Studeren… Moet echt alles perfect zijn?
Vandaag praat ik met Ineke Leenders. Zij is studentenpsycholoog. ‘Wat zou je nou als tip aan ouders aan ouders van studenten meegeven?’ Het antwoord komt haast meteen: ‘Ik zou geen tip geven, ik zou een vraag stellen: ‘Moet echt alles perfect zijn als je kind gaat studeren? Dezelfde vraag stel ik trouwens ook aan studenten: Als je studeert, mag je dan nooit falen? Moet echt alles perfect zijn in je leven als student?’
Een soort haast
‘Als ik met studenten praat, zo vervolgt Ineke, dan voel ik een soort haast. Misschien heeft dat met de studiefinanciering te maken… Of het door het Bindend Studieadvies? Misschien komt het door het gevoel dat je een ‘flitsend studentenleven’ moet hebben… Ik voel bij studenten een ‘must’ om te presteren. Alles moet perfect zijn. En dat moet ook allemaal NU. Niet over een jaar of na de vakantie.. nee, het moet NU.’
Moet echt alles perfect zijn?
‘Studenten hebben echt veel wensen die ze zichzelf opleggen. Ze moeten heel veel van zichzelf. Een kleine greep: Ze MOETEN van zichzelf naar het buitenland, want dat is goed voor hun CV. Ze MOETEN er goed uitzien, want dat is belangrijk voor een leuke relatie, ze MOETEN veel nieuwe vrienden maken, ze MOETEN actief zijn in de studentenvereniging.
En dan de studie… Ze moeten natuurlijk ook nog voldoende studiepunten halen, een studie CV opbouwen dat de goede baankansen geeft, op tijd afstuderen… dat allemaal levert heel veel stress op. Ik vraag me dan af: Moet echt alles perfect zijn?’
Snelkookpan
‘Natuurlijk geldt dit voor lang niet alle studenten. Maar flink wat studenten die bij me komen, leven in een soort snelkookpan. Ze stellen hoge eisen aan zichzelf en dat moet dan allemaal in korte tijd gerealiseerd worden. Natuurlijk stelt de opleiding ook eisen, zeker in het eerste studiejaar. Maar studenten stapelen daar voor zichzelf nog heel wat eisen bovenop. Dat kan natuurlijk niet allemaal in korte tijd. Maar studenten denken soms dat het allemaal binnen een bepaalde periode moet. ‘Als ik dit en dit niet nu realiseer dan ben ik een mislukking, dan wordt het nooit meer wat’. Zo hoor ik vaak.’
Een beetje lucht
‘Als psycholoog probeer ik daar een beetje lucht in te krijgen. Ik probeer te laten zien dat je sommige dingen ook stapsgewijs aan kunt pakken. Maar dat is niet makkelijk. De medestudenten zitten ook vaak in zo’n ‘snelkookpan’. Dan ‘fokken ze elkaar een beetje op’. En alle verhalen op Social Media doen daar ook geen goed aan, natuurlijk. Ook daarin wordt een wereld voorgespiegeld niet altijd realistisch is.’
Groepscursussen en individuele gesprekken
‘We geven groepscursussen voor studenten die het lastig hebben. Het kan namelijk helpen als je in een groep toegeeft dat je een probleem hebt. Het helpt als je je in een groep afvraagt: ‘moet echt alles perfect zijn’. Er zijn verschillende soorten groepscursussen. Je kunt in een groep leren omgaan met tegenslag. In een groep ontdek je dat iedereen wel eens tegenslagen heeft of dingen die niet lukken.
Daarnaast heb ik individuele gesprekken met studenten, meestal een stuk of vijf keer. Dan lukt het de meeste studenten wel om weer op eigen kracht verder te gaan. Zijn er echt hele grote problemen, dan sturen we studenten door naar de reguliere psycholoog.’
Wat kunnen ouders doen?
