Ouders en school moeten samenwerken bij studiekeuze
Onderwijsprofessionals zijn soms ook ouder van een studiekiezer of beginnend student. Vandaag interview ik Rolf Nijman, bevlogen decaan en vader van een tweedejaars student. Zijn kernboodschap: ‘ouders en school moeten samenwerken bij studiekeuze’.
Betrokkenheid van ouders lastig?
‘Ik hoor nog wel eens van collega decanen dat ze de betrokkenheid van ouders lastig vinden. Ergens kan ik dat wel begrijpen. Vooral hoog-opgeleide ouders kunnen nogal eens dwingend zijn naar hun kind. Met al te bemoeizuchtige ouders heb ik ook moeite. Ik vind dat een jongere op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo moet ontdekken wat bij hem past. Ik vind het belangrijk dat ouders vooral goed kijken naar hun kind. Dat je als ouder je kind ziet staan met al zijn eigen kenmerken. Ook al is dat misschien soms niet helemaal wat je je zou wensen’.
Jezelf herkennen in je kind
‘Als ouder zul je jezelf vaak herkennen in je kind. Soms is dat prettig, soms ook helemaal niet. Ik zie aan mijn kind dat hij, net als ik geïnteresseerd is in geschiedenis en cultuur. Dat vind ik mooi. Maar ook mijn minder goede eigenschappen zie ik soms terug in mijn zoon. En soms zie ik ook dingen aan mijn zoon die ik helemaal niet herken. Mijn zoon kan soms erg passief zijn. Nou, dat ben ik helemaal niet. Maar al lijkt je kind nog zoveel op jou als ouder… toch is hij niet hetzelfde. Misschien wil je kind wel heel andere dingen met zijn leven als die jij doet. Als ouder mag je nooit je eigen wensen en verlangens opleggen aan je kind. Je kunt en mag je kind nooit dwingen’.
Je rol als ouder
‘Ik vind dat ik als vader terughoudend moet zijn met dwingende adviezen. Maar toch geven mijn beide kinderen aan dat ik een belangrijke ‘vraagbaak’ voor ze ben. Ik probeer ze vooral bewust te laten zijn van hun intrinsieke motivatie. Van de passie die ze in zichzelf voelen voor een onderwerp of thema. Volgens mij is dat de basis voor een goede studiekeuze. En ook de basis voor studiesucces.
Soms vind ik het best lastig een goede balans te houden tussen ‘betrokkenheid tonen’ en ‘niet al te opdringerig te zijn’. Ik maak me soms zorgen over de passiviteit van mijn zoon. Daar zou ik wel iets aan willen doen. Maar aan de andere kant weet ik, ook vanuit mijn ervaring als decaan, dat het vast goed komt’.
Ouders en school moeten samenwerken bij studiekeuze
‘Toen mijn zoon nog op de middelbare school zat werd ik als vader nauwelijks betrokken bij het studiekeuzeproces van mijn zoon. Er waren wel eens opdrachten, bijvoorbeeld wat flauwe opdrachten waarin mijn zoon zich voor moest stellen aan mij. Nou, na drie keer wist ik dat ook wel. Het ging niet verder dan ‘ik ben je zoon en ik zit op voetbal’. Mijn zoon zag de decaan maar zelden. Hij was niet zo tevreden over de begeleiding van de decaan die hij op school kreeg. Op sommige scholen houden mentoren dan intensief contact met studiekiezers en hun ouders. Maar ook dat gebeurde niet. Dat vind ik wel een gemiste kans. Als school én als ouder moet je je kind serieus nemen, goed naar hem luisteren, hem zien staan. Je moet als decaan geloven in je leerling, als vader geloven in je kind’.
Als school uitstralen dat je studiekeuze belangrijk vindt
‘Je moet als school, als decaan en als mentor uitstralen dat je studiekeuze belangrijk vindt. Als je dat niet laat blijken in woord en daad gebeurt er thuis ook niks. En uiteindelijk is de studiekiezer daarvan het slachtoffer. De studie-uitval in het hoger onderwijs is hoog. Soms stoppen eerstejaars studenten al na een paar weken met hun studie. Die ‘studiestoppers’ geven vaak aan dat ze ook té weinig tijd aan hun studiekeuze hebben besteed. En dan blijkt de studie toch anders dan ze hadden gedacht. Maar juist nu, in Coronatijd, is het belangrijk dat ouders en school zich samen inzetten voor de studiekiezer. Want studiekeuze is nu extra lastig’.
Ouders en school moeten samenwerken bij studiekeuze… Maar hoe pak je dat dan aan?
‘Als decaan probeer ik ouders uitgebreid te informeren over studiekeuze. Ik doe dat bijvoorbeeld met het doorgeven van interessant nieuws via nieuwsbrieven. Dat kost me weinig tijd, en zo blijven de ouders van mijn leerlingen wél op de hoogte van interessant nieuws in ‘studiekeuzeland’. Maar ik vraag ouders ook om bijvoorbeeld over hun beroep en opleiding te praten met studiekiezers die denken over een soortgelijke richting.
Als ouder moet je het vooral zoeken in terloopse opmerkingen. Maar weinig jongeren willen een hele avond met hun ouders doorzagen over studiekeuze. Een opmerking tussendoor doet het goed. Probeer als ouder dan vooral een spiegel voor te houden. Tegen je kind zeggen welke studie hij moet doen is funest’.