Stadsvarkens: een schakel in de circulaire economie
Aan welke regelgeving moet je voldoen om vier varkens in een bosperceel te houden en te voeden met reststromen? Stichting Stadsvarkens uit Ede wil het graag weten zodat ze (stads)varkens kunnen inzetten binnen een circulaire economie. Daarvoor hebben ze de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research benaderd om een aantal aanbevelingen op te stellen. Zowel de aanbevelingen voor Stichting Stadsvarkens als voor de overheid hebben we hieronder op een rijtje gezet.
Advies aan de Stichting Stadsvarkens
Stichting Stadsvarkens heeft als doelstellingen het realiseren van een lokale circulaire economie door de inzet van (stads)varkens en de educatie hierover.
Lokale circulaire economie
Voor het eerste doel wordt een vereniging of coöperatie geadviseerd, zodat het vlees van de varkens door de leden kan worden geconsumeerd. Hiermee is een groot deel van de wetgeving op voedselproductie niet meer van toepassing, omdat er geen sprake is van een markt. Voor het houden van de varkens is wel een vergunning nodig. Maar omdat het om niet meer dan vier dieren gaat, is de lichte status van toepassing. Stichting Stadsvarkens is dan een RE-bedrijf (zeer kleine of hobbybedrijven), waar varkens worden gehouden voor recreatieve of educatieve doelen en uiteindelijk geslacht worden.
Educatie
Voor het educatieve doel volstaat een stichting, die zich zonder de ‘last’ van de uitvoering van een activiteit als varkenshouderij kan inzetten. Met als doel het promoten van een lokale circulaire economie, aandacht creëren voor duurzaamheid, wettelijke kaders voor deze initiatieven verbreden, of voor elk ander hieraan gerelateerd doel. Deze rol kan worden opgepakt door:
- Haar ideeën en ambitie te delen met andere soortgelijke initiatieven in het land. Stadsvarkens zijn er ook op andere plaatsen. Problematiek in bredere zin rond landschapsvarkens (meer of minder economisch gehouden) raakt aan die van de stichting.
- Samen de agenda te zetten voor de gewenste route naar een circulaire economie met (stads)varkens. Hierbij kan verbinding worden gelegd met de recent gestarte Green Deal Weidevarkens.
- De overheid, zowel lokaal (gemeente) als ook landelijk, aan te spreken op haar rol van regelgever in een verduurzamende maatschappij.
Europa wil toe naar een circulaire economie.
Advies aan de overheid
Europa wil toe naar een circulaire economie. De Europese Commissie heeft hiertoe op 2 december 2015 een pakket Circulaire Economie voorgesteld. Dit bestaat onder andere uit wetgevingsvoorstellen op het gebied van afval en een uitgebreid actieplan circulaire economie.
In het kader van voedselverspilling, geeft de Ladder van Moerman een prioritering aan. De Ladder van Moerman is een opsomming aan benutting van voedselresten uitgewerkt in een zogenaamde ladder. Bovenaan en als belangrijkste stap die gezet kan worden, staat het voorkomen van voedselverliezen. Gevolgd door toepassing voor humane voeding, converteerbaar voor humane voeding en ook hoog op de ladder ‘toepassing in diervoeder’.
Inzet landbouwhuisdieren
In België zien we het burgerinitiatief Het Spilvarken en in Zweden het project Stadsjord.
Het ligt dan voor de hand om te kijken of bestaande landbouwhuisdieren ingezet kunnen worden om te komen tot een circulaire economie. Varkens passen als echte omnivoren in dit plaatje. Inmiddels zijn er verschillende initiatieven, waarbij reststromen aan varkens gevoerd worden en dus parallellen hebben met Stadsvarkens in Ede. In Nederland kennen we Veldvarkens, het Akkervarken en de Green Deal Weidevarkens. In België zien we het burgerinitiatief Het Spilvarken en in Zweden het project Stadsjord.
Beoordelen initiatieven circulaire economie
Het is belangrijk dat de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie door de nationale overheid geïmplementeerd worden om de lokale circulaire economie te stimuleren. Initiatieven, bedoeld om dienstbaar te zijn voor de circulaire economie, zullen door de overheid op waarde gewogen moeten worden. Daar waar er meerwaarde is, kan ook gericht worden ingezet op (stimulering van) verdere ontwikkeling. Om dit te kunnen beoordelen is het volgende nodig:
- Voedselveiligheidsrisico’s van kleinschalige veehouderij beoordelen. Moet kleinschalige veehouderij aan dezelfde eisen voldoen als de reguliere sector?
- Wetten die van toepassing zijn op kleinschalige veehouderij beoordelen. Waar mogelijk verruimen met als doel het vergroten van mogelijkheden en verkleinen van risico’s.
- Een visie vormen over het nut van nieuwe initiatieven, zoals Stadsvarkens in Ede. Hierbij kan onder andere gekeken te worden naar de lokale milieubelasting, inpassing in het landschap, de grenzen van de veehouderij en de houding van de burgers.
Vragen en suggesties
Heb je ervaring met het houden van vee in de stad en kun je je wel of niet vinden in deze aanbevelingen? Laat dan vooral je ervaringen hieronder achter. We horen ze graag. Of wil je beginnen met vee in de stad en heb je nog vragen? Stel ze hieronder, we proberen ze graag te beantwoorden.
Meer informatie
Het gehele rapport vind je in de online bibliotheek van Wageningen University & Research.
Wat een leuk project, Marcel! Interessant om je blog te lezen