Studiekeuze en loopbaan, nadenken over jezelf
Een goede studiekeuze en loopbaan die bij je past… Dat wil iedereen. Hoe help je als ouder je zoon of dochter dit te bereiken? Het begint met leren kiezen! En goed nadenken over jezelf.
Je studiekeuze en loopbaan maak je zelf!
De mogelijkheden voor jongvolwassenen zijn eindeloos. Maar dat maakt het kiezen beslist niet makkelijker. Jongvolwassenen worden soms moedeloos van uitspraken als: “Ik wou dat ik de kansen had gehad die jij nu krijgt” of “Doe iets met je leven, de wereld ligt voor je open.” Goed bedoelde opmerkingen die iedere ouder wel eens maakt.
Maar je studiekeuze en loopbaan goed vormgeven valt niet mee. Wat moet je doen om zelf de regie te hebben over je studiekeuze en loopbaan? Met eenvoudige ‘open vragen’ stellen kun je je kind al een heel eind op weg helpen. Het helpt om goed na te denken over jezelf. En dat is de basis voor een goede studiekeuze.
Studiekeuze en loopbaan, wat moet je kunnen?
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe je vorm kunt geven aan je studiekeuze en loopbaan (o.a. door Frans Meijers en Marinka Kuijpers). Het gaat om het leren van vijf belangrijke competenties (vaardigheden) als je keuzes moet maken voor je toekomst:
- Wie ben ik, wat kan ik?
- Wat wil ik, wat drijft mij?
- Welk soort werk past bij mij?
- Wat wil ik worden?
- Wie kan mij daarbij helpen?
Wat betekenen deze vragen concreet en hoe kun je je studiekeuze en loopbaan hiermee vormgeven? Ouders en ook school doen jongvolwassenen een groot plezier door te praten over hun loopbaan en de dingen die ze al kunnen. Ga daarbij uit van wat er wél kan. Wij noemen dat de ‘wondervraag‘. Wat zou je doen als alles mogelijk was? Dat is een mooi begin van nadenken over je toekomst.
1: Wie ben ik? Wat kan ik?
Wat moet een jongvolwassene leren over zichzelf? Hij moet antwoord leren geven op:
“Ik weet waar ik goed en minder goed in ben. Ik kan mijn kwaliteiten en talenten omschrijven. Ik heb al eerder geleerd dat ik goed kan….”
Geen makkelijke vragen om te beantwoorden. Ga niet invullen wat jij dénkt dat je kind goed kan. Laat hem dat zelf ontdekken. Vraag door op de kwaliteiten van je kind.
“Wat ging er goed, op school en buiten school?” “Wat kunnen anderen van je leren?” “Waar krijg je complimenten over?”
Bij iedere belangrijke keuze die je maakt moet je stilstaan bij je kwaliteiten.
WAT ga je verder ontwikkelen bij jezelf? Vaak zijn jongeren zich niet bewust van een passie die ze hun hele leven al hebben. Of ze realiseren zich niet dat er bij die passie ook een studie en beroep te vinden is. Help je kind met het zoeken naar zijn passie.
2: Wat wil ik, wat drijft mij?
Om deze vraag te beantwoorden moet je denken aan:
“Wat vind ik interessant?” “Wat is voor mij echt belangrijk?” “Waar wil ik écht moeite voor doen?” “Wat raakt me?”
Vraag eens wat interessant is, op school of buiten school? Wat maakt dat nou zo interessant?
“Waarom is een bepaald televisieprogramma interessant?” “Waarom is het belangrijk voor je om dit of dat te doen?” “Naar welke Netflix series kijk je graag? “
Maak geen spervuur van je vragen, kies je moment, praat er niet te lang over en kom later eens terug op de antwoorden.
WAAROM is iets belangrijk voor je?
3: Studiekeuze en loopbaan. Welk soort werk past bij me?
Dit is een lastige vraag voor een puber. Het geeft al veel inzicht als u eens praat over welke activiteiten interessant zijn bij schoolopdrachten. Zijn dat ‘leer-dingen’of juist dingen die je ‘doet’? Is het leuk om in een groepje te werken of werk je liever alleen? Of praat over dingen die je kind buiten school doet… Heeft je kind een bijbaan? Vraag eens wat hij daarin goed kan? En wat minder goed gaat… Zit hij op een sport? Wat maakt deze sport leuk?
Heeft je kind al een ‘droombaan’ in gedachten? Stel dan deze vragen eens over de droombaan. “Waarom vind je dat deze droombaan bij je past?” “Zou je je droombaan aanraden aan iemand anders en waarom dan wel of niet?”
