Nieuws over de studiefinanciering
Haast elke week is er nieuws over de studiefinanciering. De nieuwe ontwikkelingen post ik op de facebookgroep ‘ouders en studie‘. Daar staat ook nieuws over studiekeuze, studeren en tussenjaar.
Nieuws over de studiefinanciering
Wetsvoorstel voor herinvoering basisbeurs naar de Tweede Kamer
Nieuwsbericht | 24-10-2022 | 13:58
Minister Dijkgraaf (OCW) stuurt vandaag het wetsvoorstel voor de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs naar de Tweede Kamer. De terugkeer van de basisbeurs voor studenten op hogescholen en universiteiten vanaf het studiejaar 2023-2024 betekent een flinke verbetering van hun financiële positie. Ook worden de terugbetaalregimes voor mbo-studenten gelijk getrokken met die van studenten op het hoger onderwijs. Dat zorgt voor een meer gelijkwaardige positie van mbo’ers.
Minister Dijkgraaf: “Door de herinvoering van de basisbeurs wil ik jongeren een goede start en perspectief geven. Studenten in het hoger onderwijs ontvangen straks niet alleen een vast bedrag per maand, zij komen ook eerder in aanmerking voor een aanvullende beurs. Dat is belangrijk, kijkend naar de positie van ouders met middeninkomens. Het wetsvoorstel draagt ook bij een aan gelijkwaardige positie van mbo-studenten ten opzichte van studenten op hogescholen en universiteiten, door het gelijk trekken van de terugbetaalvoorwaarden voor mbo-studenten die vanaf studiejaar 2023-2024 gaan studeren. Ook zij krijgen een aflosperiode van 35 jaar en dezelfde berekening van de rente.”
Extra basisbeurs
De basisbeurs in het hoger onderwijs gaat – als het voorstel wordt aangenomen door het parlement – in het studiejaar 2023-2024 niet alleen gelden voor nieuwe studenten, maar ook voor hen die al studeren als zij nog recht hebben op studiefinanciering. Uitwonende studenten in het hoger onderwijs ontvangen dan € 274,90 per maand, thuiswonende studenten € 110,30. Voor alle uitwonende studenten (ook mbo) komt daar in het studiejaar 2023-2024 nog circa € 165 per maand bij vanwege de sterk gestegen kosten van onder meer energie en boodschappen. Een uitwonende student ontvangt dan maandelijks in totaal bijna € 440, in totaal ruim € 5.200 voor het hele studiejaar 2023-2024.
Het kabinet trekt jaarlijks € 1 miljard uit voor herinvoering van de basisbeurs. Het herstel van de koopkracht onder studenten is een incidentele uitgave van € 500 miljoen.
De basisbeurs is één van de inkomstenbronnen voor studenten om in hun levensonderhoud te voorzien, maar niet de enige. Behalve inkomen uit werk, een ouderbijdrage en eventueel lenen kan een deel van de studenten een beroep doen op de aanvullende beurs voor extra financiële ondersteuning. Die bedraagt in het wetsvoorstel maximaal € 416 per maand, ruim € 100 meer dan in het oude basisbeursstelsel. De inkomensgrenzen van de aanvullende beurs – het ouderlijk inkomen om in aanmerking te komen voor een aanvullende beurs – is in het wetsvoorstel verhoogd naar € 70.000 voor hbo- en wo-studenten. Hierdoor kunnen meer studenten aanspraak maken op een aanvullende beurs.
Verder wil minister Dijkgraaf dat méér studenten die daarop recht hebben gebruik gaan maken van de aanvullende beurs. Door bij DUO het aanvraagproces van studiefinanciering aan te passen moet het gebruik van de aanvullende beurs sterk worden vergroot.
Gelijk trekken terugbetaalregimes
Om gelijkwaardigheid te creëren tussen mbo-, hbo- en universitaire studenten trekt minister Dijkgraaf de terugbetaalregimes voor studieleningen gelijk. Deze zijn nu nog verschillend voor het mbo en hoger onderwijs, met verschillende aflosperiodes (respectievelijk 15 en 35 jaar) en verschillende berekeningen van de rente. Nieuwe mbo-studenten die beginnen met studeren in het studiejaar 2023-2024 krijgen dezelfde voorwaarden als studenten op het hbo en de universiteit. Mbo’ers die op dat moment al studeren – die dan bijvoorbeeld aan hun tweede jaar beginnen – mogen kiezen tussen het oude en nieuwe stelsel. Wie geen keuze maakt, gaat automatisch over naar het hoger onderwijs-regime.
