Carrière en studiekeuze, heeft dat iets met elkaar te maken? Gedeeltelijk. Gaat uw zoon of dochter een beroepsopleiding volgen, zoals het hbo, dan gaat het tijdens de studie al vaak over het toekomstige beroep. Op de universiteit is dat minder het geval.
Dit is tip 4 voor ouders over hoe ze hun zoon of dochter kunnen ondersteunen bij studiekeuze.
Hoger Beroepsonderwijs
Volgt een student een hbo opleiding, dan wordt hij opgeleid tot een professional op hoog niveau. Een hbo opleiding is een vierjarige opleiding met veel theorie maar ook veel praktijk. De theorie die je leert kun je toepassen in de praktijk. In het onderwijs worden er ook veel voorbeelden gebruikt die met de toekomstige beroepspraktijk te maken hebben. Ook is er een lange stage of zelfs meerdere stages om de beroepspraktijk te leren kennen.
Een voorbeeld: Wil een student natuurkundeleraar worden, dan verdiept hij zich in de theorie van de natuurkunde. Daarnaast leert de student hoe hij die theorie uit moet leggen. Hij leert die natuurkundetheorie vooral om straks toe te passen in zijn toekomstige beroep. Carrière en studiekeuze hebben zeker iets met elkaar te maken. Vind je het toekomstige beroep toch niet interessant, dan is het niet eenvoudig de studie wél interessant te vinden.
Wetenschappelijk Onderwijs, Universiteit
Volgt een student een opleiding op de universiteit, dan wordt hij op de eerste plaats opgeleid om wetenschapper te worden. Hij leert hoe hij onderzoeker wordt in een bepaald thema. De beroepspraktijk speelt hier veel minder een rol, Het gaat op de universiteit veel meer om een verdieping en verbreding van het kennisgebied.
Studeer je bijvoorbeeld natuurkunde, dan verdiep je je in heel veel aspecten van de natuurkunde. Je leert hoe je zelf nieuwe ontdekkingen kunt doen en hoe je daar een artikel over kunt schrijven in een wetenschappelijk tijdschrift. Je kunt natuurlijk ook natuurkundeleraar worden. Dan volg je een aanvullende didactische cursus.
Carrière en studiekeuze hebben hier minder met elkaar te maken. Je kiest voor een interessegebied, bijvoorbeeld natuurkunde, en ziet later wel welk beroep je uit gaat oefenen. Het belangrijkste is dat de student interesse heeft in het aandachtsgebied.
University for Applied sciences
In het Engels heet een hogeschool ‘University for Applied Sciences’. Een universiteit heet in het Engels ‘Research University’. Soms worden deze termen ook in Nederland gebruikt.
Sommige hogescholen noemen zich ‘University for Applied Sciences’. Dit is dus eigenlijk gewoon de Engelse naam voor hogeschool. ‘Applied Sciences’ betekent: ‘toegepaste wetenschap’. Wetenschap gebruiken in de praktijk. Op een ‘University for Applied Sciences’ leer je dus kennis in de praktijk te brengen.
Research University
Sommige universiteiten noemen zich “Research University’. ‘Research’ betekent ‘onderzoek’ . Op een Research University ontwikkel je onderzoek. Je ontdekt nieuwe wetenschap. Hoe die wetenschap in de praktijk toegepast wordt is minder belangrijk. Natuurlijk zijn de grenzen soms niet zo heel duidelijk.
Over het algemeen zijn studenten op het hbo intelligente studenten die graag willen weten WAT ze met het geleerde kunnen DOEN. Een student op de universiteit is een intelligente student die meer bezig is met het WAAROM, met achtergronden en nieuwe ontdekkingen.
Kijk vooral naar interessegebieden
Niemand kan met zekerheid zeggen welke beroepen er over 20 jaar nodig zijn. Kijk daarom niet alleen naar het concrete beroep. Dat zal in de loop van jaren inhoudelijk veranderen. Of misschien wel verdwijnen. Het is vooral ook belangrijk te kijken naar het vakgebied, het interessegebied. Wil je met mensen werken, of liever met dieren? Wil je graag met techniek bezig zijn of liever met natuur? Of juist een combinatie van deze velden. Vanuit een goed gekozen interessegebied kun je je altijd ontwikkelen naar aanpalende beroepen. Dat ontwikkelen binnen een interessegebied duurt een beroepsleven lang.
Baan van de toekomst
Het is heel belangrijk te blijven leren. Ook als je werkt moet je nog opleidingen volgen. Blijven leren zal steeds belangrijker worden.
Carrière en studiekeuze horen een leven lang bij elkaar. Studeren blijft altijd nodig.
