Statistiek op het hbo? Is dat nou nodig?
In Nederland zijn er twee soorten bacheloropleidingen. Een vierjarige bacheloropleiding op hbo niveau en een driejarige bacheloropleiding op universitair niveau. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? En waarom is statistiek op het hbo ook nodig? Onderstaand artikel is geschreven door mijn collega Ilse van Grevenhof.
Wat is een bacheloropleiding? En wat is het verschil tussen een hbo en een wo bacheloropleiding?
Een bacheloropleiding is een mooie maar pittige opleiding in het Hoger Onderwijs. Er zijn twee soorten bacheloropleidingen, een vierjarige hbo bacheloropleiding en een driejarige universitaire bacheloropleiding. Er zijn vooral veel overeenkomsten tussen deze twee opleidingen. De student wordt geacht goed zelfstandig te werken en zich voor te bereiden op een baan op een hoger niveau. De theorie is pittig en zonder inzet kun je een bacheloropleiding niet afsluiten met een diploma. Er zijn ook verschillen. Het belangrijkste verschil is dat een student op het hbo vooral theorie leert die nodig is voor zijn toekomstige beroep. Een student op de universiteit leert vooral hoe je onderzoek moet doen, hoe je op een wetenschappelijke manier met kennis omgaat. Wilt u meer weten over wat dit allemaal inhoudt? Volg dan de links in deze alinea over ‘Wat is een bacheloropleiding precies’ en ‘Wat past bij mijn kind? Hbo of universiteit?‘
Statistiek op het hbo? Is dat nou nodig voor een beroepsgerichte opleiding?
In onderstaand artikel legt Ilse uit waarom statistiek ook op het hbo heel belangrijk is. Ilse is docent statistiek en onderzoek op Hogeschool van Hall Larenstein.
Is statistiek op het hbo wel nodig?
‘Is het wel zinvol dat hbo-studenten zelf statistieken kunnen uitvoeren?” “Is dat niet meer een wetenschappelijke vaardigheid?” “Gaan we niet te ver in wat we verwachten van het hoger beroepsonderwijs (hbo)?” Als docent Onderzoek en Statistiek hoor ik deze vragen regelmatig. In het hoger beroepsonderwijs wordt van studenten verwacht dat ze een praktisch probleem kunnen oplossen door met innovatieve oplossingen te komen. Zelfs in de internationale richtlijnen voor hbo-afgestudeerden staat beschreven dat studenten onderzoekend vermogen dienen te hebben ontwikkeld. Waar het écht om gaat is niet alleen de vaardigheid voor een statistische analyse, maar juist ook om de ontwikkeling van een onderzoekende houding’.
Onderzoekshouding is belangrijk voor professionele carrière
‘Onderzoekend vermogen wordt vaak verward met onderzoeksvaardigheden. Laat me eerst het verschil uitleggen tussen onderzoeksvaardigheden en onderzoekend vermogen. In het kort: onderzoekend vermogen bestaat uit onderzoeksvaardigheden en onderzoekshouding. Dit betekent dat onderzoeksvaardigheden slechts ten dele het onderzoekend vermogen bepalen. Juist de houding vormt een zeer belangrijke aanvulling op de vaardigheden die een student nodig heeft in zijn of haar professionele carrière’.
Nieuwsgierig blijven in elke fase van het onderzoek
‘Binnen de studieprogramma’s gebruiken we statistische gegevens die rechtstreeks uit de praktijk komen, bijvoorbeeld van een dierenartsenpraktijk, een melkvee- of paardenhouderij. Deze gegevens bevatten informatie over bijvoorbeeld de aanwezigheid van wormeieren in de mest van paarden of over de aanwezigheid van maagzweren bij renpaarden. Ook verzamelen studenten zelf gegevens bij een bedrijf. Zo ervaren ze wat gegevens écht betekenen, hoe je samen observaties analyseert om conclusies te trekken die van betekenis zijn voor de sector en de maatschappij. Door dat proces te coachen met vragen als ‘Wat betekent dit voor de opdrachtgever of voor de sector?’ en ‘Welk advies hoort bij deze resultaten?’ stimuleren wij studenten om nieuwsgierig te blijven in elke fase van het onderzoek: dataverzameling, analyse, reflectie en aanbevelingen’.
