Welke werkvormen zijn er binnen de opleiding die uw zoon of dochter gaat kiezen? Alsof studiekeuze al niet lastig genoeg is… Een student moet al kiezen voor een opleiding… Hij moet al kiezen of hij dit op mbo, hbo of wo niveau wil doen… en dan ben je er nog niet. Het blijkt dat zo’n opleiding overal op een andere manier georganiseerd is. Welke werkvormen worden vooral toegepast? En wat past bij je? Met name in het eerste studiejaar is dit een belangrijke vraag.
Doe je veel projecten of heb je veel colleges?
Studenten kunnen de stof op veel verschillende manieren leren. Docententeams denken er goed over na welke werkvormen het meest geschikt zijn voor de lesstof die ze moeten behandelen. Daarbij spelen verschillende zaken een rol. Wat wordt er van de student verwacht? Moet hij de lesstof goed kennen? is het belangrijk dat hij een eigen mening vormt? Moet hij ook het geleerde onder woorden kunnen brengen? Op basis hiervan worden werkvormen gekozen.
Een werkweek is 40 uur
Natuurlijk duurt een werkweek voor een student ook 40 uur. Hij wordt geacht deze tijd bezig te zijn met de opleiding. Maar hoe deze tijd ‘opgevuld’ wordt, verschilt. Er zijn opleidingen waar een student maar 8 uur per week ‘naar school’ hoeft. Hij moet dan 32 uur zelfstandig leren. Er zijn opleidingen waar een student 32 uur ‘naar school’ gaat. Deze student moet dan nog 8 uur zelfstudie doen.
Beide voorbeelden van opleidingen zijn in principe even ‘zwaar’. Alleen verschilt de manier waarop de student moet leren. Het zijn verschillende manieren van leren. Die moeten wel bij de student passen, natuurlijk.
In de collegebanken zitten
In alle opleidingen op hbo of wo niveau zijn er hoorcolleges. Een docent vertelt zijn verhaal, meestal met behulp van een power point presentatie. De studenten luisteren. Soms is er de mogelijkheid een vraag te stellen, soms kan dat alleen na afloop. De docent behandelt een bepaalde hoeveelheid stof die de student moet kennen. De student moet vooral luisteren en aantekeningen maken. Over de stof krijgt de student een tentamen. Als hij dat haalt krijgt hij hier studiepunten voor.
Een docent zal vaak zijn presentatie beschikbaar stellen. Soms worden deze colleges ook via het intranet uitgezonden. Een student kan het college dan ook vanuit huis volgen. Er zijn ook studenten die de colleges ‘life’ meemaken en dan nog eens thuis terughoren om te controleren of ze alles goed hebben begrepen. Dat is natuurlijk heel slim.
Luisteren naar een college, interessant?
Vooral grote algemene vakken worden vaak in de vorm van zo’n hoorcollege gegeven. Soms zit de student met 100 man in de klas, je kunt ook met 1000 man in de klas zitten. In het eerste studiejaar zijn er veel van dergelijke vakken. Het zijn vaak inleidende vakken, basiskennis die de student nodig heeft om zich later te specialiseren.
Er zijn studenten die hoorcolleges prettig vinden. Ze hoeven ‘alleen maar’ alles in zich op te nemen en later op het tentamen de vragen goed te beantwoorden.
Hoorcolleges horen erbij, maar er zijn lang niet overal evenveel hoorcolleges. Weet u van uw zoon of dochter dat hij een hekel heeft aan lang luisteren naar iemand… Kiest uw kind voor een opleiding met veel hoorcolleges? Dan is dat wel iets om eens op te wijzen. Werkvormen moeten bij je passen.
Projecten met andere studenten
Er zijn binnen de meeste opleidingen ook projecten. Een studententeam moet gezamenlijk een opdracht doen. Soms moeten ze gezamenlijk een oplossing zoeken voor een praktisch probleem. Soms moeten ze de lesstof verdelen en elkaar vertellen wat ze geleerd hebben. In een projectgroep heeft iedereen een taak. Er zijn ook deadlines. Sommige studenten vinden het lastig hun taak goed uit te voeren. Voor de andere groepsleden kan dat heel frustrerend zijn. Maar de student leert hier ook veel van. Een hogeropgeleide zal later immers ook leiding geven aan anderen. Hij moet leren hoe hij iemand aan moet sturen.
Komt er veel groepswerk voor op een bepaalde opleiding? Vindt de aanstaande student dit interessant?
Practica
Er zijn opleidingen waarin er practica zijn. De student moet dan bijvoorbeeld proefjes doen in een laboratorium of hij moet een opdracht ‘buiten’ uitvoeren. Ook dit is een actieve lesvorm. De meeste studenten vinden dit een prettige manier van leren. Nadeel is dat het veel tijd kost. Een opleiding met veel practica volgen betekent dat de student veel op de hogeschool of universiteit is. De meeste studenten vinden dat juist motiverend.
Niet alle lesstof leent zich voor practica. Er is ook gewoon veel ‘boekenwijsheid’ in elke studie.
Zelfstudie
Iedere student krijgt te maken met zelfstudie. Er zijn opleidingen waar veel meer dan de helft van de opleiding uit zelfstudie bestaat. Er zijn ook opleidingen waar de meeste lesstof behandeld wordt in hoorcolleges, practica en projectwerk. Dan hoeft een student meestal niet veel zelfstudie meer te doen.
Ik ben bijna de hele week op de Campus. Dat was in het begin wel slikken. Op school had ik niet zulke lange dagen. Bovendien hoorde ik van mijn ex-klasgenoten, die naar een andere universiteit zijn gegaan, dat ze maar twee of drie dagen naar college hoefden. Aan de andere kant, als ik mijn werk op de Campus gewoon doe, heb ik daarnaast haast geen ‘huiswerk’ meer. Martin.
Studenten die gedisciplineerd kunnen werken en graag in hun eentje studeren vinden opleidingen met veel zelfstudie juist fijn. Ze kunnen hun eigen tijd indelen en dat geeft veel vrijheid.
Stage
Tijdens de stage kan de student in de praktijk brengen wat hij geleerd heeft. Hartstikke belangrijk dat studenten hun kennis ook in praktijk leren brengen. En fijn dat de meeste studenten een prima tijd hebben op stage. Die stage is meestal niet in het begin van de opleiding.
Op de voorlichtingsdag van die lerarenopleiding hoorde mijn dochter dat ze dan zelf ook een half jaar voor de klas moet staan. Dat stond haar meteen tegen. Ik heb haar toen gevraagd waarom ze dan docent wil worden… als voor de klas staan haar zo tegen staat… moeder Mariët.
Stilstaan tijdens het studiekeuzeproces bij de stage is niet verkeerd. Heeft de studiekiezer het idee dat deze stage hem niet ligt, dan is dat misschien een signaal dat dit ook niet de goede opleiding is. Aan de andere kant: een opleiding kiezen om de buitenlandstage is meestal ook geen goed idee.
En nog veel meer werkvormen.
Er zijn natuurlijk ook excursies, bedrijfsbezoeken, praktische opdrachten, werkcolleges enz. enz.
Wel iets om tijdens het studiekeuzeproces goed bij stil te staan. Zoals gezegd: de manier van leren moet bij de student passen. Kijk goed naar hoe de verhoudingen zijn tussen de verschillende werkvormen. Ik ken veel studenten die teleurgesteld zijn omdat ze teveel met hun handen moeten werken, of juist te weinig, studenten die teveel theoretische vakken krijgen of juist te weinig.. en ga zo maar door. Op een Open Dag kan uw zoon of dochter hiernaar vragen.
Contacttijd
Het is slim om uit te zoeken hoeveel contacttijd er is. Vooral in het eerste studiejaar hebben studenten baat bij veel contacturen. het helpt ze als ze hun docenten vaak zien. Ze moeten immers het Bindend Studieadvies halen. Op een studiekeuzesite kun je meestal vinden hoeveel contacttijd er is bij een opleiding. Studiekeuze123 beschrijft alle opleidingen en geeft daarbij ook ‘feiten en cijfers’. Daar vind je hoeveel contacttijd er is.
Tien tips voor een goede studiekeuze en wat u als ouder hieraan kunt bijdragen…
Tip 1: begin op tijd met studiekeuze
Tip 2: vraag door en stel de goede vragen
Tip 3: let op de kwaliteit van de opleiding
Tip 4: studiekeuze en carrièreperspectief
Tip 5: let op studeerbaarheid
Tip 6: welke werkvormen zijn er?
Tip 7: stad of studie?
Tip 8: enthousiasme?
Tip 9: mijn kind kan niet kiezen
Tip 10: verwennen mag