Tegemoetkoming
Hoewel een tegemoetkoming bij een beleidswijziging ongebruikelijk is, maakt het kabinet een gebaar richting studenten die één of meerdere jaren onder het leenstelsel hebben gestudeerd. Voor deze tegemoetkoming is incidenteel € 1 miljard beschikbaar: voor een (nominale) studieperiode van 4 jaar gaat het om ongeveer € 1.400 per student. Als extra geldbedrag daarbovenop worden de studievouchers vrij besteedbaar. Zo’n 375.000 studenten ontvangen zo een extra bedrag van circa € 1.835 in mindering op hun studieschuld of krijgt dit bedrag uitbetaald als ze geen studieschuld (meer) hebben.
Tijdens een internetconsultatie heeft iedereen zijn mening kunnen geven over de plannen rond de studiefinanciering. Ook voert minister Dijkgraaf sinds begin dit jaar door het hele land gesprekken met studenten onder de noemer ‘Spreek je uit!’: over de basisbeurs, maar ook over bijvoorbeeld welzijn en huisvesting. Met de herinvoering van de basisbeurs zijn immers niet alle problemen van deze generatie opgelost.
De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs wordt begin 2023 verwacht. Als het wetsvoorstel door beide Kamers is behandeld krijgen alle studenten een bericht van DUO over het aanvragen van de basisbeurs. Dit zal naar verwachting vanaf de zomer van 2023 mogelijk zijn. Meer lezen
Nieuws over de studiefinanciering. Wat betekent dit nu?
Bovenstaand voorstel van de minister is nog geen wet. Het voorstel moet nog goedgekeurd worden door de Eerste en Tweede Kamer. Tot die tijd is er dus nog niets zeker. Maar het voorstel is als volgt:
Veel onderdelen van de oude studiefinanciering blijven hetzelfde (lees ‘studiefinanciering in het kort‘).
De studiefinanciering ziet er als volgt uit:
- Sommige studenten krijgen een aanvullende beurs. Dat is afhankelijk van het inkomen van de ouders en of er meer studerende kinderen zijn.
- Iedereen krijgt een studenten OV reiskaart.
- Je kunt geld lenen om van te leven
- Je kunt geld lenen om je collegegeld te betalen. Dit heet collegegeldkrediet.
Nieuws over de studiefinanciering. Wat verandert er waarschijnlijk in september 2023?
In september 2023 verandert het volgende waarschijnlijk:
- Er komen meer studenten in aanmerking voor de aanvullende beurs. Is het inkomen van de ouders minder dan €70.000 dan kan de student in aanmerking komen voor de aanvullende beurs. Hoe hoog die is heeft te maken met het inkomen van de ouders en is maximaal €416,- per maand. Dit is een gift als je binnen tien jaar afstudeert. Anders moet je het geld terugbetalen.
- Studenten die bij hun ouders wonen krijgen een basisbeurs van maximaal €110,30 per maand
- Studenten die op kamers wonen krijgen een basisbeurs van €274,90 per maand en omdat het leven zoveel duurder is geworden nog eens €165,- per maand. Deze compensatie geldt alleen voor het komend studiejaar. Dat is samen bijna €440,- per maand in het studiejaar 2023-2024.
Nieuws over de studiefinanciering. Rente betalen
Let op. Als je binnen tien jaar afstudeert hoef je de aanvullende beurs niet terug te betalen. Ik denk dat je de basisbeurs ook terug moet betalen als je niet binnen tien jaar afstudeert, maar daarover is nog niets bekend.
Geld dat je leent moet je in elk geval terugbetalen.
Over deze lening hoefde je je lang geen rente te betalen. Maar omdat de rente in zijn algemeenheid nu verhoogd is, moeten studenten die een studieschuld hebben ook rente gaan betalen. 0,46 procent voor hbo en wo (universiteit) studenten. Heb je een laag inkomen, dan zijn er speciale regelingen. Dat weet de DUO. De DUO is de expert op dit gebied.
Lees ook: hoe lang mag je studeren?
Nieuws over de studiefinanciering. Ouderbijdrage
De minister schrijft ook over ouderbijdrage. Dit is een vrijwillige bijdrage. Bedragen worden er door de Rijksoverheid niet genoemd maar over het algemeen geven instanties, zoals de Rijksoverheid, aan dat een bijdrage van zo’, €400,- per maand redelijk is. Kun je dat als ouder(s) niet betalen dan is er de aanvullende beurs. Lees meer over ‘ouderbijdrage‘