Wat wil je later worden? Geen slimme vraag
‘Wat wil je later worden?’ is een heel voor de hand liggende vraag van ouders aan hun opgroeiende kind. Tegelijkertijd is het ook een heel moeilijke vraag. En geen slimme vraag. Waarom? Loopbaanadviseur Peter Minkenberg vertelt zijn ervaringen als vader en als loopbaanadviseur.
Kijken naar mijn kinderen
‘Mijn kinderen zijn nu rond de dertig’, vertelt Peter. ‘Ook bij hen is het studiekeuzeproces en het studeren niet altijd zo soepel gegaan. Maar toch weet je al heel veel van je kinderen als je gewoon naar ze kijkt. Mijn oudste twee kinderen waren echte ‘lezers’. Ik zag ze automatisch allerlei boeken oppakken. Onze jongste was meer een ‘bouwer’. Van jongs af aan was hij bezig met blokken en Lego enzo’.
Wat wil je later worden?
‘Had ik aan mijn kinderen gevraagd: ‘Wat wil je later worden?’, dan had ik vast niet als antwoord gekregen ‘lezer’ of ‘bouwer’. En toch waren dit natuurlijke behoeften van onze kinderen. Dit waren de dingen die hen echt van jongs af aan interesseerden. Hoe ga je van interesses naar een studiekeuze? Dat was het proces waar mijn kinderen en ik ingingen’ .
Voorlichting op school
‘Toen mijn kinderen een studie gingen kiezen kwam ik ook in aanraking met hoe de studievoorlichting in zijn werk ging. Helaas merkte ik dat de voorlichting op de scholen toch vaak ‘zieltjes winnen’ was. Instituten maakten reclame voor hun eigen opleiding en jongeren hadden de neiging te veel mee te gaan met het leukste verhaal. Maar daar gaat het natuurlijk niet om’.
Realiseer je wat je kiest
‘Op basis van zo’n voorlichtingsverhaal kun je vinden: ‘dat lijkt me leuk’. Maar kijk dan ook naar het werkveld dat er aan deze opleiding verbonden is. Lijkt horeca je wel wat? Dan moet een jongere zich ook realiseren dat dit betekent dat hij vaak in de weekenden werkt. Ik adviseer ouders van studiekiezers hun kind te helpen meer te weten te komen van beroepen en de arbeidsomstandigheden die daarbij horen. Een keertje praten met iemand die werkelijk in de horeca werkt, kan een heel ander beeld geven’.
Niet alleen afgaan op het beroep
‘Maar het is niet handig alleen af te gaan op het beroep. Uit onderzoek is gebleken dat 50-75% van de beroepen die we nu kennen de komende jaren zal verdwijnen of ingrijpend veranderen. Het is daarom belangrijker te kijken naar het werkveld of het vakgebied, of dat je bevalt. Gezien deze ontwikkeling is het ook belangrijk voor kinderen zich te realiseren dat permanente (bij)scholing een vereiste zal blijven’.
Waarom niet ‘Wat wil je later worden?
Ik begrijp nog steeds niet precies wat Peter bedoelt met ‘Wat wil je later worden’ is geen slimme vraag. Peter legt het nog eens uit: ‘Nou kijk, mijn jongste zoon was dus een echte bouwer. Nu is hij software engineer. Had ik aan hem gevraagd ‘software engineer? Is dat niet iets voor jou? Dan had hij me aangekeken alsof ik van een andere planeet kwam’.
Associëren
‘Wij kozen voor een andere aanpak. Als je verder nadenkt over ‘bouwen’ dan zie je dat dit in heel veel terreinen terug komt. We vroegen hem naar zichzelf te kijken, na te denken wat hem echt aansprak. Vanuit dat ‘bouwen’ dacht hij verder. En toen kwam ‘websites bouwen’ en zo dacht hij verder in studierichtingen die met informatica te maken hebben’.
Niet vastpinnen
‘Als je heel concreet bent met jongeren voelen ze zich vastgepind. Ze voelen dat ze een bepaalde richting op geduwd worden. En ga je duwen tegen een puber, dan duwt hij terug. Beter is het om mee te bewegen met je kind’.
Je hoeft het niet met me eens te zijn
‘We hadden natuurlijk best een mening over wat onze kinderen deden. Maar we zeiden altijd: onze mening hoef je niet te volgen. Neem je eigen beslissingen. Maar besef dat we sowieso achter je staan. En dat we graag hebben dat je praat over de zaken die je bezighouden’.
Het gaat om meer dan: ‘Wat wil je later worden’
‘Dat gaat verder dan ‘wat wil je later worden’. Dan praat je over nadenken over de toekomst. Als vader moest ik ook wel af en toe ‘loslaten’, ruimte geven aan bepaalde keuzes die mijn kinderen maakten. Daar was ik het echt niet altijd mee eens. Soms duurt het ook wel een paar jaar voordat een jongere zijn plek heeft gevonden. Als ouder moet je soms ook geduld hebben. En vertrouwen op jezelf en je kind’.