Vraag niet teveel door naar concrete beroepen. Veel studenten ontdekken hun ideale beroep past écht als ze bijna klaar zijn met hun studie.
WAAR NAARTOE wil ik groeien? Maar dat hoeft niet heel concreet te zijn.
4: Wat wil ik worden?
Denk niet meteen aan een beroep maar meer aan wil je wilt met je leven.
“Wat zijn je ambities?” “Wat wil je op korte of langere termijn bereiken?” “Wat is nodig om deze doelen te halen?” “Welke stapjes moet je zetten om je toekomst vorm te geven?” “Hoe en waar doe je dat?” “Wat ga je oefenen, binnen en buiten de school?” “Hoe bewijs je voor jezelf dat je gedroomde toekomst echt bij je past?”
Koppel deze vragen niet alleen aan een beroep. Veel jongeren kennen maar weinig beroepen. Bovendien kan niemand voorzien welke beroepen er in de toekomst nodig zijn. En het duurt echt nog even voordat je kind is afgestudeerd. Niemand weet hoe het dan met de werkgelegenheid is en welke beroepen hard nodig zijn. Koppel deze vragen vooral aan activiteiten of thema’s waar je zoon/dochter interesse in heeft.
HOE pak ik mijn loopbaan aan?
5: Wie kan me daarbij helpen?
Netwerken kunnen je helpen. Belangrijke vragen zijn bijvoorbeeld…
“Wie heb je nodig om je doelen te realiseren?” “Wie ken je al?” “Hoe kun je andere mensen die je nodig hebt leren kennen?”
Welke netwerken heeft je kind? En in welke netwerken zit je zelf?
Decanen en ouderraden zijn steeds actiever met het organiseren van ouderavonden en beroepenavonden om studiekiezers en ouders/beroepsbeoefenaars bij elkaar te brengen. Facebook/Social Media kan hier ook echt bij helpen. Jij en je kind kennen meer mensen dan u denkt. De centrale vraag is bij deze vaardigheid:
WIE kan mij helpen.
Op welke leeftijd?
Op welke leeftijd moet je beginnen met het kijken naar loopbaancompetenties? Waarschijnlijk kunnen de meeste jonge leerlingen de moeilijke keuzevragen niet aan en moet je de vragen een beetje omschrijven. Wat op elke leeftijd kan:
- Samen aandacht besteden aan je kwaliteiten.
- Samen praten wat je wilt met je leven.
- Samen praten wat je écht interessant vindt…
In de spiegel kijken
Ouders kunnen hun kind goed leren om ‘in de spiegel’ te kijken. Dat is nuttig in alle fases van je leven. Zelfkennis is de beste basis voor een fijne loopbaan, en een goede studiekeuze . Je kind complimenten geven als er iets goed lukt is een belangrijk begin van zelfkennis. En aangeven wat minder goed is gelukt ook. Het uitgangspunt is natuurlijk dat kinderen en jongvolwassenen voelen dat je van ze houdt, met hun kwaliteiten én dingen die ze minder goed kunnen.
Deel ook je eigen zoekproces
Nadenken over wat je wilt met je toekomst is op elke leeftijd en in elke levensfase belangrijk. Ik zie dat veel jongeren geen idee hebben van de (studie)loopbaan van hun ouders. Ze denken vaak dat jouw loopbaan één recht pad van A naar B naar C tot en met Z is. Vertel je kind ook over jouw keuzes, de dingen die goed gingen in je loopbaan en wat er niet zo goed ging. Je doet er je kind een groot plezier mee. Vaak denken studiekiezers dat een studiekeuze een keuze voor het leven is. En dat vinden ze beangstigend. Laat je kind zien hoeveel kronkelpaden er is jouw leven zijn geweest. En hoe je toch belandde in banen waar je nooit aan had gedacht. En hoe die baan in de loop van de tijd ook weer veranderde. En dat dit heel gebruikelijk is.
Welke stappen moet je zetten in het studiekeuzeproces? Studenten vertellen hoe ze met de keuzevragen zijn omgegaan. (filmpje)
Welke stappen moet je zetten in het studiekeuzeproces en hoe kun je je kind als ouder daarbij ondersteunen? Studenten en ikzelf vertellen meer over de stappen die je moet zetten in elk keuzeproces dat te maken heeft met je studie of je baan. Filmpje. De presentatie kun je aanvragen.