11 januari 2017 | Categorie: Voedselbeleid

Duurzaam voedsel: is onze voedselproductie daadwerkelijk duurzaam?

Door Martin Scholten

Algemeen directeur Animal Sciences Group

Natuurlijk willen we allemaal gezond voedsel, dat ook nog eens duurzaam wordt geproduceerd. Dat wil zeggen: zonder overlast voor mens, dier en milieu. Zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit. Circulair en klimaatneutraal. In dit artikel vertel ik u meer over de productie van  duurzaam voedsel en voedselbeleid.

 

Integraal voedselproductie-systeem

Voor mij laat zich dat vertalen in een optimale productie van voor de mens gezond voedsel per hectare landbouwgrond, en steeds belangrijker: ook uit zee. Een integraal voedselproductie-systeem, dat gebaseerd is op gesloten kringlopen, waarin geen waardevolle biomassa verloren gaat.

Zo’n systeem laat zich echter niet vangen in simplistische duurzaamheidscriteria en rekenmodellen, die uitgaan van lineaire voedselproductie ketens. Die zetten ons op het verkeerde been. En ze leiden niet tot de noodzakelijke doorbraken. Doorbraken die gericht zijn op wezenlijke verduurzaming door betere sluiting van kringlopen met slimmere benutting van resources.

Bij een ‘biobased’ samenleving past een voedselsysteem, waarin we met minder grond voor landbouw, toch meer en beter voedsel produceren. En dat kan ook. Als we onze innovatiekracht vol inzetten en bereid zijn dogma’s en tradities los te laten.

 

Biomassa voor duurzaam voedsel

Graag deel ik in dit verband het volgende inzicht met jullie. Hoe vaak moet ik wel niet horen dat een duurzaam dieet weinig of geen producten van dierlijke oorsprong bevat…? Ik begrijp deze gedachte wel. Maar het is te kort door de bocht.

We komen op de aarde simpelweg land te kort om ons louter met planten te voeden, als we ook nog eens meer ruimte willen laten aan de natuur en stedelijk gebied. We kunnen niet zonder de eiwitten die vastliggen in biomassa die wij niet, maar onze landbouwhuisdieren wel kunnen of willen verteren. Denk aan gras, en resten uit de landbouw en voedselindustrie, zowel van plantaardige én dierlijke oorsprong. Tot aan zeewier en insecten toe.

Duurzaam voedselVoor landbouwhuisdieren is het een koud kunstje om die biomassa om te zetten in gezonde, voedzame en smakelijke voedselproducten: melk, eieren, vlees. Als we de veehouderij op een slimmere manier inzetten in een integraal, circulair ecologisch voedselsysteem dan is het meest duurzame dieet er een waarin tussen de 25 en 40% van de benodigde eiwitten van dierlijke oorsprong is. Met als bonus een neutrale carbon footprint. De modellen voor een dergelijke systeembenadering, waarin rekening wordt gehouden met kringlopen, zijn en worden ontwikkeld in de groep rond professor Imke de Boer in Wageningen.

 

Verbinding tussen veehouderij, akkerbouw en voedingsindustrie

Natuurlijk impliceert dit wel een betere verbinding van veehouderij, akkerbouw en voedingsindustrie. Voor een echte duurzame voedselproductie moeten we de gerichtheid op deelsectoren loslaten.

Want we hebben het hele agro-ecosysteem nodig: plant en dier; bodem en water; en niet te vergeten de mens. De uitdaging ligt in het vinden van een nieuwe balans tussen voedselproductie en consumptie; met precisielandbouw vanuit het totale systeem bezien.

 

Mest als waardevolle grondstof

MestVanuit dat perspectief nog wat anders: in het sluiten van de kringlopen in voedselsystemen speelt ook mest een wezenlijke rol. We zijn dat een beetje vergeten. Mest is tot een problematische afvalstof verworden. Ook daarin moeten we durven om te denken; en mest weer gaan zien als een waardevolle grondstof, zoals weleer, maar nu in het perspectief van een circulaire “biobased” samenleving. Of zoals de commissie Nijpels het aangaf: het vierde product van de veehouderij.

Kostbare organische stoffen en mineralen als alternatief voor gemijnde kunstmeststoffen, goed voor de bodem en daarmee bijdragend aan de oplossing van het klimaatprobleem, maar ook van waarde als bruikbare grondstoffen voor de biobased kringloop industrie. Het kan, op korte termijn, als we ons denken en doen rond mest radicaal over een andere boeg gooien. Ook voor de wetenschap een grote uitdaging.

 

Nederland heeft de beste boeren ter wereld. Het zou een nachtmerrie zijn als we die zouden verliezen.

 

Toekomst van voedselbeleid

Ik hoop van harte dat het voedselbeleid in de volgende kabinetsperiode niet blijft steken in een denken dat dogmatisch en begrenzend is. Ik wens daarentegen dat er een vernieuwend en integraal voedselbeleid zal komen dat ervoor zorgt dat ons systeem van voedselproductie daadwerkelijk duurzaam, circulair en klimaatneutraal wordt.

Een voedselsysteem dus, waarin ook de waarden van dierlijke eiwitten en mest ten volle worden benut. En waarin we de goede perspectieven van zee, zoals met zeewier, niet vergeten.

