Beestjes vangen in de haven
– Door: Martine van den Heuvel-Greve –
Voor het onderzoek hebben we kleine, zogenaamde vlokreeftjes, nodig. Deze hopen we bij de stenen in de haven te kunnen vangen. Dat zou makkelijk zijn, omdat het mariene laboratorium direct aan het haventje ligt.
Met een neopreen waadpak aan lopen we het strandje van de haven op. Ik draai een steen om, die onder water ligt. Haal mijn aquariumnetje er onder door en kijk vol verwachting naar mijn netje… Hij zit vol met vlokreeftjes! In een half uurtje tijd hebben we ruim voldoende voor de eerste testen. Wat een meevaller!
Tijdens het vangen hebben we het geluk nog wat meer van de inheemse zeedieren te kunnen zien: een krill (garnaaltje), zee-engel en zeevlinder (beide pteropoden, oftewel vleugelslakken) belanden ook in ons netje om bestudeerd te worden voordat we ze weer in zee los laten.
Af en toe krijgen we bezoek. Boven ons krijst een noordse stern, die over onze schouder meekijkt of hij niet een graantje mee kan pikken van ons viswerk. Een gewone zeehond komt meerdere keren bij ons langs om te zien wat we aan het doen zijn. Met grote nieuwsgierige ogen observeert hij ons, totdat hij er genoeg van krijgt en weer rustig de haven uit zwemt.
Het is fijn bemonsteren zo!