Nieuwsgierig zijn
‘Een student in het hoger onderwijs moet van nature nieuwsgierig zijn. Hij moet dingen willen weten. Jonge kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ze stellen vragen op basis van nieuwsgierigheid. De drang om de wereld te begrijpen is vaak zó groot dat kinderen vaak veel volwassenen verbazen’.
en nieuwsgierig blijven… Fouten durven maken
‘Bekijk hetzelfde kind 10 jaar later en in veel gevallen is er weinig van die natuurlijke drang over. De uitdaging is dus niet om een nieuwsgierige houding te ontwikkelen, maar om deze te behouden. In ons basis- en voortgezet onderwijs worden we systematisch gestraft voor het maken van fouten. Maak je fouten, dan krijg je een lager cijfer. Terwijl fouten maken precies is wat zorgt voor een groot leereffect. Door studenten aan te moedigen fouten te maken, leren ze juist te beoordelen hoe een correcte grafiek er uitziet en waarom die beter of informatiever is. De fouten proberen we ook met elkaar te delen, al is het maar omdat we niet alle fouten zelf kunnen maken’.
De onderzoekshouding bepaalt de kwaliteit
‘Studenten ontwikkelen hun onderzoeksvaardigheden door een grondige statistische analyse te leren uitvoeren (hoe komt dit resultaat tot stand?) en het schrijven van een wetenschappelijk onderzoeksrapport (hoe vertaal en presenteer ik het resultaat?). Dit zijn onderzoeksvaardigheden en die helpen bij het ontwikkelen van hun onderzoekend vermogen. Aanvullend coachen we op het proces dat de studenten doorlopen met hun eigen onderzoek, al vanaf het eerste jaar. Juist de reflectie op het eigen werk stimuleert de zo gewenste kritische onderzoekshouding’.
Is statistiek op het hbo wel nodig? We kunnen niet alle fouten zelf maken
‘We stimuleren studenten om fouten te maken en ook om fouten te ontdekken in andermans werk. Door ze te laten spelen met het maken van grafieken, creëren ze per ongeluk grafieken die weinig of niets zeggen over de resultaten of de boodschap niet correct overbrengen. Zij zijn zich daar in eerste instantie niet van bewust. Een gekleurd figuur gemaakt met een statistisch programma ziet er al snel prachtig uit. Studenten zijn daar trots op, maar als je echt kijkt naar wat je uit de grafiek kunt lezen, blijkt het vaak teleurstellend. De eerste keer dat ze dit ontdekken in hun eigen figuur leidt het tot ontsteltenis, maar als ze ontdekken dat iedereen dit soort fouten maakt, leidt het al snel tot gelach en een kritische blik om te ontdekken of de volgende grafieken juist zijn of niet. Vervolgens zijn zij vaak de eersten die fouten in de rest van hun eigen werk ontdekken. Wanneer dat gebeurt, hebben ze al de eerste grote stap al gezet in het ontwikkelen van een kritische blik’.
Geeft deze statistiek een antwoord op de onderzoeksvraag?
‘Door hun eigen grafieken in een quiz te plaatsen, met vragen over de inhoud, wordt al snel duidelijk welke grafiek wel of niet antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. Het nabespreken van deze quizvragen, is een mooi feedback moment. Ze leren op een leuke manier hoe een gewenst resultaat eruit moet zien. Dit effect bereik je nooit als ze alleen maar hoeven te kijken naar de correct gepresenteerde onderzoeksresultaten van andere wetenschappers. Dan ziet alles er logisch uit en is het niet tastbaar welke boodschap een figuur kan overbrengen. Dus op de vraag of het wel zinvol is om hbo-studenten zelf statistiek te laten uitvoeren, is mijn antwoord volmondig: ja!’
