Hoe is de studeerbaarheid van de opleiding waar uw zoon of dochter wil gaan studeren? Hoeveel studenten halen de opleiding binnen redelijke tijd? Hoeveel studenten halen het eerste studiejaar en hoeveel docenten zijn er? Allemaal zaken die van belang zijn om de opleiding binnen redelijke tijd te halen? Maar hoe vindt u deze gegevens?
Wat is studeerbaarheid?
Studeerbaarheid is een ingewikkeld begrip. Het gaat over hoe makkelijk of moeilijk het is om de opleiding te volgen en af te maken. Het hangt wel af van de student welke onderdelen van ‘studeerbaarheid’ voor hem of haar ‘er toe doen’. In dit artikel behandel ik een paar aspecten van studeerbaarheid die voor veel studenten belangrijk zijn.
Er zijn ook overzichtscijfers. Een hbo duurt vier jaar, 59% van de studenten haalt deze opleiding binnen vijf jaar. Een universitaire bachelor duurt drie jaar, 70% haalt deze opleiding binnen vier jaar. Veel studenten hebben dus ‘studievertraging’. Er zijn veel onderlinge verschillen tussen opleidingen en opleidingsinstituten. Op de ene opleiding studeren studenten sneller af dan op de andere.
Harde cijfers
Van iedere opleiding zijn er ‘harde cijfers’ bekend. Op de afbeelding hierboven ziet u daar een voorbeeld van. Dit soort ‘harde cijfers’ kunnen meehelpen opleidingen onderling te vergelijken. Dat vergelijken van opleidingen is belangrijk. Het gaat er immers om dat uw zoon of dochter de opleiding vindt die het beste bij hem of haar past.
U vindt deze ‘feiten en cijfers’ op www.studiekeuze123.nl. Studiekeuze123 is een site van de Rijksoverheid. Daar worden alle hbo en wo opleidingen vermeld. Achter elke opleiding vindt u de ‘harde cijfers’ van de opleiding. Ook studiekeuzegidsen zoals De Keuzegids geven inzicht in de kwaliteit van de opleiding en de studeerbaarheid.
Studenttevredenheid
Studenttevredenheid zeker iets om naar te kijken. Hoe tevreden zijn de studenten over deze opleiding. Als de meeste studenten te spreken zijn over hun studie, dan is er een grotere kans dat uw zoon of dochter dat ook is. Scoort een opleiding laag op studenttevredenheid dan is dat zeker iets om eens na te vragen.
Studenten vinden het onder andere belangrijk dat de organisatie van de lessen goed loopt. Als er onduidelijkheid is over bijvoorbeeld welk vak door wie op welke locatie wordt gegeven, dan is dat niet makkelijk voor studenten. Zeker niet voor eerstejaars.
Een ander belangrijk punt is ‘voorzieningen’. Wil je in de bibliotheek studeren en is er altijd wel een rustig plekje voor je? Zijn de laboratoria en andere practicumruimtes goed voorzien en leer je met moderne materialen te werken? Zijn er voldoende PC’s? Studenten hechten daar waarde aan.
Aantal eerstejaars?
Hoeveel studenten beginnen er aan hun eerste jaar? Zijn het er veel, dan kan de student rekenen op volle collegezalen en grote groepen. Eerstejaars vinden het vaak belangrijk dat ze ‘geen nummer’ zijn. Hoe is dit georganiseerd op de opleiding? En hoe groot is de instelling? Sommige studenten zitten graag op een grote instelling, andere studenten hebben liever een kleinere hogeschool of universiteit. Meestal is er op kleinere hbo’s en universiteiten net wat meer persoonlijke aandacht. Dat moet de student dan wel prettig vinden. Er zijn ook studenten die juist liever ‘een nummer’ zijn, die graag anoniem studeren. Al die aandacht vinden ze maar niks.
Hoe is de verhouding mannen / vrouwen? Sommige jongens vinden het echt niet leuk als ze in een ‘meidenklas’ zitten en andersom.
Studieverloop
Hoe doen de eerstejaars het. Welk percentage haalt het eerste jaar? Hier zijn heel grote verschillen in. Hoeveel studenten halen het Bindend Studieadvies?
Er wordt ook gekeken hoeveel ‘uitloop’ de studenten gemiddeld hebben. Duurt een opleiding vier jaar, zoals een hbo bacheloropleiding, dan wordt er aangegeven hoeveel studenten deze opleiding halen binnen vijf jaar, dus met maar een jaar studievertraging.
In dit kader is het ook belangrijk hoe vaak er tentamens en hertentamens zijn. Er zijn genoeg studenten die wel eens zakken voor een tentamen. Kun je dat tentamen snel overdoen of moet je daar een jaar op wachten? Hoeveel hulp krijg je bij afstuderen en loopt dat soepel? Ook dit heeft te maken met studeerbaarheid.
Mijn zoon studeert aan een hogeschool. Hij is bezig met afstuderen. Al een tijdje. Er is sprake van ontzettend weinig begeleiding. Hij probeert afspraken te maken maar er wordt niet op zijn mailtjes gereageerd. Een moeder
Hoe is het met de docent ratio? Dat wil zeggen: Hoeveel docenten zijn er per hoeveel studenten? Hoeveel studieadviseurs of studieloopbaanbegeleiders zijn er en hebben deze mensen echt tijd voor de studenten? Al deze gegevens zijn beschikbaar maar de aanstaande student kan ook hiernaar vragen op een Open Dag. Aan de docenten of de studenten.
Iedere student is anders
Studeerbaarheid is ook afhankelijk van wat de student prettig vindt. Wat voor de een belangrijk is, doet er voor een andere student misschien helemaal niet toe. Dat geldt zeker ook voor de hoeveelheid contacttijd die er is en de werkvormen die er zijn op het hbo of de universiteit. Sommige studenten hebben liever zo min mogelijk college, andere zitten liever gewoon de hele week op school. Er zijn studenten die het liefst zelfstandig studeren en er zijn ook studenten die liever groepswerk doen.
Dat is tip zes voor een goede studiekeuze… Welke werkvormen passen bij de student?
Nog even over studievertraging…
Er zijn ook studenten die graag langer over hun studie doen omdat ze telkens nieuwe interessante vakken ontdekken. Ze blijven zich breed ontwikkelen binnen hun studie. Daar doen ze dan langer over. Maar dat vinden ze niet erg. Ze leren meer en vergroten zo hun kansen op de arbeidsmarkt. Doen studenten er op een bepaalde opleiding langer over voordat ze klaar zijn? Dat kan ook heel positief zijn. De opleiding prikkelt dan de nieuwsgierigheid van de student. Dus ook wat dit betreft:… doorvragen op de Open Dag.
Tien tips voor een goede studiekeuze en wat u als ouder hieraan kunt bijdragen…
Tip 1: begin op tijd met studiekeuze
Tip 2: vraag door en stel de goede vragen
Tip 3: let op de kwaliteit van de opleiding
Tip 4: studiekeuze en carrièreperspectief
Tip 5: let op studeerbaarheid
Tip 6: welke werkvormen zijn er?
Tip 7: stad of studie?
Tip 8: enthousiasme?
Tip 9: mijn kind kan niet kiezen
Tip 10: verwennen mag