Zo’n systeem kunnen we bouwen met de innovatiekracht die ons land kenmerkt. Het is verdienstelijk voor de wereld, voor de aarde, voor de maatschappij en voor de innoverende ondernemers in de voedselproductie. Nederland heeft de beste boeren ter wereld. Het zou een nachtmerrie zijn als we die zouden verliezen.

Graag hoor ik hoe u hier over denkt.

Door Martin Scholten

Algemeen directeur Animal Sciences Group

Er zijn 5 reacties.

  1. Door: Mathijs Verweij · 23-02-2017 om 19:36

    “We komen op de aarde simpelweg land te kort om ons louter met planten te voeden, als we ook nog eens meer ruimte willen laten aan de natuur en stedelijk gebied”. Wat is hier de bron van? Dieren moeten toch plantaardig materiaal eten om te groeien tot vlees en het produceren van melk of eieren?

  2. Door: Aisha Halidu · 12-04-2017 om 09:15

    Ik trek deze stelling sterk in twijfel: “We komen op de aarde simpelweg land te kort om ons louter met planten te voeden, als we ook nog eens meer ruimte willen laten aan de natuur en stedelijk gebied” Bron alstublieft. En zou het niet zo zijn dat als geleidelijk aan veehouders omschakelen tot plantaardige voeding en tevens de dieren niet meer gefokt worden er dan wel genoeg grond beschikbaar zou komen?

  3. Door: Meike Noordijke · 28-09-2017 om 11:53

    “We komen op de aarde simpelweg land te kort om ons louter met planten te voeden, als we ook nog eens meer ruimte willen laten aan de natuur en stedelijk gebied” Ik heb het even onderzocht. Dieren zijn de grootste oorzaak van uitstootgassen. Zij kosten ons ook enorm veel ruimte en je kan er weinig mensen te eten mee geven. Als je al die weilanden die we nu gebruiken voor koeien en schapen nou is zou gebruiken voor aardappels produceren we veel meer voedsel. Zelfs zo veel dat we genoeg voor onszelf hebben en over hebben. Met het voedsel dat wij overhebben kunnen wij grootste dingen doen. We kunnen mensen in armere landen die te weinig voedsel hebben helpen, we kunnen de overschotten verkopen, dit is goed voor de economie. En doordat we dus genoeg ruimte hebben hoeven we ook niet meer alle bomen te kappen en zo ons zuurstof weghalen. En wat ook interessant is, koeien kosten enorm veel water en zo veel water is niet nodig om in dieren te steken. Door minder vlees te eten bespaar je badkuipen vol water tegelijk.

  4. Door: Margje Vlasveld · 07-10-2017 om 15:35

    Wat vreemd dat er geen antwoord gegeven wordt op de eerdere vragen.
    Verder zou ik graag in contact komen met mensen die bezig zijn met het ontwikkelen van regionaal beleid voor duurzaam voedsel. Nu zijn regio’s bezig met het opstellen van omgevingsvisies. Het lijkt mij belangrijk dat duurzame voedselproductie daarin meegenomen wordt, maar ik zie daar nog niets van.

  5. Door: Martin Scholten · 13-10-2017 om 13:43

    In mijn column pleit ik voor een agro-foodsysteem dat is gebaseerd op kringlopen. Dat betekent afstappen van het verder zoeken naar nog meer efficiëntie binnen lineaire ketens, maar over te stappen op systeemefficiëntie in een kringloopsysteem waar die ketens aan elkaar zijn geknoopt om zo min mogelijk van de agroproductie verloren te laten gaan voor voedselproductie.
    Dieren kunnen biomassa verteren die wij als mens niet kunnen verteren. Denk bijvoorbeeld aan gras en andere gewassen van marginale gronden die ongeschikt zijn om gewassen voor directe humane consumptie op te telen. Dieren kunnen ook gevoerd worden met gewasresten uit de akkerbouw of reststromen uit de voedingsindustrie. Het voeren van dieren met deze biomassa levert ons melk, vlees en eieren op zonder dat speciaal voor dat doel land gebruikt hoeft te worden voor de prodcutie van diervoedergewassen. Dit is een belangrijk principe in een circulaire, duurzame voedselvoorziening: meer gezond voedsel produceren uit het landbouwareaal dat we ter beschikking hebben. Zodat we niet meer land, grond, water en andere resources nodig hebben om voldoende voedsel te produceren.
    Voor de productie van brood moeten we granen telen, bijvoorbeeld tarwe. Wie tarwe teelt, teelt niet alleen de graankorrels, maar ook het stro. Van dit stro kan voedingsrijk diervoer worden geproduceerd zonder dat daar dus extra land voor nodig is. Hetzelfde geld bijvoorbeeld voor de bietenpulp dat een bijproduct is van de suikerindustrie, maar ook het eiwitrijke bietenblad dat nu wordt ondergeploegd.
    Het principe dat we land kunnen besparen door marginale gronden, bijproducten, en reststromen te benutten voor dierlijke productie is onder meer wetenschappelijk aangetoond in het paper van Van Kernebeek en co-auteurs uit 2015 (Saving land to feed a growing human population: consequences for consumption of crop and livestock products) en heeft tot een kentering geleid in het denken over circulaire en duurzame voedselvoorziening. De uitdaging is: 70% meer voedsel te halen uit de biomassa die we nu al in de landbouw produceren, door 70% meer van die biomassa te benutten. En daarvoor zijn landbouwhuisdieren heel nuttig, en zeer nodig.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *