel erg kunnen helpen.

Door Alexander van Tuyll

Onderzoeker circulaire tuinbouw

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *