22 februari 2021 | Categorie: Geen categorie

Klimaatbestendige akkerbouw op veengronden

Door Marcel Vijn

Onderzoeker multifunctionele landbouw en stadslandbouw...

Nederland heeft veel veen- en moerige (= voor een deel veen) gronden. Door het verlagen van het waterpeil voor landbouwkundige doeleinden komt het veen in aanraking met de lucht en vergaat het langzaam. Dat heet veenoxidatie. Volgens de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland staat de uitstoot van broeikasgassen door veenoxidatie in Nederland gelijk aan 25% van de totale uitstoot aan broeikasgassen door auto’s op de Nederlandse wegen. Daarnaast zorgt veenoxidatie voor bodemdaling. Ook komen er bij de oxidatie van veen nutriënten vrij. Gezien de ontwikkeling richting kringlooplandbouw is dat niet gewenst. De nutriënten die vrijkomen, worden niet allemaal benut door de landbouwgewassen en spoelen uit, met nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit.

Beperken veenoxidatie

Het is dus zaak om veenoxidatie zoveel mogelijk te beperken. Maar wat betekent dit voor akkerbouw op veen- en moerige gronden? In samenwerking met betrokkenen en experts uit de Veenkoloniën zijn een aantal boerderijvarianten ontworpen en besproken die kunnen bijdragen aan een meer klimaatbestendige akkerbouw. Klimaatbestendige akkerbouw houdt hier in dat de uitstoot van broeikasgasemissies door veenoxidatie geminimaliseerd wordt (doelstelling uit het klimaatakkoord) en er toekomstperspectief voor de boer is.

Vervolgens zijn een zestal varianten die kansrijk worden geacht verder geanalyseerd en uitgewerkt. Een aantal gewassen en varianten zijn afgevallen, zoals cranberries. Dit wordt nog niet gezien als een haalbaar alternatief. De eerste stap was om de achtergrondgegevens en de huidige situatie op een rij te krijgen, die dienen als input voor de verdere analyse. Zo zijn er saldi (het verschil tussen uitgaven en inkomsten) opgesteld van gewassen en maatregelen die naar voren kwamen uit een eerder rapport of nieuwe ontwikkelingen in het gebied.

energie en water

Deze saldi zijn opgesteld op basis van literatuur en expertise die per hectare de opbrengsten en kosten vergelijken van energieproductie (zonnepanelen), grasland en vezel- en eiwitgewassen met het standaard bouwplan voor de Veenkoloniën (zetmeelaardappel, suikerbiet en zomergerst). Dit standaard bouwplan is vorm gegeven op basis van statistische gegevens en de KWIN akkerbouw en vollegrondsgroente. Voor broeikasgasemissies per variant en maatregel is gebruik gemaakt van de analyse in het voorgaande rapport.

Internetboerderij

De geanalyseerde en uitgewerkte varianten zijn:

  • de energieboerderij, met focus op zonnepanelen;
  • de groenblauwe boerderij, waar aandacht is voor het dooraderen van het bedrijf met water en natuur;
  • de circulaire boerderij, waar permanent, extensief grasland met een beheerpakket mogelijk is;
  • de vezelboerderij met focus op natte teelten waarvan de producten input zijn voor de vezelindustrie;
  • de eiwitboerderij om de Veenkoloniën de eiwitschuur van Nederland te maken
  • de internetboerderij, waarin met technologie de watersituatie van percelen wordt geoptimaliseerd voor gewassen en veenbehoud.

Internetboerderij

Een drietal varianten (energie-, circulaire- en vezelboerderij) heeft permanente gewassen of constructies op een deel van het bedrijf (respectievelijk zonnepanelen, grasland en vezelgewassen). Deze gewassen of constructies worden op 20% van het bedrijf geïmplementeerd, namelijk op de percelen van een bedrijf waar de veendikte het grootst is en waar dus het meeste veen te besparen is. De overige 80% van het bedrijf blijft akkerbouwmatig met het standaard bouwplan voor de Veenkoloniën. De andere drie varianten (internet, eiwit en groenblauw) gaan uit van veranderingen op het gehele bedrijf, doordat er gewassen aan het standaard bouwplan toegevoegd worden, of maatregelen op bedrijfsniveau getroffen worden. De zes varianten zijn beoordeeld op broeikasgasemissies (omgerekend naar CO2-emissies) en economische prestaties (bouwplansaldo).

En de winnaar is …

Op de eerste plaats is geëindigd de energieboerderij met zonnepanelen in vaste constructie. Deze scoort het beste omdat het bouwplansaldo het hoogst is en de broeikasgasemissies het laagst.

Op de tweede plaats komt de vezelboerderij. Deze scoort goed op CO2-emissiereductie maar het bouwplansaldo ligt een stuk lager dan bij het standaard bouwplan voor de Veenkoloniën.

De top 3 is compleet met de internetboerderij. Deze variant scoort zowel goed op CO2-emissiereductie als op bouwplansaldo.

Op de vierde plaats komt de circulaire boerderij. Deze scoort net als de vezelboerderij goed op CO2-emissiereductie maar het bouwplansaldo ligt een stuk lager dan bij het standaard bouwplan voor de Veenkoloniën.

Op de vijfde en zesde plaats komen respectievelijk de groenblauwe boerderij en de eiwitboerderij. Beide varianten hebben een lager saldo dan het standaard bouwplan in de Veenkoloniën en stoten evenveel CO2 uit. Daardoor is de teelt van eiwitgewassen geen oplossing voor het verbeteren van de economische prestatie van akkerbouwbedrijven in de Veenkoloniën en draagt de teelt ook niet bij aan het reduceren van broeikasgasemissies.

De zes varianten worden uitgebreid beschreven in een brochure en achterliggend rapport.

Met dank aan Daan Verstand en Marcel van der Voort. De illustraties zijn van Henk van Ruitenbeek.

Door Marcel Vijn

Onderzoeker multifunctionele landbouw en stadslandbouw

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *