Kalme chaos op de Saba Bank
Dag 6. Wilde dagen
Wilde dagen op de Saba Bank. Wat vanzelfsprekend lijkt op land, blijkt vreselijk ingewikkeld op een schip varend over de Sababankse golven. Plaats een beker op tafel – wooosh, het vliegt weg als je het niet vasthoudt. Hetzelfde geldt voor borden vol eten. Elke wandeling is een funny walk, terwijl je links-rechts swingt met de zwiepende kracht van de golven. Met een altijd alert oog voor vliegende kopjes en schotels.
De duiken beginnen net zo wild. In volle duikuitrusting, waggelen we in een rij als eenden met onze lange zwemvinnen aan. Boogie-woogying op de maat van de golven, en de muziek van Brett, de duikinstructeur. Brett selecteert muziek passend bij de golven: ‘Highway to Hell’ bij krachtige golven, ‘My baby just cares for me’ voor een kalmere zee. ‘Go!’ Spring, plons. ‘Go!’ plons. ‘Go!’ ‘Go!’ schreeuwt de bemanning. Eén voor één springen we in de golven. Zwemmen vervolgens naar een rode boei, dit is de markering waar het werk kan beginnen. Op dagen dat de golven opmerkelijk hoog en de stroming behoorlijk intens zijn, kan het zwemmen naar de boei oneindig lijken. Toch lukt het (meestal).
Dan komt het moment waar we op wachten, de afdaling naar de kalmte van de diepte. Naarmate het leven op de bodem zichtbaarder wordt, komen we langzaam op adem. Het bodemleven bestaat uit oneindig mogelijke vormen en kleuren van sponzen, koralen, gorgonen, een wereld uit Dr. Seuss-boeken met even fantastische wezens die ertussen leven. Het bijzondere aan dit werk is dat je over dit sprookjeslandschap mag vliegen, af en toe dichter naar de bodem komt om een kijkje te nemen, te fotograferen, te verzamelen en dan terug te drijven, zodat het bodemleven vredig verder kan leven.
Slow motion veldslag
Toch is alles niet zo vredig als het lijkt. Er woedt een stille, slow motion veldslag. Een oorlog om territorium. De ruimte is beperkt. Koralen, sponzen en algen proberen elkaar te verstikken of te verdrijven met chemicaliën om terrein te winnen. Nu is dit alles in een zekere evenwicht. Maar de afgelopen decennia zijn dingen aan het veranderen. Al geruime tijd zijn koralen verzwakt door de hitte van het water, het verbleken en ziektes. Algen nemen veel van hun territorium over. En nu, sinds een paar jaar, zien we een nieuwe speler binnenkomen, matten van blauwalgen (cyanobacteriën). Deze donzige rood-bruine matten bestaan kunnen strookjes zand of riffen bedekken, of zijn verwikkeld in de groene algen. Het probleem is dat de matten giftig zijn en de settlement van de kleine koralen rekruten belemmert (zie Miriam’s blog). We zijn benieuwd hoe algen, sponzen en cyanobacteriën met elkaar omgaan, helpen ze elkaar om te groeien? Zijn ze aan het concurreren? We zuigen de donzige matten van cyanobacteriën op met grote spuiten (zie foto) en verzamelen dan ook algen en sponzen. Wanneer we terug zijn in Nederland, zullen we genetische analyses doen om de betrokken microben in kaart te brengen en stabiele isotopenanalyse doen om te zien wie wat eet.
Killer sponge
Ik ben verrast door een nieuwkomer op de Saba Bank. Hij is grijs-groenig, een gladjakker met kroezige haartjes en zijn mantel der liefde smoort anderen dood. Hij is onopvallend. Je zou hem kunnen missen als je zijn streken niet kende. Totdat hij absoluut overal is: hij is de Killer Sponge! Tijdens deze expeditie hebben we het op sommige locaties in de Saba Bank gezien. Dat is een zorgelijk teken. In Hawaï en delen van Azië neemt deze moordenaarsspons de riffen over in verstoorde gebieden.
