19 september 2019 | Categorie: Stadslandbouw

Prosumptie in de polder

Door Jan Eelco Jansma

Onderzoeker Feeding the City, Promovendus

‘Prosument’ is een samentrekking van de woorden producent en consument en betreft dus iemand die dat wat hij/zij consumeert zelf (mede) heeft geproduceerd. Eigenlijk is bijna iedereen wel een beetje prosument, denk aan de zonnepanelen op het dak die je van energie voorzien of de Ikea kast die je in elkaar hebt gezet. Samen met mijn collega’s Esther Veen, Hans Dagevos en Jan Willem van der Schans heb ik deze term nu toegepast op mensen die hun eigen voedsel verbouwen of uit de natuur halen. Wij gingen op zoek naar de voedselprosument in Almere en vonden er verrassend veel. Maar de schaal waarop ze prosumeren is bescheiden.

Hoeveel prosumptie is er eigenlijk?

DoenersdreefAfgelopen decennia heb ik in het kader van mijn onderzoek naar stadslandbouw veel stad-, buurt-, en volkstuinen bezocht. Onlangs rondde ik samen met collega’s een studie af over eetbaar publiek groen in Almere en schreef daar eerder een blogartikel over. Maar ik vraag me altijd af in hoeverre (buurt-)tuinieren en wildplukken gemeengoed is. Mogelijk is het een klein deel van de bevolking dat aan deze zichtbare exponenten van stadslandbouw doen. Hoewel, zou is er misschien ook niet een minder zichtbare groep consumenten zijn die het zelf produceren van voedsel (een beetje) tot zijn/haar dagelijkse praktijk rekent? Wie zouden deze consumenten zijn, en wat produceren ze dan? Deze vragen bleven lang op de plank liggen. Daarom greep ik de gelegenheid aan die Flevo Campus Almere en AMS-institute me boden. Beide instituten wilden de voedselproducerende stedeling nader in kaart brengen. Ik vroeg mijn collega’s Esther Veen, Hans Dagevos en Jan Willem van der Schans mee te doen, evenals de Dienst Statistiek en Onderzoek van de gemeente Almere.

Op onderzoek

Met een enquête onder het Almeerse stadspanel onderzochten we in hoeverre prosumptie voorkomt in Almere. 835 Almeerders uit het stadspanel (45% van het panel) namen de moeite om onze vragen te beantwoorden. Het stadspanel vormt overigens geen dwarsdoorsnede van Almere; ze zijn gemiddeld wat hoger opgeleid en ouder dan de doorsnee Almeerder. We hebben verder een aantal prosumenten geïnterviewd over hun motivaties en ervaringen en hebben onderzoek gedaan naar aanbieders van producten voor de voedsel prosument. Bovendien zijn we dieper in gegaan op de term prosument, een term die zo’n 40 jaar geleden in de literatuur werd geïntroduceerd door de futuroloog Toffler. Het rapport van ons onderzoek is online beschikbaar.

De achterliggende reden voor prosumptie

Ons veldwerk laat zien dat er aan de ene kant veel Almeerders zijn die op een bepaalde manier iets doen wat onder onze definitie van prosumptie valt, maar dat aan de andere kant de schaal waarop ze prosumeren bescheiden is. Het gaat vooral om de pot met kruiden in de vensterbank, de fruitboom of een groentebed in de achtertuin of de bramen tijdens de wandeling. Dat zijn vormen van prosumptie die relatief weinig tijd en moeite kosten, en ook weinig kennis vragen. Het is dan makkelijk in de dagelijkse activiteiten in te passen. De respondenten uit het onderzoek doen dat vooral omdat ze plezier hebben in tuinieren, rapen, plukken etc. Duurzaamheid en gezondheid is voor de meeste respondenten geen zwaarwegende motivatie. Daarmee sluiten onze bevindingen aan bij de literatuur over prosumptie: mensen willen vooral iets zelf doen, want daar halen ze voldoening uit.

De markt springt erop in

GroentekasDe markt lijkt al ingesprongen op de behoefte van de consument om ook zelf wat te produceren. Deze markt heeft zich de laatste jaren enorm ontwikkeld, van de traditionele aanbieders die de klassieke tuinbenodigdheden (zaden, gereedschappen, apparatuur) verkopen tot nieuwe aanbieders die zich richten op hightech indoor teeltsystemen als onderdeel van het moderne interieur. Een interessant voorbeeld van zo’n nieuwkomer is Livin farms. Zij brengen een box op de markt waarmee je met je keukenafval zelf meelwormen voor eigen consumptie kunt kweken. Onder de nieuwkomers zitten ook de traditionele supermarkten die nu groentezaden in het schap hebben. En de AH-tuintjes kent iedereen ondertussen ook.

Prosumptie in de toekomst

Ondanks de beperkingen die het onderzoek had, beantwoordt het mijn vraag. We hebben buiten de vaste kaders van stadslandbouw gekeken naar de grote onbekende groep consumenten. De voedselprosument is nog nauwelijks in deze volle breedte onderzocht. Ik heb geleerd dat er een grotere groep consumenten is – dan de zichtbare groep in de buurt en volkstuinen – die op een bepaalde manier zelf ook voedsel produceert, zelfs al is de schaal waarop dit gebeurt beperkt. Wat kan een gemeente als Almere met dit gegeven? De respondenten zien de gemeente Almere graag meer doen. Ze suggereren om meer fruit aan te planten, meer te communiceren en kinderen te stimuleren om te tuinieren. Daarnaast ervaren ze een gebrek aan ruimte, maar vooral aan tijd. In combinatie met de observatie dat duurzaamheid en gezondheid geen belangrijke drijfveren zijn, adviseren wij de gemeente daarom vooral om te faciliteren en te ontzorgen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van ruimte, kennis en expertise.

Door Jan Eelco Jansma

Onderzoeker Feeding the City, Promovendus

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *