We hebben ’s ochtends gesampled in de mijn (onderweg een rendier met kalf gezien). Mijn moeder, Frits en Michiel gingen namelijk een ijsbeer- en schietcursus doen. Ik was nog te jong voor de cursus, maar mocht wel gewoon mee. Dus, eerst een uur theorie, en daarna gingen we naar de schietbaan een eind buiten het dorp voor het praktijkgedeelte. Het was heel gaaf.
Nadat we een hele dag monsters hadden genomen op het water (je kunt hierover lezen in mijn moeders blog), zat ik bij te komen in ons huisje. Mijn moeder, Frits en Michiel waren bezig in het lab. Plotseling kwam Maarten het huisje binnenlopen. Blijkbaar had mijn moeder hem via vaste telefoon gebeld om mij naar het lab toe te sturen, want ze dachten een walvis te zien zwemmen vlak achter de haven.
De tweede dag van de expeditie naar Spitsbergen heeft schitterende ervaringen opgeleverd. Zo zijn we naar het museum over de geschiedenis van Spitsbergen geweest, met een tentoonstelling over de walvisjacht. Ook hebben we een wandeling naar de gletsjer gemaakt. Met als hoogtepunt de rendieren waar ik rustig naast kon gaan liggen om ze te bekijken en te fotograferen.
We hadden onze eigen ‘taxi-service’: vanwege treinproblemen brachten mijn vader en zusje ons naar het vliegveld. O, trouwens, ‘we’ is in dit geval mijn moeder, Martine van den Heuvel-Greve, en ikzelf. Maar goed, we namen afscheid van vader en zusje en gingen daarna op zoek naar onze reisgenoten. Dat waren Michiel Klaassen en Frits Steenhuisen. Met z’n vieren zijn wij vertrokken naar Longyearbyen. Lees hier hoe onze eerste dag van de expeditie is verlopen!
De afvalmonitoring bij Poolepynten en Sarstangen toont aan dat er in de Golfstroom sprake is van oceaanvervuiling. De Golfstroom pikt op zijn reis naar het noorden drijvend afval op. Aangekomen in het Arctische gebied blijft dit afval ronddrijven, waardoor er elk jaar steeds meer bij komt. De zee rondom Spitsbergen is daarmee het afvoerputje van de Golfstroom.
Tijdens de eerste afvalmonitoring op Jan Mayen viel op dat veel van het gevonden afval, duidelijk afkomstig is van visserij afval. Zo kwamen wij 104 drijvers of stukken van drijvers, resten van netten (26), kluwen touwen en netten (20) en veel stukken touw (43) tegen.
In afgelegen gebieden zoals het Noordpoolgebied spoelt er jaarlijks veel afval aan: sommige stranden liggen letterlijk bezaaid met grote stukken plastic, netten, boeien en ander afval. Dit roept allerlei vragen op: hoe is het mogelijk dat hier zoveel strandafval ligt, wat is het precies, hoe komt het in zee terecht en wat is daarvan de bron? Is dit ook te linken aan bepaalde economische activiteiten rondom Spitsbergen of komt het van verder en zo ja, waar en hoe?
– Door: Tinka Murk – In vele opzichten is het leven op Ny-Ålesund speciaal en anders dan in Nederland. Ik voel mij al snel thuis. Niet alleen omdat iedereen altijd gelijk in het Noors tegen mij begint, maar ook omdat het heel gemoedelijk is. Het is echt een kleine nederzetting…