‘Ik vind het belangrijk dat ouders hun kinderen van jongs-af-aan leren hoe ze met tegenslag om moeten gaan. Ze leren dan toch iets steviger in de schoenen te staan. Probeer als ouder niet ‘elk vlekje’ weg te poetsen. Laat als ouder zien dat tegenslagen in het leven erbij horen. Vertel ze dat ook zij tegenslagen hebben ondervonden en dat je daar, soms met flinke inzet, ook weer uit kunt komen.‘
Eerste tegenslag
‘Een student zei laatst tegen me: ‘Dit is mijn eerste tegenslag. Vroeger werd alles voor me gedaan. Nu moet ik veel zelf doen en dat lukt niet altijd’.
Nee, natuurlijk niet. Volwassen worden gaat met vallen en opstaan. Ook aan deze student stelde ik de vraag: ‘moet echt alles perfect zijn’. Ik vind het wel heel herkenbaar dat ouders hun kind elk verdriet willen besparen. Maar helaas gaat dat niet, en dan is het maar beter als het kind al eerder ‘een kopstoot’heeft gehad. Dat hij geleerd heeft ermee om te gaan.’
Je kind gunnen om fouten te maken
‘Volwassen worden is vallen en opstaan. Je moet het je kind ook gunnen om fouten te maken. Dat is ook een kwestie van vertrouwen. “Ik ken je, ik weet dat je sterk bent, ik weet dat je je problemen op kunt lossen’. Je moet het je kind gunnen dat hij verdrietig is, of down. Dan leert een jongere dat verdriet erbij hoort. Maar o. wat is dat moeilijk in de praktijk. Je voelt het verdriet van je kind immers extra scherp…’
Balans
‘Het gaat eigenlijk om een soort balans.
Stel je een ouderwetse weegschaal voor met twee bakjes. In het linker bakje zit je draagkracht. Je mogelijkheden om stress, verdriet en spanning aan te kunnen. Dat vakje maak je sterk door levenservaring, door zelfvertrouwen. Maar ook door gezond leven en ontspannen.
In het rechter bakje van de weegschaal zit je draaglast. De zaken die je tegenvallen, waar je verdriet van hebt, waar je moeite mee hebt.
Is je linker bakje gevuld met vertrouwen in jezelf en je omgeving en zit je goed in je vel, dan heb je snel een balans, dan kun je heel wat hebben. Je linker en rechter bakje zijn in evenwicht.
Maar zit je linker bakje niet gevuld met draagkracht, zit je niet goed in je vel…, dan loop je het risico dat je rechter bakje met draaglast naar beneden doorslaat. Je raakt in de put. Je draaglast wordt te zwaar.
Kunst is in dat geval je bakje met draagkracht te versterken en tegelijkertijd je bakje met draaglast te verlichten.
Versterk je kracht, verlicht je last. Vind zo balans.
Persoonlijke problemen
Studenten kampen soms met persoonlijke problemen, soms met studieproblemen. Voor beide geldt: ‘loop er niet te lang mee rond, maar maak het bespreekbaar’.
Veel voorkomende persoonlijke problemen zijn:
- aanpassingsmoeilijkheden en heimwee
- verlegenheid en sociale angst
- negatief zelfbeeld
- moeite met het leggen van contact met andere studenten
- assertiviteitsproblemen (o.a. moeite met ‘nee’ zeggen)
- piekeren
- relationele problemen
- verlies van een dierbaar iemand
- klachten van depressieve aard
- problemen met seksualiteit en seksuele identiteit
- eetproblemen
- spannings- en angstklachten
Studiemoeilijkheden
Als de studie niet loopt zoals je verwachtte is de studieadviseur of de studieloopbaanbegeleider het eerste aanspreekpunt. Ook de studentendecaan is er voor de student als er sprake is van: studeren met een functiebeperking, studievertraging door bijzondere omstandigheden, regelingen en voorzieningen, het verbeteren van je studievaardigheden etc.
De studentenpsycholoog is er als er studiemoeilijkheden zijn door o.a.:
- het lastig kunnen plannen van je studie of met het kunnen opbrengen van de nodige studiediscipline
- uitstelgedrag
- tentamenvrees
- faalangst en perfectionisme
- spanningen bij het actief meedoen in een werkgroep
- onzekerheid over je toekomst na het afstuderen