Is statistiek op het hbo wel nodig? Hoe belangrijk zijn onderzoeksvaardigheden en reflectie?
‘Onderzoeksvaardigheden en het reflecteren op het eigen werk door te kijken naar de betekenis en te vergelijken met andermans werk (literatuur) zijn belangrijke competenties bij statistische gegevens. Het verkrijgen van inzicht in de context van statistieken heeft ook een belangrijke sociale functie. Zonder dat we ons ervan bewust zijn, speelt statistiek een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Zonder dat we het ons realiseren vinden we getallen en grafieken geweldig. Dat blijkt uit het feit dat we massaal smartwatches en andere gadgets kopen. We houden ervan om onze hartslag, het aantal stappen per dag, maar ook het aantal likes op berichten, of de meest geluisterde muziek op Spotify enz. te kennen’.
We houden van getallen…
‘Dat wij zo van getallen houden ,is ook duidelijk in de media. De (sociale) media zit vol met getallen en grafieken. Denk maar aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen of de Corona infecties gepresenteerd per land, provincie, regio, alles. Het is duidelijk dat het allemaal over cijfers en grafieken gaat. Ook deze sociale functie rondom de ethiek van statistiek is een belangrijk onderdeel van ons onderwijs. We leren studenten nieuwsgierig, kritisch, maar ook sceptisch te zijn. Waar komt dat getal vandaan? Is het zinvol? Is die conclusie juist en komt het overeen met wat je had verwacht?’
Ethiek in de statistiek op het hbo en wo
‘De grap is dat ik ze ook leer hoe gemakkelijk het is om te liegen met statistieken. Aangezien statistieken bekend staan om het presenteren van ’feiten’, is het des te interessanter om ze te leren hoe eenvoudig het is om met statistieken te liegen, dat is ook ethiek. Mensen denken al snel dat cijfers uit een onderzoek ‘waar’ zijn. In veel gevallen -zoals ook in sociale media gepresenteerd- is dit niet correct. Dat is de reden waarom de presentatie en interpretatie van de resultaten belangrijk is, niet alleen de cijfers zelf. Er wordt veel misbruik gemaakt van dit beeld van de statistieken in de media. Dat is één van de redenen waarom ik denk dat het belangrijk is dat studenten in staat zijn om zélf te beoordelen waar de cijfers vandaan komen, wat ze betekenen en tot welke aanbevelingen ze leiden’.
Ontwikkelen van gefundeerde eigen mening
‘Met behulp van statistiek onderwijs worden onze studenten voorzien van een professioneel onderzoekend vermogen en zijn ze in staat om een gefundeerd advies te vormen en praktische problemen innovatief op te lossen. Zij leren onafhankelijk en kritisch te zijn, waardoor ze nu én later als professional zelf kunnen beoordelen of de boodschap juist is. Dan ontstaat er ruimte en vertrouwen om een gefundeerde eigen mening te vormen. Ook over de cijfers die in de media verschijnen’.
Statistiek op het hbo? Niet iedere student vindt dit leuk
‘Lang niet iedere student is gecharmeerd van cijfers en sommige ervaren het vak als een struikelblok. Daarom verweef ik statistiek in het onderwijs met cases die nauw aan de praktijk verbonden zijn. Het tussentijds toetsen in de vorm van quizjes, met een beetje concurrentie onderling en tijdsdruk geeft studenten een leuke en interactieve les. Zo zien ze wat ze wel en nog niet begrijpen en het houdt ze intrinsiek gemotiveerd. Ze leren onderzoek op een adequate manier uit te voeren en halen ook nog glansrijk hun examen’. Ilse van Grevenhof.