Nu is de killer sponge eigenlijk niet slechts één soort. In de Indo-Pacific zijn er minstens 2 soorten en deze spons in de Cariben is waarschijnlijk weer een andere. Dus het is een kleine bende met dezelfde vermomming. Ze groeien heel snel en hebben een aantal helpers om te groeien – ze leven in associatie met algen of cyanobacteriën die zonlicht opnemen en voedsel maken dat ze delen met de spons. Het is niet duidelijk of het snelgroeiende opportunisten zijn, die elke vrije ruimte meteen innemen. Of dat het actieve verstikkers zijn, die de arme koralen omhullen, hen beroven van zuurstof en voedsel door ze in het donker te houden. De moordenaarsspons lijkt ook graag aan andere sponzen vast te kleven. We zagen ze gedrapeerd over een grote barrel sponge (Xestospongia muta), alsof de spons overgoten was door een soort grijsachtig glazuur.
Ik kan me niet herinneren dat ik deze spons drie jaar geleden op de Saba Bank heb gezien, we zullen bij thuiskomst de foto’s goed bekijken om te kijken wat er aan de hand is.
Kalme chaos
Omdat onze duiken best diep zijn, is de duik zo voorbij en moeten we de kalmte verlaten. We stijgen langzaam samen op, met onze geweldige duikgids Kirsten die ons entertaint met acrobatiek aan het touw terwijl we op 5m voor de deco-stop hangen. Zodra je hoofd boven het water opduikt, komt alle wildheid weer terug. Golven, wind, een enorme naderende boot. Kirsten brengt ons samen als een moedereend, zodat we als groepje naar de boot zwemmen.
Aan boord komen is in geen geval zo makkelijk als eraf springen. We hangen in het water aan een touw, dat aan de achterkant van de boot is vastgemaakt aan een plateau. Dit plateau komt steeds omhoog met een grote golf en stort neer in het water. Je moet de golven timen, om er zeker van te zijn dat het plateau niet tegen je aan botst wanneer je probeert de ladderleuning te grijpen. Of om niet onder de boot te worden gezogen. De enige reden dat ik deze waanzin aanga, is de bekwaamheid van de bemanning. In het bijzonder, Brett met zijn mariniersstijl van duidelijk commanderen. Hij kijkt naar de golven, kijkt naar de boot, kijkt naar de positie van het touw waaraan de duikers vastzitten en beslist ‘Go, Go, Go, Go’ of ‘HOLD !!’. Hij lijkt zo’n beheersing te hebben in de chaotische situatie dat we blindelings doen wat hij zegt en kalm blijven. Man, wat een prestatie om daadwerkelijk op de boot te komen.
Hangend aan het touw, terwijl de mensen voor je aan boord gaan, word je in alle richtingen getrokken door de boot en de golven. Vinnen op je linkerhand en als je het signaal krijgt, jezelf zo snel mogelijk naar de boot aan het touw trekken. Klem jezelf vervolgens vast op de witte ladder. Hier zal Brett je bij de tank pakken, en kan je jezelf ophijsen. Buiten adem klim je de rest van de ladders op en plof je neer op je plekje. Whew, overleefd, nogmaals. Waarom doe ik dit? Voor de kalmte van de diepte.
Mobiel lab
Nadat we op adem zijn gekomen en de duikspullen zijn weggezet, springen Tobia en ik in actie om ons mobiele lab op te bouwen. Doos, filters, pincetten, buizen gevuld met roze vloeistoffen, zakken, folie, pomp. We krijgen het lab drie keer per dag in een oogwenk opgebouwd en afgebroken. Terwijl we aan het werk zijn, worden onze reflexen getraind om het filter op te vangen voordat het omvalt terwijl de boot heen en weer rolt. We weten nu precies hoe we alle spullen moeten bedekken met ons hele lichaam om te voorkomen dat dingen wegvliegen of de zee in rollen bij het begin van een bijzonder grote golf. Cyanobacteriën in het filter spuiten, sponzen snijden en in buizen plaatsen, water filteren op bacteriën. Jimmy komt precies op tijd wanneer we hulp nodig hebben bij het pompen. Matthijs is zeer bekwaam in het verpakken van monsters in foliepapier, en Didier en Alice slagen erin de perfecte momenten te kiezen om te helpen bij het snel afronden. Met dit team kunnen we net op tijd een enorme hoeveelheid werk doen voor onze volgende duik naar de kalmte!
Leadfoto: Mat van cyanobacteriën op de zeebodem (foto: Jean Philippe Marechal)