Vaardigheden van de 21 ste eeuw
In de toekomst zullen vaardigheden misschien wel net zo belangrijk worden als vakkennis. De professionele basisvaardigheden van de toekomst ziet u in de afbeelding hierboven. Deze vaardigheden zijn belangrijk om alles ‘bij te kunnen benen’ in een wereld die steeds sneller zal veranderen. Alle beroepen die wij kennen zullen veranderen. Er zullen ook nog andere veranderingen komen die we nu nog niet kunnen overzien. Er zullen nieuwe beroepen komen, er zullen beroepen verdwijnen. Maar leert een jongvolwassene bovengenoemde vaardigheden, dan zal hij zich steeds blijven ontwikkelen in een veranderende wereld.
Carrière en studiekeuze…is kijken naar een beroep dan helemaal niet belangrijk?
Jazeker wel. Kijken naar beroepen is belangrijk bij de keuze van de beroepsopleiding en ook als start van de carrière. Jonge mensen kennen helaas vaak niet zo heel veel beroepen. Sommige scholen organiseren beroepenavonden met als doel leerlingen met wat onbekendere beroepen in aanmerking te laten komen. Ook kunnen jongvolwassenen veel hebben aan uw netwerk. Welke beroepen hebben uw vrienden en kennissen? En uw familie? Heeft uw zoon of dochter er iets aan als hij eens een dagje mee mag lopen met iemand die al werkt?
Wat wil je later worden?
Sommmige studenten worden echt gek van deze vraag: ‘wat wil je later worden’. Met name voor studenten op een universiteit is deze vraag lastig te beantwoorden. Zij zullen zich verder ontwikkelen op wetenschappelijk terrein. En hoe dat dan precies heet? U krijgt waarschijnlijk als antwoord: ik word deskundige op het gebied van ecologie of ik word onderzoeker in de bio-nanotechnologie. Leg dat maar eens uit …. dat valt niet mee!
Wat ik later wil worden? Iets waar ik gelukkig in ben. Dennis
Eigenlijk vind ik dit antwoord van een student het mooiste antwoord dat je horen kunt.
Meestal pas op het eind
Meestal weten studenten pas tegen het eind van de studie wat ze willen worden. Aan het begin van de studie hebben ze misschien een beeld van de beroepen die je kunt hebben na je opleiding. Maar de meeste mensen weten pas echt wat zij worden, als ze het beroepenveld goed hebben leren kennen tijdens hun studie.
En baankansen?
Ouders vragen vaak naar baankansen. Helaas is daar niet veel over te zeggen. Wel kunt u opzoeken hoe de baankansen van de diverse opleidingen op dit moment zijn. Op de site www.studiekeuze123.nl vindt u bij elke opleiding een studiebijsluiter. In die bijsluiter vindt u wat de huidige baankansen zijn. Baankansen worden ook vergeleken in de Keuzegids voor hbo en de Keuzegids voor universiteiten. Daar vindt u ook hoe de opleidingen gewaardeerd worden door studenten en vakexperts. Volgt uw zoon of dochter een opleiding die goed staat aangeschreven, dan is dat altijd mooi op het CV.
Carrière en studiekeuze hebben zéker met elkaar te maken. Maar het belangrijkste is toch dat de studiekiezer een opleiding kiest die hij echt interessant vindt. Een interessante baan met toekomst volgt dan vanzelf.
En ook te vinden op de studiebijsluiter…
In de studiebijsluiter vindt u ook hoeveel studenten na deze opleiding gaan werken of studeren. Naast informatie over de baankans kunt u hier ook lezen hoe volgens de studenten de aansluiting op de praktijk is. Het gemiddelde startsalaris wordt gegeven en er is wordt gezegd of deze baan erg afhankelijk is van schommelingen in de economie. Ook in de Keuzegids vindt u wat het gemiddelde startsalaris is. Het salaris is een indicatie van baankansen. Starters die veel verdienen zijn vaak schaarse professionals. Daarom willen werkgevers daar veel voor betalen. Met die baankansen zal het dus wel goed zitten. Carrière en studiekeuze afstemmen op het hoogste salaris? Dat is niet zo handig. Je moet waarschijnlijk wel 50 jaar werken. Doe je dat alleen om het geld, dan red je dat zeker niet.
Tien tips voor ouders van studiekiezers
Tip 1: begin op tijd met studiekeuze
Tip 2: vraag door en stel de goede vragen
Tip 3: let op de kwaliteit van de opleiding
Tip 4: studiekeuze en carrièreperspectief
Tip 5: let op studeerbaarheid
Tip 6: welke werkvormen zijn er?
Tip 7: stad of studie?
Tip 8: enthousiasme?
Tip 9: mijn kind kan niet kiezen
Tip 10: verwennen mag