Ooit gloorde de Jordaanse Vallei als bakermat van landbouw, te midden van de Vruchtbare Halve Maan, een gebied dat reikt van Syrië tot Egypte. Hier vond ongeveer 11000 jaar geleden een van de meest belangrijke transities in de menselijke geschiedenis plaats: het moment dat mensen planten en dieren begonnen te…
In het Europese project DRIVE4EU (‘Dandelion Rubber and Inulin Valorization and Exploitation for Europe’) werkt Wageningen University & Research samen met internationale bedrijven en onderzoeksinstituten aan een Europees alternatief: natuurrubber uit de Russische paardenbloem. Ik ben coördinator van DRIVE4EU en onderstreep het belang van een volwaardig alternatief voor de rubberboom.
De wereldbevolking groeit en daarmee ook de behoefte aan energie, chemicaliën, en producten zoals plastic, zeep, schoonmaakmiddelen, verf en lijm. Om daarin te kunnen voorzien, moeten we overstappen naar een economie, waarin we de grondstoffen voor deze producten uit duurzame, hernieuwbare bronnen halen in plaats van uit fossiele brandstoffen. Biomassa (plantaardig en dierlijk restmateriaal) is een belangrijke hernieuwbare bron.
We willen af van uit aardolie gemaakte kunststoffen. Daarom zijn we druk bezig met het ontwikkelen van degelijke biobased kunststoffen.
De nadelen van aardolie zijn bekend: het gebruik leidt tot aanzienlijke CO2-uitstoot en daarnaast wordt aardolie op termijn schaars, dus duur. Plastics zijn ook met duurzame grondstoffen te maken, bijvoorbeeld met zetmeel of melkzuur. Het lastige is dat de op olie gebaseerde kunststoffen over formidabele eigenschappen beschikken die we niet kwijt willen. De huidige biobased kunststoffen missen die cruciale eigenschappen vaak nog. Een petfles met cola, bijvoorbeeld, staat na twee jaar nog keurig onder druk. Dat lukt ons nog niet goed met een alternatief uit zetmeel. Ook voor een ijzersterke stof als nylon is nog geen vervanger gevonden.
Razendsnel worden nieuwe technologieën ontwikkeld die onze biobased economy op gang helpen. Maatschappelijk draagvlak creëren voor deze innovaties is alleen een tweede.
Het groene goud. Parel van de biobased economy. Dé bouwsteen van de groene chemie. Ongeveer 10 jaar geleden was geen superlatief te gek om de toekomstige rol van algen in onze economie te duiden. Begrijpelijk, want deze fabriekjes op microschaal beschikken over geweldige eigenschappen. Zo zitten ze boordevol waardevolle vetten, vetzuren, suikers en eiwitten, terwijl ze geen waardevolle landbouwgrond nodig hebben om te groeien. Inmiddels zijn we wat jaartjes verder. De hype is voorbij, maar enthousiasme is er nog steeds. Er is wel wat realiteitszin bijgekomen. Een snelle doorbraak als grondstof voor biobrandstoffen, bioplastics of bulkchemicaliën zit er voorlopig niet in. Wat niet wil zeggen dat industrieën, overheden en kennisinstellingen algen hebben afgeschreven. Integendeel.
Bacteriën, schimmels, gisten, algen… We staan er niet dagelijks bij stil, maar veel van wat we eten en drinken wordt door deze microscopisch kleine wezentjes bewerkt. Fermentatie, heet het natuurlijke bewerkingsproces waaraan veel producten hun smaak, geur, kleur, nutritionele waarde en houdbaarheid te danken hebben. Het biedt voedselproducenten eindeloos veel mogelijkheden, waarvan nog maar een fractie wordt benut.
Stel je een wereld voor zonder afval. Een wereld waarin reststromen niet als waardeloos worden behandeld, maar juist geld opleveren. Die wereld komt steeds dichterbij. Dankzij bioraffinage zien steeds meer bedrijven regionale reststromen van biomassa als inkomstenbron in plaats van kostenpost. Met bietenloof, maïsblad, bermgras en andere soorten reststromen valt in de regio geld te verdienen. Mits de juiste partijen elkaar vinden en de juiste methode van bioraffinage toegepast wordt.
Autobanden van rubber uit paardenbloemen, kleding uit restproducten van melk, glutenvrij bier, plastic dat afbreekbaar is – wie wordt er niet door optimisme overvallen bij de vele toepassingen die de bio-economie ons biedt. Het feestje in mijn hoofd werd echter al snel verstoord door een gesprek met een gerenommeerde technoloog. ”Biobased economy? Een doodlopende weg, helemaal niet duurzaam.”
Ik ben gefascineerd door planten. Niet alleen omdat ze kleur geven aan de dag, maar ook omdat ze boordevol ‘groene’ moleculen zitten. Moleculen die we gebruiken voor een breed scala aan biobased toepassingen. Zoals duurzame cosmeticaproducten bijvoorbeeld.